
lang goed gehouden voof den Westmoesson en volgens
den dagelijkschen gang van het weer en de bemoe-
digende voorspelling in het hotel kon ik niet droog
op Tosari aankomen. De wilde indische plantengroei
houdt nu bijna geheel op en de flora bestaat nagenoeg
alleen uit verwilderde Europeesche gewassen, meest
cultuurplanten met het hun begeleidende onkruid.
Rubus-soorten, Witte K la ver, Hopklaver en Oost-Indische
kers, Erigeron canadense, Bidens in twee soorten,
Polygonum, Ranunculus in 3 soorten, Linaria, Vicia
lathyroides, Absinth, Agiimonium, R a d ijs en Brassica’s
vormen hier de flora; daartusschen groeien nog groot-
paars-bloemige Melastoma's, algemeen van uit Amerika
op Java verwilderd, en forsche Crotalaria semperflorens
met groot-bloemige gele trossen en crucifeer-achtige
bladen, misschien hier 00k wel aangevoerd, daar ze vaak
voor groenbemesting gebruikt worden. Na de Europeesche
kruiden längs den weg brachten de tuinen bij
het hotel en de kleine villa’s Europa nog dichterbij.
Daa$ bloeiden de prächtigste Rozen, blauwe Lupine,
Calceolaria’s, Dahlia’s, Phlox en groote Margrieten en
wat niet al. In mist, maar zonder regen, werd zoo
Tosari bereikt.
Bij Tosari.
Op een der vele r i b b e n , die van den Tenggerkrater uit-
stralen, ligt Tosari, en wel op een plateau-achtige verbreeding,
waarvan de wänden steil in honderden-meters-
diepe dalen afloopen. Längs dien bergrug leidde de weg
van Poespa naar Tosari, en verder klimt men daarlangs
omhoog tot aan den Moengalpas op den grooten krater-
rand. De wegen, die naar en over de aangrenzende
heuvelkammen moeten voeren, zijn met moeite aangelegd
en worden met inspanning bewandeld, steil afdalend in
de] dalbedding en steil weer omhoog tegen de in den
regentijd vaak uiterst gladde paden. Al die dalen en
hellingen zijn in gebruik voor den verbouw van mais,
F ig . 22. Een jong Casuarina-bosch. Een bijna afgestorven
oude boom is behängen met epiphyten.
aardappelen en groenten, maar hier en daar staan nog
B o om v a r e n s op vochtige plekken bij een beek en
längs de wegen zijn de C a s u a r i n a ’ s het eenige geboomte.
Dat kale in de natuur, die > al sinds langof ver