
DE BERGTUIN VAN TJIBODAS ENZ.
frischheid gade te slaan; te zien, hoe uit de grijze nevels
van den nacht door het zonlicht al die kleuren wakker
worden; te luisteren, hoe uit duister en de grauwe morgen-
scheniering het zonlicht weer gelinden wekt, die schallend
klinken door de hooge stille hallen van het oerwoud en
weerkaatsen tegen den bergwand in het dal. Onder die
klanken valt vooral een klepperig geluid op, dat me vaak
deed denken aan den klepperenden klontongd) van den
Chinees: „krok-krok-krrrrr” . Dan een soort Koekoek,
vooral in den morgen: „Ku-koe-ku-ku” ; en de läge tonen
van een duif: „Ko-koj, ko-koj, ko-koj” .
In den morgen verschijnt S a p iin , de oude plantenzoeker,
in het laboratorium. Hij heeft al jaren lang de vele be-
zoekers op weg geholpen om de belangrijkste planten
van het oerwoud te leeren kennen. Gewoonlijk komt hij
beladen met bloemen, mossen, zwammen, die hij in de
vroegte in het bosch verzameld heeft. Hij vermeldt van
allen den Inlandschen, soms ook den Latijnschen naam
en in het woordenboek van d e C l e r c q is dan bij den
inlandschen de wetenschappelijke naam te vinden.
Maar S a p iin wordt een jaartje ouder en nu is hij
meest vergezeld van den jongsten zijner vele zonen, op
wien hij erg gesteld is (fig. io). Dat jonge ventje weet
al heel wat namen; alleen bestaat het gevaar, dat hij
thans vele fout van zijn vader overneemt. Verder zijn
S a p iin en zijn zoon de gidsen op de bergtochten. Hij
wijst op allerlei bijzonderheden in het bosch en kent de
verborgen groeiplaatsen van de zeldzame planten en
houdt deze terecht ook vaak geheim. Is het weer siecht
of wil men uitrusten van vorige tochten, dan heeft
S a p iin altijd genoeg werk voor den morgen gebracht en
geeft het laboratorium en de kleine bibliotheek in de
zitkamer daar voldoende hulpmiddelen voor.
i) Rammelaar, waarmee de Chineesche koopman door de straten loopt.
F ig . 4. Gezicht over het park van Tjibodas naar het Noorden. Rechts blinkt de vijver.