Copernicus, met een loopende Aerdkloot, een fclve uytkomft en
befluyt geeft. Hebbe daerom van des Aerdkloots loop, binnen
den hemel der vafte fterren, met naelating van alle der planeten
hemelen, een befonder toegeruft, van form als volght:
Het onderfte gedeelt is een kruys van vier ofte fes eynden, na
dat het inftrument groot is, ruftende op even lbo veel voetkens
op dat kruys leggen twee bodems, d’een op d’ander; de onderfte,
lijnde de grootfte, op ’t kruys vaft en onroerlijck, heeft in het
midden een wijt gat, daer de bovenfte, lijnde roerlijck, met een
fponding in ftuytende, en ’t voorfz gat deckende, op omdrayen
kan. Buyten de roerlijeke bodem, op de randt van de onroerlijc-
ke, ftaet in ’t rondt een Roomfche Almanach na de nieuwe ftijl,
verdeelt in n maenden , yder in lijn befondere dagen, en daer
nevens de iz teeckenen des Zodiaecx.
Op de roerlijeke bodem is een platte hemelkloot, om daer in
te lien de hemelfche conftellatien en haer vervolgh. Op elck der
voorfeyde eynden ftaet een pilaerken, dragende te famen, aen
hun opperfte, een groote circkel, vertoonende de Zodiaeck, aen
de binnekant geteecként met de i z hemelteeckens, en in ’t midden
der felve de Ecliptica in 3 60 graden verdeelt.
In ft midden der bodems, op een ftijlken, als een gedeelt van
des Zodiaecx as, ftaet een blinekend klootjen, afbeeldende de
Son, vaft en onroerlijck, in ft midden des hemels.
Tuflchen dat klootjen, en de voorfz Zodiaeck, op d’een lijde
van de roerlijeke bodem, ftaet een verheven voetken, en daer
op eenSphxra van verfcheyde citpkèls, diens middelpunt gemeen
is met de fuperlicie van de voorfz Ecliptica (dat is, even
hoogh van de bodem als de Ecliptica, en ’t middelpunt van het
blinekend klootjen) en foo geftelt,, dat wanneer men de roerlijeke
bodem op d’onroerlijcke omdrayr., die Sphana wort dan oock
nevens alle de teeckens van den Zodiaeck omgevoert. het
maeckfel van die Sphxra is dusdanigh;
Het buytenfte fijn vier groote circulen, aen de binnekant van
eender
E N A F D E E L I N G D E R S P H £ R I . jy
eender wijtte en twee kleyne, alle aen een vaft en onder malkander
onbeweeghlijck. De breedfte der vier groote, leggende
gemeen met de fuperficie van de buytenfte Ecliptica, vertoont
oock de Ecliptica, (die wy, om d’een van d’ander te onder-
fcheyden, fomtijdts fullen noemen de binnenfte, d’ander de buytenfte,
) is gedeelt in x z deelen, yder voor eene der 1 z teeckens;
die fijn wederom foo aen de binnen als buytenkant gedeelt elck
in 30 graden. Aen de binnekant fijn geftelt fommige dervoor-
naemfte vafte fterren, met haer namen en fchijnbare grootheden
onderfcheyden, yder nevens het teecken en graed fijner
lengde. Twee van de andere drie, ftaende open neder, deur-
fiiijden malkander boven en onder met rechte hoecken, en d’E-
cliptica in de beginfelcn van Aries, Libra, Cancer, en Capricor-
nus. Het punt van d’opperfte deurfnijding vertoont de noorder,
dat van de onderfte (in ’t verheven voetken gefoneken) de ziiy-
der Polus van d’Ecliptica. D ’een deCer twee opftaende circulen
fnydende d Ecliptica in de beginfelen van Cancer en Capricor-
nus (als de Colurus der Solftitien) is verdeelt in viermacl po graden,
te tellen over wederfijden van d’Ecliptica, opwaert en ne-
derwaert, na de polen. D ’ander, fnijdende d’Ecliptica in de beginfelen
van Aries en Libra, is fonder gebruyek, dient alleen
voor een ftcur.fcl, om d’Ecliptica vlack, en de Colurus recht te
houden(onderbuygen.
^e.fde i een (malle dunne circkel, aen de binnekant van
d andere, is den Equinoftiael; diefnijt de Ecliptica in de punten
van Aries en Libra, en de Colurus, aen d!cen fijde 23 graden
31 minuten van ’t bcginlèl Cancri nae de zuyder polus, aen
d ander fijde even foo veel van ft beginfel Capricorni nae de
noorder polus.
De twee kleyne circulen, leggen over wederfijden evenwij-
ig x met den Equinoftiacl; d’eene 23 graden 31 minuten daer
a nae den noorder Bolus (fnijdende de Colurus, en rakende de
cliprica in t beginftl Cancri) vertoont den Tropicum Cancri;
d’ander,.
Der vd-
fte fier-
ren-
Hemel.
Ecliptica.
Colurus
Solflit lorum.
Circulus
zSEqutuoüialii.
Trcpicü