
t > -■ y . m u| aam
72 NOESA KAMBANGAN.
zijn kusten en zoo zijn daar betrekkelijk dicht bij elkaar
sterke c o n t r ^ g g ^ J vindeÖ ? de sa^ ® elling
tropische Strandflora op modder-, zand- en rotsbodem.
Die rotsige bodem van het eiland bestaat vooral uit
zandsteenen en conglomeraten van andesiet. Grootendeels
is Noesa Kambangan vulkanisch ,van oorsprong; t^cho-usi)
komt op eeni|fecplaat§e-Buook kalksteen voor, die
in geheel Banjoemas zeer schaarsch is. De kalksteen
ligt op en tegen de zandlagen aan de noordkust tegen-
over Tjilatjap en meer IggEJiover de Kinderzee,
waar zieh een prächtige druipsteengrot bevindt.
Vroeger bestanden op het eiland een a a n t ^ l^ g i^ ig s ,
die mim kond^n^ll^ej^ daar de bodem geschikt is voor
culturen, de bosschen veel goede houtsoorten bevatten
en het omringende water rijk is aan visch. Maar met
het 00g op de verdediging van het eiland en van
Tjilatjap is de bevolking naar Java overgebracht, daar
men zieh vroeger van Noesa Kambangan als strategisch
punt veel heeft voorgesteld. Thans bevindt er zieh een
groote kolonie dwangarbeiders onder strenge leiding,
en verder slechts de familie van den vuurtorenwachter
op de Z. Q.-punt.
Het drijvende eiland is de vertaling van den naam,
zooals ik dien hier gespeld heb; wie de voorkeur geeft aan
. Kemban^an maakt er een bloemeneiland van. Volgens
de Javanen werd Noesa Kambangan door een heilig man,
die in een der grotten begraven iigt, over de zee gevöerd
aen voor de Kinderzee ten anker gelegd.
Het bezoek aan dit „drijvende’' eiland had ik mij voorgesteld,
als besluit van een drieweeksche reis over
Java. Daartoe vertrok ik in den oebiend van den Boro-
Boedoer, waar ik den nacht had doorgebracht. Nog eenige
oogenblikken genoot ik van het za.chle rose morgenschijn-
sel over het oude mysterieuse bouwwerk, over de sawah-
velden beneden aan den Voet van den heuvel en op
HBH