
Dit alles geschiedde in het midden der huis-*
hoüdelijke beslommeringen en der bezigheden
van een beroep, dat veel werks verschaft , en
zoo weinig verband met sterrekiindige liefhebberijen
heeft, vöor welke hét toch noöit,-
20o als sommigen zich misschien, maar te on-
regt, verbeelden zouden, werd verwaarloosd;
tot deze worden alleen de snipperuren gebruikt.
Hoe aanmerkelijk alle deze verrigtin-
gen ook zijn mogen, zoude de vroedsman
E isinga echter, naar allen schijn, nimmer op
het uitvindert van een planetarium gedacht, of
gelegenheid bekomen hebben, om zijne vermogens,
als werktuigkundige, van welke bij
zich zelven nog niet bewust was, te oefenen,
had niet een zonderling geval hem daartoe
aangezöt. Er werd in het voorjaar van 1774
een boekje in het licht gegeven over de gewaande
ongelukkige uitwerkselen, die eene
conjunctie van planeten, den 8 Mei daaraan
volgende voorvallende, op onzen aardkloot
zeer waarschijnlijk zoude te weeg brengen:
hetwelk bij velen eene groote verslagenheid
en angst te weeg bragt. Dit noopte den
vroedsman, om, door middel van zijne jaarlijks'
berekende tafel, na te gaap, wat e ro p
den gemelden dag stond te gebeuren; en hij
bemerkte ligt, dat er voor ons niets te vreezen
wasfio)* Deze berekening deed hem invallen,
-dat het aangenaam zoude zijn, een
werktuig te hebben, waarin men, ten allen
tijde, den waren stand der hemelsche ligcha-
men zoude kunnen gewaar worden; dat men
daardoor eensklaps van alle berekening in het
toekomende bevrijd zoude zijn. Deze gedachte
werd aanstonds gevolgd door het besluit,
om zulk een werktuig te vervaardigen. Het
is groote geesten alleen eigen, eenen zoo
grooten stap in eens te doen. De zwarigheden,
die er zich opdeden, werden wel ingezien,
doch verdwenen spoedig. De handen
werden aan het werk geslagen, en vermits er
niet dan. snipperuren aan besteed konden worden,
zag men te getnoet, dat er verscheidene
jaren noodig zouden zijn tot het voltooijen
van een zoo moeijelijk stuk. Hiertoe werd
dan, op het verzoek van des uitvinders huisvrouw,
die bij het begin des werks reeds zeer
verlangde het einde te zien, den tijd van zeven
jaren bepaald. Het zesde is thans verschenen,
en het werktuig is, uitgenomen eeni-
ge kleinigheden, welke meest den uiterlijken
(10) Het verschijnsel bestond enkel hierin, dat Jupi-
ter, Mars, Venus, Merkurius en de Maan zich toen alle
in het hemelteeken de ram bevonden.