K O R T B E G R Y P
des Eerften Boecks*
van de
TOERVS T ING en AFDEELING
D E R G^L O B E N,
Vervaet in acht Hooftftucken.
HEt Eerfie, van de Circulen, buyten om de Globen, die bey-
den gemeen.
Het Tweede, van de Circulen op de Hemelkloot.
' Het Berde, van de Circulen op de Aerdkloot.
Het Vierde, van verfcheyde af de dingen der Landen.
Het Vijfde, van de fier r en , haer onderfcheyt, benaming, en afdee-
ling.
Het Sefie, van de beweging der vafie jlerren-Hemel om des Zo-
diaecx as.
Het Sevende, van de ganck der Sonne in dl Ecliptica.
Het Achtfie, van den Horizon.
E E KE
e r s t e H o o f t s t v c k .
Van de Circulen, buyten om de Globen >
die beyden gemeen.
I. Wat de Globus fy.
At de Griecken Spharra , de Duytfchen
Kloot heeten, noemen de Latynen Globus.
Doch is dat Latyns woordt in dusdanige
handel den Duytlchen foo gemeen, dat het
foowël, ja beter, als het Duytfche felve ver-
ftaen, en derhalven by ons fondcr onderfcheyt
gebruyckt, wort.
De Wiskonftenaers befchrijven de Globus te fijn een vaft:
gantfch lichaem, aenalle fijdenront, in eene fuperficie bevangen,
van wekkers middelpunt, alle rechte linien, getrockentot
alle plaetfen aen ’t buytenfte vlack, even lanck fijn.
Op fulcke twee onderfcheyden Globen , wordt van haer
het Godtlijck wonderwerck deWerelt, gelijck van de Architecten
een groot gebouw , in een kleyn begrijp , gelijckfor-
migh afgebeelt. Ick fégh gelijckformigh; niet alleen, om datfe
na gelijekenis van hemel en aerde ront fijn: maer om dat in d’ee-
n e , den hemel, met de fterren in hare ware geftaltenis, orden,
en onderfcheyden fchijnbare groote; in d’ander, d3Aerdkloot,
met alle fijne landen^ eylanden en wateren, ( als nae ’t leven)
vertoont worden. Om welck alles daer op verftaenlijck voor
oogen te (tellen, en af te deelen, op feeckere maet, na reden
van hare groote; fy hebben daer toe, door neerftige opmerc-
kingen, bedacht, foo daer buyten om , als op , verfcheyde
groote en klevne circulen. Groote circulen worden genoemt
foodanige, wiens middelpunten gemeen fijnde met des kloots
middelpunt, de felve op ’t dickftc ommeloopende; die, als oock
haer felve onder malkanderen, altijdt in twee even gelijeke dee-
A 3 len