Van.de verfcheydenheyt der,Sonne-mjfèrs.
DE ‘Sonnewijfers (ofte, om beter tefeggen, Sonne-uurwijfers)
worden onderfcheyden voornaemlijckin twee geflachtcn:
Hangende en Vafie-, Hangende, fijn, die men aen de handt hangende,
en tegen de Son ofte fterren keerende, en daer uyt de uure des
daeghs ofte des nachts bekent welcke fijn foodanige, daer men
Pinnacidia ofte vifieren op gebruyckt, om,ofte de ftralen der Son-
ne daer door te laten fehijnen, ofte, om met d’ooge daer door te
fien op eenigh hemels licht; als Aftrolabien, Cylinderen, Qua-
dranten, Aftronomifche ringen,uur-ringen,en diergelijcke. Vafie,
die niet gehangen, nochte beweeght, maer vaftgeftelt worden ,
en, door de fchaduw van een vaftftaende ftijl, de uuren des daeghs
aenwijfen. Die fijn wederom tweederley; d’eene, op fuperficien
die v lack; d’andcr op fupèrficien, die oft klootwijs-, ófte van andere
form, rondt ofte hol fijn.
Alle diefoorten vain Sonnewijfers te befchrijven, en op hoé
menigerley wijfc die gemaeckt konnen worden (dat alleen een
groot boeck foude vereyffchen) en is tegenwoordigh mijn voornemen
niet; maer alleen, hoe men allerleye, op vlacke fuperfi-
eien, door de Globen fal maken j ’t welck, als het fondament van
dien handel, wel verftaen fijnde, yder, in de Meetkonft en Re-
kenkonft ervaren, fal daer uyt licht konnen begrijpen, niet alleen
hoe hy d ie, maer oock alle andere foorten, foo met linien als
door getallen, nae fijn begeereh, fal mogen befchrijven.
De Sonnewijfers op vlacke fuperficien fijn veelderley, die men
met namen onderfcheyt, na de circulen des Hemels, waer mede
die vlacken evenwijdigh fijn, gelijck:
Horizontalen, worden genoemt foodanige, die waterpas, dat is
met den Horizon evenwijdigh leggen, en met hun vlack het Ze-
nith aenfien.
Verticalen, die winckeltecht van den horizon op ftaen: die fijn
tweederley, rechte en afwijckende.
J. Rechte
. Réchte verticalen, fijn die evenwijdigh ftaen met de verticael
eirckel, die daer gact door k Zenith > en de punten van ooft en
weft aen den horizon: die fijn wederom tweederley; d’een tegen
’t zuyden, d’andér tegen ’t noorden. m
Declinerende ofte afmjckende Verticalen, die van t zuyden ofte
noorden afwijcken na ooft ofte weft, en evenwijdigh ftaen met
een verticael circkel, gaende door ’t Zenith tot op den horizon,
buyten de pun&en van ooft en weft; gelijck recht ftaende muu-
ren,tegen ’t zuydweft, zuydooft, noordpoft, ofte noordweft, meer
ofte min van ’t zuyden ofte noorden afgeweecken.
Reclinanten en Inclinanten, fijn elck tweederley; rechte, en declinerende.
Rechte Reclinanten, fijn, die, gelijck de rechte verticalen,
recht teoen ’t zuyden ofte noorden ftaende, uyt het Zenith,
ofte van ’t zuyden ,. ofte yan,’t noorden , achterwaert overhangen.
, , ' ,
Rechte Inclinanten, fijn, die tegen ’t zuyden ofte noorden, contrarie
de reclinanten, voorwaerts overhangen.
Declinerende Reclinanten, fijn, die van ’t zuyden ofte noorden ,
na ooft ofte weft afwijckende, achterwaert overhangen, gelijck
het opperfte der huysdaeckên, tegen ’t zuydweft, zuydooft,
nëordweft, en noordooft, meer ofte min Van t zuyden ofte
noorden afgeweecken.
Declinerende Inclinanten, fijn, die van t zuyden ofte noorden
na ooft ofte weft afwijcken, en , contrari als de reclinanten, voor-
waert overhangen, gelijck het onderfteder huysdaecken tegen
Jt zuydweft, zuydooft, noordweft1, en-noordooft, meer ofte min
van’t zuyden ofte noorden.
Pquinottiaelwijfers, fijn tweederley, en worden befchrevcn op
een iuperficie evenwijdigh ofte gemeen met den E'quino£tiael,
d’éene boven, fiet met fijn vlack de noorder pool, d ander onder,
de zuyder pool, aen.
AJeridiaenwijfèrs, diens vlacken ftaen recht op den horizon,gelijsk