
 
        
         
		Arto carpus  inte g ì ifoh a  ;  N a n g k a ;   (Artocarpaceae). 
 Vruchten wel  tot 40 c.M. lang, verlengd-ovaalvormig;  
 van  buiten  gelig  groen,  dicht  met  aaneensluitende  
 puntige  knobbeltjes  bezet ;  van  binnen  gelig-wit vrucht-  
 vleesch.  Boom  tot  25  M.  hoog,  00k  wild  in  O.-lndie. 
 Averrhoa  B ilim b i;  B l imb i n g   à s em;  (Oxalidaceae). 
 Deze  besvrucht,  10—12  c.M.  lang,  is  scherp  5-ribbig  
 en  van  buiten  geel  gekleurd.  Lichtgeel  sappig  vrucht-  
 vleesch,  dat  bij  deze  soort  zurig  van  smaak  is,  maar  
 bij  de  B l imb i n g   ma ni es  (A .  carambola)  zoet  is.  
 Deze  laatste  soort  is  de  fijnste.  De  Blimbing  is  in  
 Oost-Indie  inheemsgh. 
 Capsicum  annuum;  T j a b é ,   L omb o h ;   (Solanaceae). 
 Een  kleine varieteit van dezen Spaanschen peper is op  
 pl.  1  afgebeeld.  ’t Is  een  van  de meest bekende specerij-  
 vruchten, die op de inlandsche markt worden aangetroffen. 
 Carica  P ap a ya ;  P a p a j a ;   (Papayaceae). 
 Vrucht  tot  25  c.M.  lang,  naar  den  top  dikker  wor-  
 dend, vaak zwak 5-kantig, oranje.  Oranjekleurig  vrucht-  
 vleesch  omgeeft  een  holte  met  tallooze  grijs-zwarte,  
 ronde,  kleine  pitten.  De meerjarige,  boomachtige plant,  
 die  eenige  meters  hoog  wordt,  is  uit  Zuid-Amerika  
 afkomstig.  Pl.  13. 
 Citrus.  Onder  den  inlandschen  naam  Dj e r o e k   worden  
 verschillende  Citroen-  en  Sinaasappelachtige  vruchten  
 in  Oost-Indie  gekweekt.  Pl.  14.  Het  geslacht  Citrus  
 („Agrumi” )  is  echter  typisch  voor  de  sub-tropische  
 gewesten  en  däär  het  hoogst  ontwikkeld.  Daarom  
 worden  ze  hier  niet  nader  besproken. 
 Dui io  zibethinus;  D o e r i a n ;  (Bombaceae). 
 Deze  doosvrucht  wordt  tot  30  c.M.  lang,  bijnä  rond  
 of  ovaal,  grijs-bruin,  dicht  bezet  met  zware  harde  
 stekels.  Het  eetbare,  gelig-witte  weeke  vruchtvleesch  
 omgeeft 2—5  zaden.  Deze vrij hooge boom is inheemsch  
 in  O.-Indfe.  Pl.  1  en  14. 
 PLAAT  6. 
 CANARIUM  HISPIDUM  MET EEN  
 KRANS  VAN  JONOE  BLADEN.