
 
        
         
		haar  milde  schaduw  glijden  over  het  hoofd  der  harde  
 werkers  en  zal  straks  de regen ruischen door het heete dal. 
 Wandelend  en  rustend  werd  na  bijna  vier  uur  Poer-  
 wodadi  bereikt,  vanwaar  een  karretje  in  een  klein  half  
 uur  tot  Lawang  voerde.  De  omstreken  zijn  mooi,  maar  
 Lawang  zelf  lokt  niet  uit  tot  een  lang  verblijf,  althans  
 niet  in  hotels,  en  zoo  spoorde  ik  den  volgenden  dag  
 voor  een  kort  bezoek  door  naar  Malango- .  Al  was  er,' 
 vooral  voor  Europeanen,  geenerlei  reden  meer  om  be-  
 zorgd  te  zijn  bij  een  bezoek  aan  deze  stad  met  het  oog  
 op  de  gevreesde  ziekte,  toch  was  het  niet  zoo  aange-  
 naam  om  aan  het  station  opeens  in  het  gedrang  te  
 raken  van  een  paar  honderd  inlanders,  uit  den kampong  
 samengestroomd  om  den  juist  terugkeerenden  hadji  
 zoenend  te  verwelkomen,  vooral  als  men  juist  gehoord  
 heeft  op  welke  wijze  de  ziekte  op Java is binnengeslopen.  
 De  hadji,  na  een  niet  onaangename  reis  per  stoomboot  
 en  spoortrein  teruggekomen,  keert  daar  met  het  strak  
 gelaat  van  een  veel  geleden  hebbenden  pelgrim  en  met  
 het  dedain  van  een  in  hooge  wijsheid  verwijlenden  
 denker  onder  de  zijnen  terug,  om  veelal  zijn  verdere  
 leven  te  genieten  van  het blanco-crediet  zijner  vereerders,  
 zelf  meest  achter  de  schermen  blijvend,  dikwijls  een  
 lästig  element  voor  de  regeering,  uit  vreemde  landen o   O  O  ’ 
 vaak  een  geest  meebrengend,  die  aan  het  zachtere  en  
 meer  lijdelijke  gemoed  van  vele  inlanders  heel  weinig  
 eigen  is. 
 Zou  het  in  tijden  van  besmettelijke  ziekte  niet  wen-  
 schelijk  zijn,  dat  een  dergelijk  gedrang  bij  publieke  
 gebouwen  ook  werd  tegengegaan,  of  levert  hier  het  
 hadji-element  juist  de  moeilijkheid  om  in  een  dergelijk  
 geval  krachtig  op  te  treden? 
 Malang  (445  M.)  maakt  een  opgewekten  en  wel-  
 varenden  indruk.  Een  langer  verblijf  kan  gelegenheid  
 geven  mooie  plantages,  inzonderheid  van  koffie  en 
 rubber,  in  den  omtrek  te  bezoeken  of  op  verderen  af-  
 stand  prächtige  toeren  te  maken  tegen  den  Ardjoeno,  
 den  Kawi,  den  mächtigen  Smeroe  en  naar  het  Zuider-  
 Qg ebergOte.  Een  uitstekend  centrum  dus  voor  de  Studie 
 van  de  natnur.  Het  koffieproefstation,  onder  leiding  van  
 Dr.  W u r th ,  is  een  hier  passend  middelpunt  voor  de  
 wetenschappelijke  bestudeering  en  voorlichting  bij  de  
 koffiecultuur,  die  in  den  omtrek  op  zoo  groote  schaal  
 beoefend  wordt. 
 Als  handleiding  bij  de  Studie  der  ziekten  is  hier  een  
 prächtige  verzameling  ziekte-preparaten  bijeengebracht,  
 indertijd  door  Dr.  Z eh n t n e r   aangelegd.  Het  zoeken  
 naar  kruisingen,  die  rassen  leveren, welke in het bijzonder  
 tegen  de  Hemileia-schimmel  immuun zijn, behoort tot een  
 der  belangrijkste  werkzaamheden.  Tegelijk  doet  het  
 proefstation  ook  dienst  voor  de  Rubbercultuur.  Tal  van  
 caoutchoucmonsters  zijn  hier  verzameld,  daaronder  de  
 prächtig  zuivere  van  Hevea,  de  donkerroodbruine  van  
 Ficus,  een  donkerbruine,  meer  plakkende  en  dus  minder  
 deuög dzame  van  Castilloa  enz.  Het  kort  bezoek  hier  ogebracht  
 geeft  natuurlijk  geenszins  een  beeid  van  de  om-  
 vangrijke  werkzaamheid  van  dit  proefstation. 
 Een  kort uitstapje  van  enkele  uren is  het  bezoek  aan de  
 badgelegenheid Mendit,  een eenvoudigsoort „uitspanning”  
 in  den  Europeeschen  zin,  zooals  die  in  Indie niet  zooveel  
 voor den  Europeeschen  toerist  te  vinden  zijn.  De  attractie  
 van  Mendit  is  vooral  ook  de  kolonie  kleine  grijze  apen,  
 (Macacus  cynomolgus),  die  in  groot  aantal  nieuwsgierig  
 komen  kijken  en  onbevreesd  en  brutaal  allerlei  trachten  
 weg  te  kapen,  tot  dicht  in  de  nabijheid  van  de  bezoekers.  
 Vooral  is  aardig  de  slendangachtige  wijze  waarop  de  
 moeders  de  jonge  apen  tegen  zieh  aandragen. 
 In  den  avond  ging  de  reis  van Malang door het mooie  
 dal  tusschen  den Ardjoeno en den  Tengger-Smeroe-groep  
 over  Bangil  naar  Pasoeroean  om  daar  nog  een  bezoek