
ENKELE KLEUREN UIT 's LANDS PLANTENTUIN. Iß
rijk aan groene tinten is, maar zeer arm aan bloemen.
Zooais op iedere Stelling, die wat algemeen en wat te
vaak is uitgesproken, kwam ook hier een reactie op, door-
dat in den laatsten tijd wel beweerd werd, dat de armoede
maar schijnbaar was. In verhouding tot de ontzaggelijke
ontwikkeling van groen, dus relatief genomen, was er
wel een gering aantal bloemen; maar in vergelijking
met andere streken zou dat aantal, absoluut genomen,
volstrekt niet gering zijn. Het komt mij voor, dat men
juister doet bij de oorspronkelijke beschouwing te blijven.
Het zou wellicht het eenvoudigst zijn de proef ervan
heel populair te nemen door eens veldbouquetten te laten
maken. Ik denk niet, dat in de laagvlakte van Jav a de
wilde bloemen hiertoe vaak uitlokken en ’t is zeer de
vraag of een Indische veldbouquet een zoo groote ver-
scheidenheid van soorten zou opleveren als een Euro-
peesche. Längs de wegen vallen het meest op: Lantana
camara, een Verbenacee, die uit Amerika in Indie ver-
wilderd is, met rose en oranje bloemen in een scherm-
vormigen aar; de lange, staartachtige bloeiwijze van
P riv a -soorten (Verbenaceae) met kleine rose of donker-
blauwe bloemen; en verder groote paarse bloemen van
Melastomaceeen. Maar vooral een vergelijking van de flora
der spoorweg-dijken in Indie en in Europa wijst duidelijk
op de armoede aan bloemen van de tropische bodemflora.
Zeker zal wel de groote vochtigheid van atmosfeer
met den Sterken regenval de bloemontwikkeling aan-
zienlijk beperken, terwijl die omstandigheden het günstigst
zijn voor vegetatieve voortplanting der soorten, waar-
door tegelijk de bloemontwikkeling en dus de zaad-
vorming zoo veel meer gemist kan worden. Bij een
droger klimaat, waarin vegetatieve voortplanting moei-
lijker is, treden ook gewoonlijk de bloemen meer op
den voorgrond. Xerophyten en hooggebergte-planten
pleiten hiervoor, maar tegelijkertijd ook de Epiphyten,