148 'TG E B R V Y C K DE R G L OBEN
trockenfijn. Tel noch van de lini A E 24 graden 18 min. even
aen de voorfeyde zuyder breedte, tot in FL, en uyt A daer over
een lijn. A Ffemeen ander uyt F winckekecht op A E ; zoo een
driehoeck als A F E , del op A E rechthoeckigh van de fu perfide
, de fchuynfe iijde A F lal de ftijl verftrecken. Dewijl, in alle
declinerende reclinanten, de n e uurlijn niet en mach llaen per-
pendiculaer,maer gekeert na den ooften,in declinerende na den
wellen; en na den weden in declinerende na den ooden| Soeck
hoe veel die in delen moet daen nae ooden,aldus : del den Equator
boven den horizon verheven 24 graden, even aen d’afwijc-
king, en den verticael (met het opperd aen ’t Zenith vad lijnde
) met het onderde eynde op den horizon 10 graden, van ood
ofte wed na ’t zuyden, even aen ’t achteroverhangen, en belie
hoe veel graden dan daen aen de verticael tudchen den horizon
en Equinochael, lult vinden 4 gr. 2 5 min. tel die van de 1zc uur-
lijn na weden, en treek daer over uyt A een lijn, als A C ; keer de
fiiperficie dan, dat A C daet recht in ’t loot, alle de uurlijnen dillen
daen na behooren, de dijl A F gedreckt recht tegen de pool,
en met lijn fchaduw de uuren aenwijfen.
L X V r i l . V OO R S* T E L.
Declinerende Inclinanten door horizontale befchrijvén.
T E vinden, op wat oirt des Aerdrijcks ecn luperficie, die, by
voorbeelt t’Amderdam, 30 graden van ’t zuyden nae den
ooden afwijekt, en 20 graden voorwaert overhangt, ;( als in het
6ze Voordel befchreven) een horizontale'gelijck ly ; del de
polus na de hooghte, en de Colurus aen den Meridiaen.; maer,
aengeden het Zenith van de plaets die men foecken moet, van
’t zuyden nae den ooden, komt onder den horizon : zoo del de
verticael , tegen over de afwijeking , op den horizon van
’tnoorden na dén weden 30 graden, en daer by op tellende
20 graden, even met het overhangen, maeck daer nevens op de
kloot
kloot een dip; fult foo gevonden hebben een oirt, verfchillende
inlenghde 180 graden, foo veel benoorden, als het begeerde
is bezuyden de middellijn; keer daerom de kloot na weden,
tot dat die dip gaet door de Meridiaen in ’t noorden, tot weder
daer aen in ’t zuyden; fult dan lien twee dingen: het eerft,
dat die dip daet aen de Meridiaen yo graden 9 minuten benoorden
de linie, gevende te kennen dat dat oirt gelegen is foo veel
daer bezuyden; het tweede, dat, in ’tomkeeren deskloots,
227 graden 9 minuten van de Equinoótiael deur den Meridiaen
lijn verloopen; treek daer af 180 graden een halve circkel, daet
blijven over 47 graden 9 minuten voor ’t verfchil der lengde,makende
3 uuren 8,f minuten, dat de Son op fulck een oirt eerder
aen de Meridiaen komt als t’Amllerdam. Refchrijf dan, door ’c
62* Voorlid, een horizontale wijfer, op de zuyder breedte van
yo graden 9 minuten,die 3 uuren S^minut. te laet wijftjfult vinden,
dat de Colurus den horizon in ’moorden deurloopt,van de
Meridiaen na ooften, voor de i2 e"uure, 39 graden 36 minuten ;
voor de een uur namiddaghs, 5 y graden 28 min. voor de tweede
uur,73 graden 27 minutenjvoor de derde uur namiddaghs^ 2 graden
48 minuten,■
voor de vierde,
u i grad. y4tni-
nuten;voor de elfde
voormiddaghs
2y grad.4yminu-
tenjvoordethien-
de 13 grad.20 minuten;
voor de negende
een graed 39 minuten. Van
de Meridiaen nae
den wellen; voor
de aehtfte, 9 graden y<? minuten; voor de levende,22 grad. 2 mi-
T 3 nuten %