
werken* vervalt na zijn dood niet aan zijn eigen kinderen,
maar aan die van zijn oudste zuster.
Het Minangkabausche volk is in een 30-tal stammen
verdeeld (Soekoe’s). Een groep gehuchten heet de Negari
en het voornaamste dorp daarvan heet Kota. De leden
van een Soekoe stammen af van een stammoeder en in
elke Negari moeten minstens vier Soekoe’s vertegen-
woordigd zijn. Nu berust het staatkundig bestuur geheel
bij de mannen. Door het Europeesch gezag werden
bestuursnegari’s ingesteld met elk een hoofd, die samen een
district (laras) vormen, onder een larashoofd. Deze
hoofden worden door de bevolking gekozen, door de
regeering benoemd en bezoldigd.
Kenmerkend is dus voor de Minangkabauers de demo-
cratische bestuursinrichting, de belangstelling en het
levendige aandeel', dat de man heeft in politieke beraad-
slagingen en het feit, dat er nog geen afsplitsing heeft
plaats gehad van jonge gezinnen uit het ouderlijke huis.
Daardoor heeft de man alleen als raadgever en beheerder
eenigen invloed bij zijn zuster en zusters-kinderen. De
vrouw heeft een belangrijke positie, daar zij gezin en
familie in stand houdt en heeft tegelijk een zware taak,
omdat ze met de middelen en bezittingen, waarover de
familie beschikt, zelf in het onderhoud van haar gezin
moet voorzien. Zelfbewustheid en flinkheid zijn bij de
meeste vrouwen hiervan het gevolg; zelfstandigheid kan
men moeilijk zeggen, daar zij in het ouderlijk huis voort-
durend leeft onder contrble en toezicht van moeder, groot-
moeder, broers en zusters.
Welk een verschil in toestand en karakter van deze
bevolking met "die van Midden-Java. Hier een zieh zelf
besturend en eigen hoofden kiezend volk, dat zelf rijke
landerijen bezit; däär een volk, dat eeuwen onder den druk
heeft gestaan van vorsten met een uitgebreide hofhouding
en strenge etikette en dat slechts een klein deel van den