
 
        
         
		door  eigen  producten,  die  tegelijk  met  asch  en  ander  
 materiaal  de  omringende  oudere  gesteenten  voor  een  
 groot  deel  overdekten  en  daardoor  de  nasporing  der  
 geschiedenis  sterk  bemoeilijkten. 
 In  het kort zal de wordingsgeschiedenis dezer gebergten  
 het  volgende  verloop  hebben  gehad: 
 Gesteenten,  die  tot  de  oorspronkelijke  stollingskorst  
 der  aarde  behooren,  zijn  op  Sumatra  niet  gevonden. 
 De  oudste  gesteenten  zijn  afzettingen  (dat  is  dus  
 sedimentair  ontstaan)  en  wel  als  oudste  leien  dikwijls  
 met  goudhoudende  kwartsgangen,  waarin  geen  ver-  
 steeningen  voorkomen,  waarschijnlijk  uit  het  Devoon  of  
 Siluur  of  nog  ouder.  Deze  zijn  o.a.  te  vinden  in  den  
 Barisan  en het Grensgebergte ten Noorden van Pajacombo. 
 Deze  oudste  gesteenten  ondergaan  plooii'ngen  met  
 opheffing  en  inzinking  en  door  de  scheuren,  die  vrijwel  
 in  de  lengterichting  ontstaan,  treedt vulkanisch materiaal,  
 dat  als  eerste  zeer  oud  eruptief  gesteente  uit  granieten  
 bestaat  en  over  de  oude  leien  heenligt.  Zoo  bestaat  
 bijv.  de  Ambatjan  (in  den  Barisan)  voor  een groot  deel  
 uit  deze  granieten. 
 Nu  daalt  het  oppervlak  weer  onder  de  zee  en  hebben  
 nieuwe  afzettingen  plaats  in  de  Carboonperiode.  Deze  
 bestaat  uit  jongere  leien  van  kiezel  en mergel  en  verder  
 uit  kalksteen,  die  evenwijdig  op  de  leien  ligt  en  ten  
 deele  zelfs  er  tusschen  doorloopt.  Deze  kalkgesteenten  
 bevatten  veel  fossielen,  die  den  Carboontijd  doen  herkennen. 
   Ze  zijn  als  dikke,  lange  koraalriffen,  gevormd  
 längs  de  toen  onderzee  liggende  hellingen  der  oude  
 gebergten.  Daardoor  volgen  deze  kalklagen  dus weer  de  
 lengterichting  van  Sumatra.  Het  zijn  die lang uitgestrekte  
 muren  met  steile,  wittige wanden,  die  door  hun  onvrucht-  
 baarheid  veel  minder  begroeid zijn en waarvan de toppen  
 zoo  vaak  die  eigenaardige  gedaante  hebben  van suiker-  
 brooden  of  van  rui'nen.  Men  vindt  deze  reeksen  van