DAar zyn in de Luchtdamp, die alder-
Iclioonüe Schouwburg der Luchtverfchynzden,
wondcrc dingen cn wondenverken,
vele vvondcre zalcen voor wondervverken
erkend. Hier zuit gy zo veele VV ysgeeren
menigmaai zien , als Aanlchomvers, ja
bynazo veele Profeeten, dewelke iiyc alle
zeldiaamcVerfehyningen ookvantoekomende
dingen te oordeelen en waar te zeggen
weeten. Hier gaat, zelfs de alderonwecenile
te werk als ecnNatiiurkundige, ecn Schilder,
een Waarzegger , uyt alles weetende
alles te verbeeldenen teverzieren. Daarzyn
'er zelfs, dat te verwonderen is, die anderszins
zeer geleerd, in deze fclioole der Luchthemelingen
de aldergroottte Weetnieten zyn.
Wy verkecrcn in ecnen Winkel , ofopeene
Schouwburg, waar op alleen zelfs maar
de weiromkaatzingen der flraalen door eene
dikke Wölk, Luchtdamp, vertoonen Reeden,
SpicJTcn, Zwaarden, geheleHeirlegers,
Grafftecden en andere dingen van dicrgelyk
zoort, dewelke aanftonds, zoals zy verlchynen,
door de gehele bewoonde Weereld wor -
den verfpreid, de bladender Nieuwe Tydingen
opvullen, in de binnenfte Geheinivertrekken
indringen, cf veel ecr inkruypen,
ende de Predikftoelen der Kerken beklimmen.
Ten voorbeeld diend, op dat wy niet
verder afwyken van onze Kolorame, welke'
wy voorgenomen hebbcn te onderzoekcn ,
het Luchtverfchynzel van eene Wolke ende
Vuur op den 3;. Fcbruary 1716 gezien in
het Ztmger Veld, tuiVchen 10 en 11. uuren
des avonds, als eene Vuurhlom rcclit opftaande,
dewelke rondom glanfeh heeft verfpreid
, verfcheenen by gelegenheid van den
Brand in het dorp Lommis, in het 'imgotrcjfihe,
waar van de llraalen door de dikke
Luchtdamp, byzonder van den Irclxlfcben
berg wederom gekaatll, als door cen verrekyker
san de Eglifiuwers vertoond heeft
eenzeldzaam verfchynicl, de 1. I-'iguur, op
dat ik niet melde van dievyerigekolommen,
menigwcrf in grooten getaie, en met eenen
verwonderlyke door een ipelende ondcrfcheidenheld
in de A'iXirA)- MorginfionJ, te
zien, eertyds wondere dingen voorwikkende,
de 11. Figunr.
Maar nu zai cen geheel ander Verfchynzd
opdaagen, inderdaad verwonderenswa:
de ffotk en Vyerhhm, dcwelke, gclyk zy
geweeft is her alderzekerll cn het zichtbaar getuygcnisteken
der tegenwoordigheid GOOS,
in oneindige maten alle de krachten der Natuur
overiicigerd. Dit za! blyken u j t het ondcrzoek
zelf;" het zal blyken, dat dezelvc niet
gewcell hcbbe, het welk Herrn, vanäer Hardt
Efb. -l'hUol. Difc. VI. voorgeeft, de pylaar
vandenrook, geduuriglyk opklimmende van
het V uur des Altaars. Tot zyn voordeel heeft
hy den Kookuyt de Branden van Gebouwen,
by ilil weder, recht op, als eenen Pylaar,
trekkende. Zie daar ecn bewys! Bucht. XX.
40. Tide Oegofi de verheß}tge o}> te gam vait
deßad, als een ptlaarvanroock: als nu Betija^
min achter zieh om zagh ^ s^iet äö ging de
brand der ßaä tp naar den bemel. Dat derhalven
deie kolomme van Vuur niet anders
is geweeit dan het Vuur ende den Rook van
den Altaar des daags en des nachts opryzende,
dcwclke ook zelf een tekcn zoude zyn
geweeit van de Goddelyke tegenwoordigheid.
Dusbcgrypenw7 hctzelveinderdaad,
dat Mojes van plaats mct het leger verande-
WOlk en Vunrkolom n.et den Alvocrd.
