38
X L V I .
X L V I L
X L V I I I
X L I X
L.
L I .
L I L
L U I .
L IV .
L V .
L V I .
L V I I . *
L V 111.
De tittyenjiê van den opganck der Senne gerehent wor-
den, t’allen tijden te vinden. / 102
De ongelijcke uur e n , die men Planeet-uuren noemt ,foo
■ van den dagh, als van den nacht) te vinden. 102
Tè vinden, over wat oirt des Aerdkloots de Son in
V Zenith (laetyop alle voorgefielde lijdt. 107
Te vinden, op wat plaetfen des Aerdrijcx de Son aenden
' Horizon ftaetfoo in ’t op als ondergaen,op alle voorgefielde
tijden, ’/ fy des daeghs ofte des nachts. 108
Te-vinden door defihijn der Sony aen wat plaetfen des
Aerdkloots de Son aen den horizon fiaet 5 foo in V op
als onder gaen,t’allen tijden des daeghs. 109
Te vinden, op hoe veel verfeheyden plaetfen , foo op
eenderley als verfeheyden lengden, de Son even
hooghJlaet, op eenfelve lijdt. 11 o
De Planeten op de hemelkloot te fe ilen , en die daer door
te leer en kennen. 1 1 3
De i z Huyfen des Hemels op de Globe te vinden. 1 1 6
I I.
T J Et rechte zuyden en noorden te vinden. 124
Het afwijcken, achter, en voor overhangen, van alle
fuperficien te vinden. 12 6
Ten horizontale Sonnewijfer te b e f brij ven. 128
Rechte Verticale Sonnewijfers tegen V zuyden, befchrijven.
130
Rechte verticale wijfers tegen ’t noorden. 1 31
L IX . Rech-
L IX .
L X .
L X I .
L X II.
L X I I I .
L X I V.
L X V.
L X V I.
L X V 1 1.
L X V I I I .
L X IX .
L X X ,
L X XI.
L X X 1 1.
l X x i i i ,
Rechte Verticale wijfers door Horizontale te befchrj-
ven. 13 ^
Verticale wijfers declinerende van 't zuyden te befchrijven.
. ,. . 133
Verticaele wijfers declinerende van 't noorden. 136
Declinerende Verticael wijfers door horizontale te be-
fchrjyven. *36
Rechte Reclinanten en lnclinanten te befchrijven. 140
Declinerende Reclinanten te befchrijven. 141
Declinerende lnclinanten te befchrijven. 143
Declinerende Reclinanten en lnclinanten tegen ’t noorden
te befchrijven. 145”
Declinerende Reclinanten door horizontale te befchrijven.
146
Declinerende lnclinanten door horizontale te befchrijven.
148
Ecjuinocliael wijfers te befchrijven. 130
Meridiaen wijfirs te befchrijven.
Polare wijfers te befchrijven. *;,3
I I I.
T ) Ekentfijnde 7 ver fchil der lengde en de breedte
■ I J van twee plaetfen , op een felve breedte gele-
g en , de kromftreeck en verheyt van dl een tot
dlander te vinden. ij'6
Rekentfijnde de verheyt en breedten van twee plaetfen
op een fe lv e breedte; te vinden haer kromflreek
en