i' deels
Hï l II
'voorftel.
86 ' T G E B R V Y C K DE R S PHÆRÆ
hangen ) komt aen ’t midden der Colurus, en ftel foo den kloot
vaft; fuit dan fien, dat die io'graed des verticaels komt te ftaen
aen de Colurus 24 graden 18 minuten zuydwaert van de middellijn,
eri datter aen den Equinodiael, tuflchen de Colurus en de
Meridiaen, ftaen 26 graden 4 minuten ; daer mede is gevonden
dat de gefochte plaets is gelegen op de zuyder breedte van
24 graden 18 minuten, en in lengde weftelijcker als Amfterdam
26 graden 4 minuten, maeckende verfchil in de tijdt een uur
44 minuten.
Befchrijf dan een horizontale wijièr na de breedte van 24 graden
18 minuten, die een uur 44 minuten te vroegh wijft, op ge-
lijcke vvijfe als in t 6 i' Voorftel defes is befchreven , die fal over
een komen met foo een voorgeftelde declinerende réclinant, als
in ’t 62e Voorftel.
Om te vinden hoe veel de perpendiculare lijn moet ftaen vér-
fcheyden van de 1 ze uur, na den weften, ( na de befchrijvingh
des 67' Voorftelsdes eerftendeels; ) ftelden horizon in ’t zuy-
den onder den Equinoftiael 24 graden, even aen d’afwijckingh,
enden verticael op den horizon x o graden van’t ooft ofte weft
nae t zuyden, even aen treclineren, en befie, hoe veel graden
dan ftaen, aen de verticael, tuflchen den horizon ende den
Equinoétiael ; fuit vinden 4 graden 25 minuten ; tel die van de
32 uurlijn na den weften, en treek uyt het center des wijfers,
datr over een lijn, als A C ; recht die in ’t loot, de wijfer fal dan
ftaen na behooren.
LX YL V o o r s t e l .
Declinerende Inclimntcn door horizontale te befehrijven.
OM te vinden,op wat oirt des Aerdrijcx een horizontale fu-
perfïcie, gelijck fy aen eene,die,by exempel t’Amfterdâm,
30 graden van ’t zuyden na den ooften afwijekt, en 20 graden
voorwaert overhanghr ; Stel den horizon na de breedte van Amfterdam
,
ME T E EN L O O P E N Ö E N A E R D K L O O T . 87
fterdam, en ( aengefien, door ’t voor overhangen der fuperfïcie,
het Zenith , van de plaets die men foeckt, komt beneden den
horizon) brengh den verticael aen den horizon, aen d’ander tijde
daer tegen over,30 graden van ’t noorden na den weften;keer
dan den Aerdkloot, tot dat de 20" graed des verticaels, van den
horizon , komt aen de Colurus; en ftel foo den kloot vaft; de
voorfz 20' graed des verticaels fal dan ftaen aen de Colurus
y o graden 9 minuten benoorden den Equinodtiael, gevende te
kennen, dat die plaets leyt daer tegen over foo veel bezuyden
de middellijn; de Meridiaen fal ftaen weftwaert van de Colurus,
en tuflchen die beyde aen den Equino&iael 47 graden 9 minuten,
toonende dat die plaets foo veel in lengde ooftelijeker leyt,
makende 3 uuren 8 minuten,dat de Son aen fulck een oirt vroeger
als t’Amfterdam aen de Meridiaen komt. Befchrijf dan een
horizontale wijfer na de breedte van yo graden 9 minuten, die
3 uuren 8 minuten te laet wijft, (gelijck dat licht te verftaen is,
uyt ’tgene gefeyt is, in ’t 61' Voorftel, van eene die te vroegh
wijft) die fal over een komen met foo een voorgeftelde declinerende
inclinante wijfer t’Amfterdam, na uytwijfen van de figuer
folio 84.
Om te vinden, hoe veel de 12' uurlijn, en de perpendiculare
(na de befchrijving des 67' Voorftels des eerften deels) uyt malkander
moeten verfcheyden ftaenjftel den horizon in ’t zuyden,
onder den Equino&iael 30 graden (even aen d afwijekingh) en
den verticael op den horizon 20 graden , even aen ’t inclineren
der fuperficie, van’t ooft ófte weft nae ’t zuyden; fiedanhoé
veel graden dan ftaen aen de verticael, tuflchen den horizon en
den Equino&iael; fult vinden 11 graden 10 minuten; tel die van
de 1 2 uur na den weften, en uyt het center des wijfers treek daer
over een lini als A C , recht die in ’t loot, de wijfer fal ftaen gelijck
’t behoort.
LXVIL