Ook 1yd , zo het u beoinüandigheid
gene zwarigheid,
de £n|e/GODl iS, die -mor
het beyr Ifra'éls ging¡ "jertrok ^ ende achter
hen ging: de -esdcken-hlomme vertrok ook •van
haar aangeücbt, endeßnd achler ben. Ende
sy k'watn tnJJ'chen het leger der Egyptenaren,
ende inßchen V leger Ißaels: ende de
•xas te geljke dttyßerniße, ende veren
nacht: zo dat d'een tot den anderen
naderde den ganlfchen nacht. Exod.
9 , 10. Hier kernt de gchcIe Verborgenheid
op uyt, dat het heiligVuur, gcwoon
aan de voorhoede van de Lcgcrplaats
geltelt te worden ende gedraagcn, op deze
reize te rüg geplaatll is gewecli, tullchcn de
eerllc bcnde der Egyptenaren, cn de laatllc
bende der Ifraeliten.
In den Oorfproukelyken Text komt voor
Gnammod, welk woord hier en eiders cen
Tylaar betekcnd, en welcenzodanigc, dewelke
in de geraene ßouwkunde de gebouvvcn
ondcrrende.
de
taar is vei
haagd, dit
do
-.snlcke
hchie Í
XIV.
N A T U U R
onderibit, •>.. Hon. XXV. i-,. i.Kon.
VU.}. enbdlaatdoorgaansuytSteen, Mariner,
Köper, of andere vallerltofle: by aldien
zulks anders wäre, zo zoude een Pylaar
uict beantwoorden het gebruyk, waar toe
dezelve was gefchikt. Maar hier ter plaalze
komt ons een Pylaar 'die vloeibaar is in het
vloeibare , ende nochtans dag ende nacht
onbeweegclyk. door geen geblaas van wmdcn
beroerd, noch door de bitte der zonne
van een verfpreid , niet van de plaats, ten zy
het legerzyndcopgebroken, bewogen: eene
zamenvoeging opgetimmert uyt de vloeibare
Hooidlloffen van Warer, Vuur ende Lucht,
hl de Vryc Lucht opgericht, doch echter op
zekere tyden, op de wyze der Valle lierrcn
in de alderdunlle Lucht gezettelyk bewogen.
Een Luchtverfchynzclyk Teeken aan een !..
dertalrykft Leger gcgeven, dat teneenemaal
met gene andere Luchtverfchynzels icts gemeens
heeft, behalvcn de plaats tot de Wonderwerken,
ofwonderlykcvoorbcduydingen
met recht betrekkelyk. Daarzyn, deOnder.
vinding ons zulks leerarcnde , Luchtverfchynzclen
Waterachtige genaamt ennadrukkelyke,
uyt waterachtige deelen beflaande,
of andere meérnachtige zaken , of ook van
de verfcheidene weeromkaatzmg van de flralen,
K U N D E. 23 5
ken, datgy, HF.KRf., in't miUcn íezfS
•v0lksi.1t: dat gu HlîLRK, vanoige tôt
ooge gezien -csorit, dat «a'f -Jiolckc over ben
jîaet, ende gy in eejie rjuoUken colomme •voor
haar aangezichte gaer des daegs ^ ende in eene
vyer-colomme des nacbts. 1. Kor. X.'. Ik cn
•mil met, Broeàers, dat gy on^-^vetende zyt
onze Vaders aile onder de -A-olke ••jvaren. Ja
dit wil de Plalmdlchter kharlyk TJ. C!^. 39.
Ely hretds eèn •UJokke uyt tôt een âeckjdi ende
•vyer om de ñachí íe -rierlichten. Waar uyt t
gélykblykt, dat deze Kolommeàmlfì-aelit
niet alleen de Wcgwyzer is geweeft, maar
gefproten, van eene zeer körte duuring,
dikwyls komen die fchielyk voor den dag,
en fchielyk verdwyncn dezelve. Voorbeelden
geven ons daar van de Regenbogen, Maan.
