
 
        
         
		3 
 Vi 
 I n 
 |H n 
 t< 
 h 
 e 
 ■  n 
 I 
 g 
 m 1 
 L* 1 
 | 1 y 
 .  t 
 ■ I i-v-,  ;g 
 1 
 4 
 I 
 ( 
 3 1 
 •  1 
 1 : 
 1 
 takken  naar beneden  groeien,  helpen  dan  verder nog mee  
 om  het  verband  met  den  bodem  hechter  te  maken. 
 Bij  het  varen  door  de  vloedbosschen  is  het  opvallend,  
 dat  bij  bochten  de  convexe  zijde dichtbegroeid  is  tot ver  
 over  ’t water  met  deze  Rhizophora,  terwijl  de  inspringende  
 cöncave  zijde  de  toevlucht  is  voor  een  mengsel  
 van  verschillend  soort  Mangrove-boomen.  Dit  is  een  
 vaste  regel,  die  me  bij  het  varen  naar  de  Kinderzee  
 zeer  getroffen  heeft.  De  Rhizophora!s  zijn  de  vloed-  
 boomen  bij  uitnemendheid,  ze  zijn  het  best  ingericht  
 tegen  de  beweging  van  het water,  ze  bezetten  de  voorste  
 plekken  en  zijn  het  ijverigst  in  het  winnen  van  nieuw  
 land.  Alleen  in  de  kalme  smalle  binnenkreeken  en  aan  
 de  inspringende  bochten  treden  de  andere  soorten  tot  
 aan  den  uitersten  rand  bij  het  water.  Vooral  de  Nipa-  
 palmen  vormen  vaak  randen  van  wuivende  spiegelende  
 veeren  längs  de  oevers  der  zijkreeken  (hg.  14). 
 Aan  de  boompjes  der  Rhizophora! s  ziet  men  lange  
 vruchten  hangen.  Eigenlijk  zijn  dat  kiemplanten;  want  
 de  plant  is  vivipaar  en  de  vruchten  zelf  zijn  maar  
 ±   2  c. M.  groot.  Als  ze  volgroeid  zijn  als  vrucht,  gaat  
 echter  de  kiem  doorgroeien,  zonder  dus  een  rustperiode  
 door  te  maken.  Het  hypocotyle  lid  groeit  uit  en  breekt  
 door  ’t  zaad  heen.  De  zaadlobben  zijn  vergroeid,  blijven  
 in  het  zaad zitten en dienen als een zuigapparaat, waardoor  
 de  tot  60  c. M.  lang  werdende  kiem  voedsel  ontvangt.  
 Ten  slotte  raakt  het  groene,  knotsvormige  hypocotyl  van  
 de  zaadlobben  los  en  valt  de  kiemplant  recht  in  den  
 modder  met  den  worteltop  naar  beneden  en  gaat  dan  
 weldra  wortelschieten  in  den  nieuwen  bodem. 
 De  andere  soort  van  dit  geslacht  Rh.  conjugata  ver-  
 toont  deze  aanpassingen  in  veel  geringer  mate  dan  
 Rh.  mucronata. 
 Bruguiera  is  direct  herkenbaar  als  de  hoogste  boom  
 in  de  Mangrove  (hg.  15).  Hij  steekt  met  zijn  stam  en