
 
        
         
		wrfSf » < t VIT»  f  ' 'U’l’ T /KJ?-"  //?  JWrW/f. JL iii 
 JSfAAR  TOSARI.  IO 9 
 o-elooven,  dat  deze  verschillende  tafreelen maar  op  enkele ö  7 
 uren  afstand  van  elkaar  zijn  te  vinden.  En  zelf  moet  
 men  die  tochten  gemaakt  hebben  en  met  elke  honderd  
 meter die wisseling hebben waargenomen,  om te gevoelen  
 welk  genot  er  voor  ieder  wandelaar  op  zoo'n  tocht  
 wordt  aangeboden,  maar  bovenal  welke  waarde  er  voor  
 den  onderzoeker  in  gelegen  is  in  de  natuur zelf te kunnen  
 lezen  welk  een  verschillend  resultaat  door  verschillende  
 levens omstandigheden, in het bijzonder door verschillende  
 temperatuur,  wordt  te  voorschijn  geroepen. 
 Bij  het  vertaten  van  Poespa,  Staat  men  aan  het begin  
 van J u n g h u h n ’s   tweede zone, en komt tot Tosari wandelend  
 tot  even  in  de  derde  zone,  Maar  nu  is  de natuur  in  het  
 Tenggergebergte op deze hoogte, ja  zelfs tot 2000 M. hoog,  
 zoo  ingrijpend  door  de  sterke  cultuur  van  den  bodem  
 veranderd,  dat  het  moeite  kost  te  begrijpen,  hoe  haar  
 voorkomen  zou  zijn,  als  de  mensch  hier  niet  zoo  sterk  
 zijn  invloed  had  doen  gelden,  en  om  een  idee  hiervan  
 te  krijgen  is  men  aangewezen-  te  letten  op  kleine wilde  
 plekken,  die  hier  en  daar  gevonden  worden.  Bij  Poespa  
 al  beginnen  de  oude  bekenden  van  den  Gedeh  zieh  te  
 vertoonen  tegelijk  met  de  meer  opwekkende  atmosfeer  
 van  het  bergland.  De  weg  gaat  00k  steiler  omhoog,  is o  00  ö1 
 meest  beplant met Tjemara’s,  en diepere dalen  en forscher  
 berghellingen  maken  het  land  meer  aantrekkelijk. 
 Längs  den weg  bloeien  de  gespoorde  rose  bloemen  van  
 Impatiens,  die  mij  dezelfde  scheen  als  op  den  Gedeh  
 (/.  platypetälci).  Er  tusschen  door  groeide  een  soort  of  
 varieteit  met  veel  kleiner  bloemen.  Zou  dit de  zeldzame  
 I .  micrantha  kupnen  zijn,  die  alleen  van  den  Gedeh  
 wordt  genoemd ?  Bij  Poespa  (630  M.)  wordt  Asplenium  
 Ntdus in de boomen gevonden en längs ö  o  den weog bloeiende 
 Solanums,  Polygonum  chinense  en  Bidens. 
 Op  750  M.  hoogte  groeien  Plantago’s  en  Rubus  met  
 groote  witte  bloemen  (waarsch.  R .  rosaefolius).