
veer de helft van den tijd de eicel kan bereiken dan
het ei^en stuifmèel. Wanneer de kruisbestuiving plaats
heeft nog vöör de Stempel verdroogd is en niet meer
dan i à 2 dagen nà de zelfbestuiving, dan voorkomt de
kruisbevruchting nog de zelfbevruchting.
De gevaarlijkste vijand van de koffie is een Roest-
zwam, Hemileia vastatrix, die op de bladen parasiteert
en die op Ceylon in 1869 optredend, de geheele koffie-
cultuur vernielde. Tot nu toe vermeed of beperkte men
de ziekte het best door nieuwe soorten in te voeren,
die weinig vatbaar voor den schimmel zijn. Zoo heeft
men op Java na de Coffea liberica, die intusschen b.v.
te Weleri nog zeer veel oplevert, veel voorspoed met
de nieuwere Cojfea robusia, terwijl 00k kruisingen van
verschillende soorten dikwijls goede producten leveren
en flink bestand zijn tegen de gevreesde infectie-ziekte.
Maar nu begint de Coffea robusta 00k meer vatbaar te
worden voor de infectie, d. w. z. de schimmel gaat zieh
00k aan dezen nieuwen gastheer aanpassen. Dan worden
nieuwe varieteiten of soorten gezöcht, en zoo wordt in
den laatsten tijd de Quillou-koffie als een nieuwe soort
op Java ingevoerd en 00k te Weleri aangeplant.
Op het établissement was de verdere bewerking in
vollen gang te zien. In de groote pulpmachines wordt
van de koffievrucht het vruchtvleesch tot dicht op ’t zaad
afp-estooten : vandaar vloeien o de zaden in stroomend
water weg naar de fermenteerbakken, waarin ze drie
dagen blijven liggen. Dan wordt in stroomend water uitge-
wasschen en vervolgens gedroogd in warme lucht. In
een trogmolen (Pealer) wordt dan de drooggeworden
kleine hoornschil verwijderd. De koffie wordt nu gesor-
teerd en tenslotte gepolijst door den „polisher”.
De C a c a o heeft het vaak zwaar te verantwoorden
tegenover de parasieten, en de Java-cacao (Criollo) legt
het meer en meer a f en wordt veel vervangen door de