
dus weer ontwikkeld. Men werpe niet te snel een kleuren-
foto als mislukt weg, er is later vaak nog veel van te
maken, ook door kleurenverbeterende lichtfilters. Zoowel
de L um iè re - als de DuFAY-platen bleken uitstekende
resultaten te kunnen geven. De DüFAY-plaat heeft vóór,
soms zeer krachtige, vooral zeer demonstratieve beeiden
te geven, de LuMiÈRE-plaat geeft de kleuren fijner, meer
artistiek en toch volkomen juist, in ’t bijzonder ook de
tinten van het landschap. De LuMiÈRE-plaat is teerder
en er moet wellicht meer accuraat mee gewerkt worden
om nog het goede resultaat te krijgen ; maar de L um iè re -
plaat wordt onveranderlijk goed afgeleverd, zonder fouten.
Die van D u f a y vertoonde dikwijls fouten, roode en
paarse stippels, of doordat een deel van de plaat een
verkeerde tint vertoonde. Ook worden in de D u fa y -
plaat nog telkens wijzigingen aangebracht in de hoop
de plaat daarmee te verbeteren. Aan de LuMiÈRE-platen
moet ik dus hier nog de voorkeur geven. Ook zijn ze
voor het reproduceeren gemakkelijker, daar het drie-
kleurenfilter niet rastervormig is.
Wat den äard van het onderwerp betreft, kan hier
gezegd worden, dat het gemakkelijkst te nemen zijn
voorwerpen, die dichtbij zijn en waarvan de belichting
geregeld kan worden. Verreweg het moeilijkst zijn land-
schappen, vooral om atmosfeer en land beiden tegelijk
goed te krijgen, daar de lichtintensiteit van de eerste
zooveel grooter is. Toch is dit ook, in de tropen best
mogelijk, in weerwil dat daar die tegenstelling van de
helle lucht en den dichtbegroeiden bodem vaak heel
sterk is. Is de bodemhelft van de foto soms te donker,
dan kan deze vaak afzonderlijk heel goed opgeklaard
worden met het neutrale permanganaatbad.
Hiermede zijn eenige opgedane ervaringen medege-
deeld, die wellicht een ander weer iets kunnen helpen.
Nu wil ik het grootste deel van de hier in druk gebrachte