
 
        
         
		als  zeevaarders.  Verder  hangt  de  vorm  ten  nauwste  
 samen met den merkwaardigen, maatschappeiijken toestand  
 van  het  matriarchaat.  UJemnelilhv/ -sfä^kErgsdi-agen  door  
 palen,  waartusschen  de  vloer  vastgemaakt  is  op  i  ä  2  
 M.  van  den  g r o n d ^ d e s   te  
 rijker  en  aanzienlijker, zijn  de  bezitters.  Maar  de  lengte  
 hangt  af  van  de  groottQadiiSja^na^^j^gt  gezin  bestaat  
 uit  de  moeder  met  haar  hinderen,  terwijl  een  broeder  
 van  de  moeder  het  hopjti  4 § s ±ff^BSia®/I  % 
 zijn  vele  gewinnen  in  zoo’n  huis  en  een  der  mamaks  is  
 dan  weer  het  hoofd  van  het  huis  (penghoeloe  roemah).  
 Trouwt  een  der  dochters,  dan  gaat  ze niet  uit huis, maar  
 krijgt  een  deel  voor  zieh  en  zoo  noodig  worden  in  de  
 lengte een paar palen bijgebou^i^if^dl^dffifetPM^fiälÄ^eteen  
 hoorn  vergroot.  Wordt  het  huis  al  te  groot,  dan  wordt  
 er  vlak  naast  een  nieuw  gebouwd.o     Deze  eiog enaardioge 
 gezinsverhouding  is  of  ontstaan  als  oorspronkelijke  
 gezinsvorming,  waarbij  nog  nie.t  een  vast  huwelijk  
 bestond  als  hoogere  vorm,  öf  ze  hangt  in  het  bijzonder  
 samen  met  het  zwervende  leven  der  mannen,  zooals  
 eenmaal  bij  de  zeevarende  en  handeldrijvende  Maleiers  
 het  geval  wa s;  zoodat  dus  de  vrouw  bij  haar  kinderen  
 bleef  en  meestal  genoodzaakt  was  zelf  in  het  onder-  
 houd  van  het  gezin  te  voorzien.  Bijna  overal,  00k  op  
 Sumatra  heeft  het  matriarchaat  plaats  gemaakt  voor  het  
 patriarchaat,  maar  in  de  Padangsche  Bovenlanden  heeft  
 de  oorspronkelijke  gezinstoestand  zieh  met  zeldzame  
 strehgheid  gehandhaafd.  De  vrouw  koopt  haar man,  die  
 bij  strenge  families  niet  bij  de  vrouw  intrekt.  De  vrouw  
 bebouwt  het  land  en  oogst  de  rijst,  bereidt  den  suiker,  
 maakt  vlechtwerk  en  geweven  goed  en  verkoopt  die  
 op  de  markt. 
 De  bezittingen  zijn  erfelijk  in  de  vrouwelijke  lijn,  of  
 liever  ondeelbaar  eigendom  der  famiiie.  Het  goed,  dat  
 de  man  als  erfdeel  heeft  ontvangen  of zieh  verwerft door 
 PLAAT  26. 
 HET MEER  VAN  MANINDJAU  
 (350 M.)  OEZIEN  VANAF  HET  
 DANAUOEBEROTE  (1140  M.)