
 
        
         
		huizen  zoo  geplaatst,  dat  de  lange  zijde,  die  de  deur  
 bevat,  naar  den  Bromo  toegekeerd  is. 
 Terwijl  de  dessah  Tosari  natuurlijk  sterk  den  invloed  
 van  het  vreemdelingenbezoek  heeft  ondergaan,  hetgeen  
 bedelarij  heeft  bevorderd  en  aan  de  moraal  geen  goed  
 heeft  gedaan,  ligt  ruim  een  half  uur  boven  Tosari  op  
 1900  M.  het  dorp  Wonokitri,  een  meer  typisch  voor-  
 beeld  van  de  Tenggerdessahs.  De  wandeling  daarheen  
 gaat  eerst  längs  een  pad  naar  beneden,  over  een  paar  
 beken,  waar  in  groote  menigte de  prächtige  witte  kelken  
 van Datura  arborea hangen.  Vele  struiken droegen, vooral  
 te  Wonokitri,  bloemen  met  een  dubbele  trompet,  terwijl  
 ze  te  Tosari  meest  enkel  zijn.  De  inlanders  noemen  
 die  met  dubbele  kroon  K e t j o b o n g   bini ,   die  met  
 enkele  kroon  K e t j o b o n g   laki .   Het  valt  altijd  weer  
 op,  dat  de  inlandsche  bevolking  een  goed  onderschei-  
 dingsvermogen bezit voor plantensoorten 1 Voordat de weg  
 weer omhoog gaat, ligt rechts van het pad, door een nauwe  
 beekbedding  bereikbaar,  het z.g.  Nymphenbad,  een  kom-  
 vormig  bekken,  waarin  een  beek met een  schilderachtigen  
 met  varens  dichtomgroeiden waterval  zieh  neerstort.  Dan  
 gaat  de  weg  steil  omhoog  längs  een  zigzag,  totdat  op  
 den  heuvelrug  Wonokitri  bereikt  wordt,  waar  de  weg  
 naar  den  Penandjaän  doorheen  voert.  Ook  hier,  evenals  
 te  Tosari,  worden  P e r z i k b o ome n   aangetroffen,  ook  
 nop‘  Pisangf,  en  verder  Ricinus  en  T a b a k .   In  groote o   o  J  o 
 open  droogschuren  hangen  tallooze  mai'skolven  in  lange  
 rijen.  De  huizen  zijn  meest  van  bamboe  en  soms  van  
 hout;  elk  erf,  waarop  een  familiegroep  gehuisvest  is,  is  
 omgeven  met  bamboeheiningen,  terwijl  een  bamboe-  
 ingangspoort  toegang  geeft.  Insgelijks is weer het geheele  
 dorp  door  bamboe  omheind  en  treedt  men  de  dessah  
 door  een  grootere  hoofdpoort binnen.  Over het algemeen  
 maakt  alles  wel  wat  een  armoedigen  en  vuilen  indruk,  
 maar  toch  zijn  de  erven  en  huizen  wel  ordelijk  geschikt 
 en  de  straten  met  trappen  in  de  harde  klei  vrij  zindelijk  
 en  zonder  rommel. 
 Hier  en  daar  wijzen  de  geheel  zinken  daken  van  
 sommige  huizen  op  meer  welvaart,  die  door  den  vlijtig-  
 beoeienden land- entuinbouwtebereiken is, en tegelijk ook  
 door  het  toeristenverkeer.  Want  al  is  het  niet  duidelijk,  
 of  door  den  hotelhouder  van  den  hoogen  prijs,  dien  deze  
 voor  paarden  en  koelies  als  monopolie-houdend  bemid-  
 delaar  van  den  reiziger  vergt,  een  dragelijk  deeltje  aan  
 den  inlander  wordt  afgestaan,  daar  waarschuwt  voort-  
 durend  het  „Kassi  presen”  van  den  gids  of  koelie,  en  
 het  duidelijke,  niet  belangelooze  advies  van  den  hotelhouder  
 U  voldoende,  dat  ge  aan  het  eind  van den  tocht  
 een  fooi  geeft,  die  in  den  Preanger  bijna  de  gezamen-  
 lijke  kosten  zou  dekken zonder den welwillenden tusschen-  
 persoon! 
 Naar  den  Penandjaän  (2780  M.). 
 De  belangrijkste  tocht,  dien  ik  me  had  voorgenomen,  
 was  het  beklimmen  van  den  Penandjaän.  De  gewone  
 tocht  naar  den  Bromo  gaat  meest  over den Moengalpas  
 naar  de  groote  Zandzee  om  den  krater,  maar  uit  de  
 ingewonnen  verhalen  kreeg  ik  den  indruk,  dat  voor  den  
 natuurliefhebber  om  verschillende  redenen de Penandjaän  
 te  verkiezen  is  boven  het  bezoek  aan  de  Zandzee  zelf.  
 Deze  berg,  de  noordelijke  en  tevens  hoogste  top  van  
 den  grooten  ouden  kraterrand,  stijgt  n.l.  nog  400  M.  
 hooger  op,  dan  de  Moengalpas  (2355 M.),  is  tot  op  zijn  
 top  rijk  begroeid  en  veel  minder  bezocht,  en  geeft  
 bovendien  de  geheele  Bromogroep  in  vogelvlucht  te  
 zien.  De  verzekering,  dat  van  dien  bergtop  in  körten  
 tijd  minstens  25  bloeiende  plantensoorten  waren  mee  te  
 brengen,  werd  onder  de  gasten  voor  onmogelijk  ge