
 
        
         
		9 
 ijüi 
 een  lengte  van  16  K.M.  en  een  breedte  van  8  K.M.  
 toch  maar  6en  afvoeropening  had  door  de  rivier  de  
 Antokkan,  die  door  e e n   kloof in het gebergte wegstroomt.  
 Recht  aan den overkant kan men van hieruit die insnijding  
 zien  en  daardoor  is  soms  op  den  verren  achtergrond  de  
 Indische  Oceaan  zichtbaar!  Midden  in  het  meer  springt  
 een  landtong  vooruit  (Tandjong  Pandjang),  die  het ellips-  
 vormig  watervlak  in  twee  helften  ö verdeelt  en  waaruit 
 men  heeft  afgeleid,  dat  dit  de  rest  is  van  een  tusschen-  
 schot  in  den  grooten  vulkaan,  die  eens  bestond  uit  twee  
 schoorsteenen  op  een  gemeenschappelijken  vuurhaard. 
 Toen  de  zon  eindelijk  achter  de  zware  wolken  en  het  
 gebergte  schuil  ging,  werd  het  opeens  heel  koud,  plotse-  
 lino-  verdichtte  zieh  de  waterdamp  boven  het  meer  tot  
 dikken  mist,  die  met  wilde  vaart  naar  boven  steeg  en  
 omhoog  jagend  boven  onze  hoofden  zieh  tot  wolken  
 samenpakte.  Dat  was  een  tafereel,  dat  voor den meteoro-  
 loog  de  moeite  waard  zou  zijn. 
 De  terugtocht  naar  Matoer  werd  als  een  wandeling  
 op  een  zomerschen  Juni-avond.  Een  zoele  atmosfeer  en  
 vrede  over  het  land,  waar  längs  de wegen  de menschen  
 van  den  veldarbeid  huiswaarts keerden. Door Kota  Ketjil  
 terugkomend  was  het  al  bijna  donker;  de  scherpomlijnde  
 daken  teekenden  zieh  af  tegen  den  halflichten  hemel  en  
 bij  een  der huizen  brandde  een  hoog vuur,  dat knetterend  
 de  rosse  omgeving  verlichtte. 
 Den  volgenden  morgen  was  er  pasar  te Matoer, waar  
 men  allerlei  aardig  vlechtwerk  kon  koopen.  Dichtbij  
 waren  nog  mooi  versierde  huizen  en  rijstschuren  te  be-  
 wonderen,  waarvan  een  paar  foto’s  werden  gemaakt  
 (fig-  35)-  Enkele  minuten  van  het  marktplein  moet  men  
 zeker  ook  het  uitzicht  ög aan  ogenieten  naar  het  Oosten 
 en  Noorden,  waar  een  pad  dicht längs den steilen afgrond  
 van  het  Pantardal  voert  en  beneden  tusschen  de  sawah’s  
 een moskee en schilderachtiog e huizen liögog en en de ogezichts