
 
        
         
		soorten  op  Java  voor,  waarvan  ik  me  Carapa  obovata  
 van  Noesa  Kambangan  herinner.  Deze  boom,  die  tot  
 de  Meliaceae  behoort,  is  direct  te  herkennen  aan  de  
 ontzaglijke  groote  vruchten,  die  als  groote  ballen  van  
 i—2  d.M.  doorsnee  aan  de  takken  hangen.  Verder  zijn  
 de bladen gevind. Terwijl C. moluccensis evenals Avicennia  
 en  Sonneratia  negatief-geotropische  ademwortels  bezit,  
 zijn  bij  deze  C.  obovata  de  wortels  voorzien  van  een  
 scherpen  hoogen  kam,  die  uit  den  modder  opsteekt,  en  
 meest  als  een  breed  golvend  lint  in  den  bodem  Staat.  
 Op  hg.  13  zijn  deze  tegelijk  met  de  knieworteis  van  
 Bruguiera  te  zien. 
 Aegiceras  is  een  struik  met  opvallende  witte  bloemen,  
 behoorena  tot  de  Myrsinaceae.  Het  geslacht  is  genoemd  
 naar  de  hoornachtig  gekromde  vruchten.  De  kiem  groeit  
 00k  reeds  aan  de  plant  verder, maar het zaad springt pas  
 in  het  water  open. 
 Hoewel  nog  verschillende Mangrovesoorten  te noemen  
 zouden  zijn,  wijs  ik  ten  slotte  alleen  nog  op  Acanthus  
 ilicifolius,  een  van  de  aardigste  planten  uit  de Mangrove;  
 aardig,  doordat  het  voorkomen  zoo  geheel  anders  weer  
 is  dan  van  de overige;de  eenige  Acanthacee  uit  de vloed- o   '  o 
 bosschen,  en  bovendien  een  Acanthus,  die  de  bladeren  
 van  den  Hulst  draagt  (fig.  20).  Al  vroeger  had  ik  deze  
 plant  te  Cheribon  gezien,  dicht  bij  Avicennia-boschjes.  
 Na  Rhizophova  mucronata  is  deze  Acanthus  het  best  van  
 steltwortels  voorzien. 
 Overzien  we  de  planten,  die  de  vloedboschvegetatie  
 samenstellen,  dan  valt  eenerzijds  op,  dat  zij  behooren  
 tot  zeer  uiteenloopende  families,  en  anderzijds,  dat  zij  
 vele  gelijksoortige  aanpassingen  vertoonen.  Die  aan-  
 passingen  zijn  vooral  van  drieerlei  aard. 
 iO.  Steltwortelvorming tegen  vloedbeweging,  zoowel  bij  
 Rhizophora  als  Acanthus,  en  zeer  gering  nog  bij  
 Bruguiera. 
 PLAAT  16. 
 DE  BATIKSTERS.