L I X. V o o r s t e l .
Rechte Verticale wijfrs door Horizontale befchrijven.
IN 5tbefchrijven derSonnewijfèrs ftaetaen temercken: dat
een rechte verticale fuperhcie met een horizontale, onder een
felve Meridiaen 90 graden in breedte verfcheyden, evcnwijdigh,
en, tenaenfien van den Hemel, gelijck fijn; als een verticale
op de noorder breedte van 52 graden, en een horizontale op
de zuyder breedte van 3 8. E n , aengefïen Horizontale wijfèrs op
gelijcke breedten, foo benoorden als bezuyden de middellijn,
(foo veel aengaet het befchrijven der uurlijnen) malkander oock
gelijck fijn : foo volght, dat wanneer men een Horizontale
befchrijft, op de breedte van 38 graden, donder aenfien van
noorder ofte zuyder breedte ; die is (foo veel deuurlinien aen-
gaet) gelijck een verticale op y 2 graden; defgelijcks een horizontale
op de breedte van 60, gelijck een verticale op 30, en
M E T E E N V A S T E N A E R D K L O O T . 133
foo voort. Daer uyt is voordér bekent, dat een horizontale
en verticale op de breedte van 43 graden, malkander gelijck
fijn. Alleen is hierin tegebruycken dit ónderfcheyt : dat men
de getallen, die in de horizontale, op noorder breedte befchre-
ven, vallende te.tellen van 4e rechte handt nae de flineke, omkeert,
en tellen doet van de flineke na de. rechte handt; enter
contrarie. f
L X. V o o r s t e l .
Verticale wijfèrs declinerende van V zuyden,te befchrijven.
OM , by voorheek, een wijfer te befchrijven op een muur
t’Amfterdam, die 3 5 graden/van ’t zuyden nae den weften
afwijekt; treek daer op een linie evenwijdigh met den horizon,
als, in de figure hier
nevens, D A B , en
uyt A een halve
circkel B C D ,
deel die , ; door
een perpendicula-
rc, als A C , (die
voor de 12' uure
lal diénen) in twee
quadranten , en
elck in po graden.
Stel de Pollis aen
den kloot verhe-,
ven, na de breedte van Amfterdam, 5 2 graden 23 minuten, eene
der Coluren onder den Meridiaen, de wijfer op de 12e uure, en
het onderfte eynd van de verticael (het opperfte aen ’t Zenith
yaft fijnde) op den horizon, foo veel de muur van ’t zuyden na
den weften wijckt,3 y graden van ’t weft nae ’t noorden; Keer dan
de kloot na den weften, tot dat 1 y graden van den Equator door
I I R 3 den