
 
        
         
		onderwerpen  in  ’t  kort  bespreken:  Maär  ik  stel  hier  
 bovenal  op  den  voorgrond,  d'at  ik met  deze  kleurenfoto’s  
 alleen  wilde  aantoonen,  dat  de  kleurenfotögräfie  voor  de  
 tropen  volkomen  geschikt  is.  Dat  ik  dus  geenszins  hier-  
 mede  zou  willen  toonen,  wat  de  kleurenfotögräfie  in  de  
 tropen  kän  bereiken.  Want  dat  is  veel  meer  dan  hier  
 gegeven  wordt,  meer  ook  trouwens  dan  bij  een  zoo kort  
 bezoek  met  velerlei  bezigheden  te  bereiken  was:  Wat  
 de  kleurenfotögräfie  uit  de  tropen  kan  geven,  dat  zäl  
 wel  in  den  loop  der  körnende  jaren  blijken  uit  de  resul-  
 taten  van  hen,  die  in  de  gelegenheid  zijn  rüstig  in  de  
 tropen  te  arbeiden. 
 Kleuren  in  den West-moesson. 
 Er  wordt  wel  eens  gewaarschuwd  o   •  teogen het  bezoeken 
 van Java in den regentijd. Intusschenheb ikgeenerlei reden  
 däar spijt van te hebben. Vooral schijnt het mij toe, dat men  
 op  Java  de  tropen nog  typischer ziet in den natten  tijd dan  
 in  den  drogen,  in  het  bijzonder  omdat  ze  dan  door  de  
 dagelijksch  schoonwasschende  regens nog sterker contrast  
 vertoönen  met  de  droge,  stoffige,  subtropische  landen,  
 waar  de  bootreis  van  Zuid-Europa  tot  aan  den  Indischen  
 Oceaan  doorheenvöert.  Het  is  goed  hierbij  te  voegen,  
 dat  de  tegenstelling  van  natten  en  drogen  moesson,  
 wel  over  geheel  Java  zeer  merkbaar  is,  dat het  contrast  
 in  het  Oosten  echter  zeer  sterk  is  en  naar  het  Westen  
 afneemt,  zoodat  b.v.  te  Buitenzörg  ook  in  den  Oost-  
 moessön  nog  op  verscheidene  dagen  regen  valt.  Nu  ver-  
 moed ik, dat de tropische kleuren op Jav a zeldeh glorieuser  
 zijn  dan  in  de  maanden  November—Januari.  De  kente-  
 ring  in  November  maakt  het  klimaat  voor  het  gestel  
 wellicht  minder  aangenaam,  vaak  drukkend,  a ls :  de  
 regenbuien  niet  willen  doorbreken;  maar  het ‘  begin 
 van  den  regentijd  brengt  verjonging  in  de  natuur,  brengt  
 verschijnselen  van  nieuw  leven.  Dat  klinkt  misschien  
 als  iets  nieuws,  omdat  de  tropische  natuur  nu  eenmaal  
 eentonig  moet  heeten  en  ook werkelijk  vrij  gelijkvormig  
 is  in  vergelijking  met  de  scherpe  contrasten,  die  de  
 gematigde streken  vertoonen.  Maar  ik  durf wel  te  zeggen,  
 dat  het  Middellandsche  Zee-landschap  in  zijn  jaarlijksch  
 vöorkomen  veel  gelijkmatiger  is,  dan  het  Javaansclre.  
 Het .gevoel  van  eentonigheid  wordt  bovenal  opgewekt  
 door  de  gelijkmatig  hooge  temperatuur,  die  in  de  sub-  
 tropen  zoo  veel  afwisselender  is,  en  in  ’t algemeen  door  
 de  gelijkmatigheid  van  het  weer.  En  nu  geven  juist  de  
 eerste maanden  van  den Westmoesson  de meeste variatie  
 in  de  tropische  natuur.  Want  de  regen  spoelt  het  duffe  
 stof  van  de  boomen  en  van  de wegen,  de  regen  doet de  
 Og roene  bladen  weer  blinken  in  de  morÖgenzon  en  verheldert  
 de  fijne  variatie  van  groene  tinten  in  het  tropische 
 löof  (pl.  3,  4.,  iö,  18  en  19):  de  regen  maakt  alle  kleuren 
 brillant.  Maar  de  regentijd  doet  veel  meer.  Hij  schenkt 
 de  atmosfeer  aan  het  landschap,  hij  neemt  de  strakheid 
 weg  en  de  hardheid  van  de  kleuren,  hij  schept  uit rood 
 en  blauw  in  de  wolken  en  in  de  heele  natuur  het  rose 
 karmözijn,  purper,  paars,  lila,  violet  en  indigo  en wascht 
 die  kleuren  met  het  geel  en  groen  tot  tallooze  schakeeringen. 
   De  regen  stapelt  de witte  wolken  in  de  lucht, 
 verzamelt  ze  om  de  kruin  der  vulkanen  (pl.  2,  23 en 24)  en 
 laat  de  verzachtende  schaduw  glijden  over  het  land.  Hij 
 hangt  de  transparante  morgennevels  tusschen  de  hooge 
 boomen en laat de zon fonkelen in kristallen druppels. Maar 
 veel  gröötscher  nog  is  de  werking  van  het water  in  den 
 Westmoesson.  Dan  beginnen  verschillende  boomen  te <_> 
 bloeien.  Sterculia  colorata,  nog kaal  staande,  is overdekt  
 met  den  oranjen  gloed  van  zijn  bloesems  en  krijgt bijna  
 tegelijk  zijn jonge, groene bladen (pl.  3).  De W o e noe ng  
 (Lagerstroemia  Flos-regmae)  is  rijk  versierd  met  zacht