klingen, dubbelde Zonncn, dubbelde Manen
Wolken. Maar hier is een Luehtverfchynzel
jaren lang duurzaam , de zodamp
• veranderen de plaats zeer dikwyls in oogenblikken
naar deverfcheidenetochtender wmden,
ja na de vcranderde plaatiingvandeli'I oekykerzelven,
als evcnis aangchaalt. Maar deze
Wölk ende Vuurkolom voor Bouwhecr met
alleen kennende den onveranderlyken GOD,
maar GOD daar in de inwoonder zynde,
blyft dezelve iUndvaftig op dezelve
plaats, en word van dezelve niet bevyogen,
ten zy GOD zulks gebiedende ende wil-
'"Aanbelangende de gedaante endeuytllrckkinf
of de groolte van deze Kolom is er mets
zekers. Den naam eener Kolom heeft zy p -
had, en, naar hetfchynt de gedaante, opden
benedenvoet wyder, van daar mecr mgetrokken,
boven wederom wyder, zo dat zy de
deelen eenensPylaars, den grondflag, den Ilyl,
cn het Hoofdttuk zoude uytbeeldcn. D.t
gcWk het van de Aspunt grooter uytloop
heeft, zo fcliynt ook die Kolon, zieh van boven
zeer te hcbbcn verbrccd , ja millchien
"nakcl als een gedaante des vnnrs, tot i
morgen, vs. 16. Alzo gefihieddet gedm
de •¡¿•iilclie bedekle den zeluen : ende des
was ecn q.edaante des vnnrs. Men zo. ^
zegt heb'bcn , dat deze geheel goddelyke
Lichtgevcr ( waiit meii heeft ook wel natuurclyke
by daaghetgrootlle gedcelte des Legers te
hebbenoverfchaduwt, ende des nachts te
hebben verlieht. Dit magmen befluyten uyt
Nnm.XlV. 14. Enie Z.T z.nllen zeggen tegcn
de in&onderen deaes Unds, die gehoort beb-
>k andere dicnttcn , van het grootfte gewicht
, heeft bewezen in die onvruchtbarc
en brandende Luchtftreckvanhct zandachtig
Arabie, by daag hen heeft befchut voor de
brandende Zonne , des nachts voor eene
Lampe heeft gediend, op dat zy, cn de reizen
voortzctten, en op hun gemakhunnebczigheden
zouden kunnen verrichten.
Ik wcle niet, dat icmant onder de Gcleerden
ccne twederley Kolemniei\i:\i . de cene
van Vuur, de andere van eene Wolke. Zy
is cene en dezelve geweeft, dewclke dan
'naamt word eeue IVolk hlomnie, dan eene
Wolk-kolomme. Want by daag had
zy de gedaante, van cene Wolcke, bynacht
van Vuur. Exod. XL. IVant di-mkkedes
H E E R E N •wasof den tabernakel by dage,
ende V -ußi^r •u>äs 'erby nachte op, -voor de
oogen des gantfchen hnyzes IJraels, in alle
bare reyjen. Bum. IX. I 5. Ende of den dagh
•van bel oprichten des tabernakeU bedeckte de
-wolcke den tabcrnatel of de tente der getuy-
(feniffe : ende in den aiiont •-.^'as over den taberriilyk:
• uKbts
lude ge-
Lichtgevers by daag of van eene
witachtige of van een fchaduwachtlge verwe,
desnaclitsfchynende) vuur geweeft hebbe
met cene V.'olke omwonden Zie Baxtorf.
Hiß. Are. M . c. c 1. Schindler. Lex. Ven'
tali, in Gnatnod bl. 1338. Zo heeft mede
Ezechielgcncn Kaf.l.i- Eemgrooteinolcke,
ende cen vunr daar in vervangen, ende cengla.is
rondom. Hctiszeer vv.iarfchync!yk, datdezc
Kolom des daags nietdikisgeweell, van cene
donkcr-zwarte verwe Cgc'vk die woicken
zyn, die voorbodinncnvanzwarcOnweders)
raaar lichtende, blinkende, gelyk de Maan
is by¿«aídieLichtgcefller oí dat Heme Licht
tot beerichappye des nachts. Gen. L ib. Met
welke deze Wölk- en Vuurkolom vcrgelykt
Galluns de Calilas Syftem. Cosmi 'Dial. L
c. 115. Zo is ook van Joannes gezien Openb.
XIV. 14. Eene •Witte -,£iolcke,endeopde^-.ssolcke.
••^sjns een gezeten des nicnjchctt Zoone gehk.