T G E B R V Y C K D E R G L O B E N
Anno 163?. lAnno ififo.
ƒ In de Bok op de Jlinke fchouder,C&pt\3&
'A' r e c h t e fch ouder ---------- -------—
r In V hooft ---------- ---------
J De voorjle in de Jlineke handt --------- -
ElJ ^ De Jlineke knier *---------— ----------
j De rechte knie --------- - ----------
[ De klare in de hals des Serpents —*
f De fleert ----------- ■ ----------
\D e klare op de fchoft ---------- —-
r In de mondt ---------- ----------
K. Op 't been, Scheat
j Op de fchoft-, Marcab
l l n ' t uyterfle des vleugels
^Die in j hooft ----------■
< Inde gordel •---------
{ ln de zuyder voet ------
f De klaerfle in de mondt
WAlT“ -< ƒ» de f eert de noordelijckfle
[.De zuydelïjckjle ----- *—
f De Jlineke voet, Regel ■—
I De flincke Schouder ---------
J De eer fte in de por del -----
♦MON. J J , • J I l/J j De tweede en mtddeljle ■—•
I De derde en laetfle -
'JDerechte Schouder ——
^ Op de dgie, Procyon —
^ Het herte — — - — ---- -
\ ln de mondt, Sirius ---- -
KLIYNE
HOUT.
groote
7*-*5 7 1.4 4 i
83. zo 83. 37 z
zys>. 30 Z5P.40 3 Z38. J4 Z3p. z 3 Z44.18 Z44. 30 3 zyz. 7 zyz. iy 3 Z31. 38 z3 i.y o z
z8z. 13 z8z. Z4 3 2.53.16 ZP3. z8 1
3* i -37 311.49 3
34r- 34 347-45 3
34I-4 I 341. 31 z
35 8.40 358-5* z
357- 357- 37 z
Iz. ip rz. 3 z z
z j.1 6 zy.40 z
• C K E N S .
40- 5I 41. z z
0. 16 0. 18 3 6. 18 6 .16 3 74. 18 74 .19 i
76. z6 76.38 z
78. Z5 78.36 1
•79.2.8 79. 39 1
lo
6 00
80.48 4
85.55 84. 7 z
110. 5 1 10. 17 z
137. Z7 137.48 z
97- l 6 9 7.16 I
XX. V oor-
■ ■
XX. V o o r s t e l .
Te vinden met wat graed van d'Ecliptica yder Jlerre aen den meri-
diaen komt, ofte boven den horizon ryjl, in de rechte Sphara.
DEfe wereking is die van de rechte afcenfie Teer gelijck, heeft
alleen dit onder fcheyt, dat men in plaets van de Equino-
diael neemt de Zodiaeck, by exempel: De groote fter Ar&urus,
breng ick aen de meridiaen, en vinde te gelijck daer aen den
tweeden graed Scorpii, daer mede rijft die fter boven den horifon,
en gaet daer mede onder, in een rechte Sphsera.
XXI . V o o r s t e l .
Met wat graed des Zodiaecx yder Jlerre op en ondergaet in een
fchuynfe Sphara.
STel de polus aen de hemelkloot na de breedte van u voorge-
ftelde plaets, en brengh foodanigen fter als ghy begeert aen
den horifon in ’t ooft, fult foo lien wat graed van de Zodiaeck
daer te gelijck aen den horifon is , en met foodanigen fterre
rijft: breng daernae die fter in ’t weft aen den horifon, fult aen
de felve fien den graed des Zodiaecx, met welcke die ondergaet.
XXI I . V o o r s t e l .
T ’allen tijden van den jare te vinden,op wat uyre de Son op en onder-
gaet op allerley breedten.
NEem een plaets op feeckere breedte, als Amfterdam, (die,
voor alle andere, tot voorbeelt kan dienen) en onderzoeck
op wat uyr de Son aldaer op en ondergaet, op den 3 o en Iulii. Stel
de kloot eerft na de breedte van Amfterdam met de noordpool
verheven yz graden z 3 minuten, de Son op die dagh lijnde
K ( door ’t