T G E B R V Y C K D E R G E O B E N
den Meridiaen ioöpen,ófte,dat de wijfer toont een uur na de middagh
• Bëfie dan, waer de Cölums den verticael deurfhijdt, fult
vinden 9 graden y 2 minuten van ’t Zenith;tel in ’t cene quadrant
foo veel graden van C n a B , t’eynden die telling maeckeen ftip,
en treek daer over een lïjnuyt A f die lal dienen Voor de een
uur na middaghs: keer daetna de kloot, tot dat noeh ry graden
van de Equator na ’t welt deur den Meridiaen loopen, ofte dat de
wijfer toont twee uuren na de middagh, en befie waer de Courus
dan den verticael fnijt , fult vinden 18 graden 3 minuten; tel die
oock van C na B,maeck daer een ftip,en treek daer deur yen linie
uyt A, die lal diénen vóór de tweede üür na middaghs. Opgehje-
ke wijs doet met de ander namiddaghs uuren, fult vinden, dat de
Cólmmsden vetticael lhijt, van 't Zenith nederwaert / voor de
derdes, aygraden 5 7minuten; voorde vierde, 33 graden 27
minuten; voor de vijfde, 42,1 o ; voor de felle, f y j i ó ; éh vóór dé
fevende , ,.,6^ 474 tel die, elckalsde twee veorgacnde, van C na
B , en uy t A treek linien deur de punten ten eynden elcke telling
j fult lbo gevonden hebben alle dc namiddaghs uurlinien,
die foodanigh een fuperficie kan begnj pen. O m de voormiddaghs
uuren'té vinden, breng den verticael aenj de ooftfijde van de
Meridiaen, met het onderfte eynd op den horizon, fbtrvèel vaïi
’t ooft nae ’t zuyden, als de muur afwijclct Van ’t zuyden na dén
wellen ( in defen 5 y graden) de Colurus weder onder den Meridiaen
, en de wijfer op de 12' uure. Keer dan de klootnae den
ooften , tot dat 1 y graden van de Equator door den Meridiaen
loopen, ófte dat de wijler toont de elfilè uur voorde'middagh, en
belle waer de Colurus den verticael fnijdt, fult vinden i j graden
12 minuten; tel foo veel in ’t ander quadrant ,• van C na D j en
treek uyt A daer over een lini, die lal dienen voor de elffte uur.
Keer daerna de kloot voerder, tot dat noch 15 graden van den
Eq uator door de Meridiaen loopen,©fêe de wijfer toont 10 uuren,
en lie waer de Colurus dan den verticael fiiijt ,foik vinden van het
Zenith nederwaert 5 2 graden 20 minuten. Doet foo voort met
de
de reftcrende uuren, fult vinden voor de negende, y 8 graden
y4 minuten; voor de achtfte, 88 graden 12 minuten; tel die, gé-
lijck de elffte, van C n a D , en treek uyt A (ten eynde die telling
en) linien, foo fullen alle de uurlinien, diefulck een wijlèr kan
begrijpen, voltrocken lijn. 7
In dufdanigh een wijfer, afwijckende van ’t zuyden, en mach,
de ftijl niet Winckelrecht over de 12' uure, noch op gelijeke
hooghde,als op een rechte verticale, maer over een ander linie,
en anders, verheven worden. Om fulck een linie (die men noemt
fubftilaris) daer de ftijl, op ’t naeftaen de fuperficie, over gerecht,
en hoe veel daer boven verheven, moet worden, te vinden
: keer de kloot tot dat de Colurus den horizon roert, even
foo veel van de meridiaen in 5t zuyden, als de declinatie van de
fuperficie (3 y graden) na den wellen ; ftel de kloot foo vaft; over
wederfijden aen deri horizon, tuftchen de verticael en Colurus,
ftaen dan 90 graden, overfuleks doorfnijden die malkander met
rechte hoecken: Sie dan na twee dingen; hoe veel graden daer
fijn aen de verticael, tuftchen het Zenith en de Colurus; ; en hoe
veel aen,de Colurus, tuftchen de vetticael en de Pool; zult vinden
, voor ’t eerfte, aen de verticael, tuftchen het Zenith ende de
Colurus, 23 graden y 1 minuten, voor de diftantie tuftchen de
fubllilare linie ende de 1 ze uure; tel daerom, in ’t eene quadrant,
van C na B 23 graden y 1 minuten, en uyt A treek daer over een
linie,als A E , dat is de fubllilare; daer de wijfer winckelrecht over
geilek moet worden : voor ’t tweede, maeck op de Colurus een
l ip , ter plaets daer die van de verticael wort doorfneden (dewijl
die niet, gelijck de verticael, in graden verdeelt is ) en
keer de kloot,tot dat die Hip komt onder den meridiaen, fult vinden
tuftchen die Hip en de pool 3 ö graden, voorde verheffing
van de ftijl; tel daerom van de fubllilare lini A F 30 graden naB
tot aen H , en treek van A daer over een linie als A F , en een ander
winckelrecht van de fubllilare als E E ; Een driehoeck
dan, gelijck A E F ,’ gerecht op die linie A E , de fchuynfe fijde