il G E E S T
ite gedcclte van eene lancc-. By J ^ f
i L a ü ^ e m & ^ A e n A ^ m a een ipielk. of
mit de punt cener fpieHe. 6. Hiermymu,
fecftmeäeG™. XUII cn m te
Beek der Aar»«;, Nechu S/yiäX, o V»-
cerrci. Van het lelve gevoclen v.yn de byr
i m ge«'eeft, dewelke H.rs, en de Arab
e r s , die het G » - » hebbcn verklmrd,
eene algemeene benaraing voor eene bj«ndere
hebbende gebmto. , « ' ' " ' f S " ' '
A H.ßor. Jojefk i.Th. 'I^/'S- \ -
rmai Bocbart Hierofhyt T. I.f. 2.1. Andere
eevoelens hebbende vcrworpen wil,
dat A«»»;/-. de-aelvc lyn mct ge-
Hamt, vfioom. De ktter Thau moetende
& U w o r d e n , g e l y k z c e r d i k v v n s g e c h > e d ,
in Aieph verändert, en wel verfhat hy
llr.mpuol,en. Want i. uit het vermaagictap-
,c woord zo Word de zniverder en kollelyk
rolie, Bcbruikttotdelampenmdcn Ictnpel
en heilige üfferhanden, genaamt k^MfenL
E L Y K E
boomtje Icvert op de U.Figtmr, op het CIL
Piintblad. Dog daar is tegon aangekant, dat
de Baliem is gevallen aan dezezydedcrjordaan
z,mtb , !.<!ßotme ohevm atyven, Ex-o£
YYi'lI 10 'Zmverc gcflotene ohf-oke ,Lev.
i Y/K; 7,ie mede Nuv,. XXFIII. i. 2. De
aldernullle cn pryswaardigte wlcrd gemaakt
door geftampte olie, gclyk tegenwocrdigde
b t o i f v a n die is, de olie uitgeperll u.tverfchc
olyvcn in de oliemodens, heerlykgeel.
xoet en wclrickcnde. j- Dit kenmerkrstoenaliblvk
op alle pUatien, dewelke van de
g i S e n ' ^ v a n d e ' Ä » - / . handelen, gelyk
de tcgenwoordige.om dat de Lgyptenaaren
gel ampte olie tot de alderkoftelykfle zalven
'urXXXiV-^- ^Kon.XX n Ookkonde
dit gefchenk, het welk aan den
Landvortt van E g . i u gezonden heeft, met
uering worden geacht. nadetnaal zelts Ko-
I S g e n hnnne mildadlgheid zullende vertoo-
™en® anderen door een gefchenk van o ,e
hebben vereerd gehad. 1 kon.V.... ^ Krön.
^ \ i o \ - t T z e n , H a r i , rheni«ü^ door eene
lett?rkeer
Aae Hin Word mede gemeld Jerem.VUl.
XLVl. r.. De larmm van
heeft mede hars gelyk ook de Gemeene
cn ome Latynfche Vertaahng Dog
S lord is algemeen. en alle hars mtleverende
boomen eigen, gclyk ook de daar nit
drnipende hars. By aldien gy .ets meer by-
Snderlyk vraagt, gelyk het billyk is te vra-
S n zo brengen vcele nieuwe Uitleggers na
B.lzem en fap van Balzem te voorfchyn,
gclyk mede ome Moedertaal. Htt
, dichtc by '¡n j euch, , n.et ,n
het hnd GikaJ, over de J or daar,-, en dar
S f l k l z em in J«Jea niet bckent .s geweell
voor òalo!«ous tydcn, in dewe ke dczelv^
dcrwaarts gebragt is uit het Ge ukkig Arabie
van de Koninginne van S M a yolgens
A « Jooäfcbe Umh. VlU. Boek 2 taf. Uaar
¿ 1 nadcre geleegenheid voorkomen om yan
dezen flruik en baliem te fprcekcn. De Arabier
heeft ü-vViíí/,gelyk ook deHebreeuwfch-
Hoogduitfche ovcrietting der Joden. Dus
drvven wy op het onzekere, gclyk vvy dikwi
s dobbcren .wanncer wy onderzoekdoen
over de Planten in de H. behnft vermeld.
neemt het in het Boek der ]ooiifihe
oJheden op de aangehaalde plaats op voor
7„ebmthns, Terfenm, gelyk ook tt/^fn«
doet Hm-sPhyt. Uadz.. it^l- 42.3- van welk
«oord , gdyk boven van de Dnakeldeeerlle
woordgreep de aeri vertoonen de III f i -
guur op het Gl ! Printblad
Byna het zelde noodlot ondergaat Ut,
het welk de Grieken, Ontehs, ome Latynfche
itaite overzetten , onze Duitfcl e
Mirrhe. SuBe is ook de aldern.tgelezenl e
en edelfte myrrhe. „ De vettigheid van de
„ verfehe Myrrhe met een wem.g watcrgekleinll,
en door cenwerktiiig mtgedrukt,
!, leer welriekende cn koflclyk, en maakt
van zelfeene zalve , dewclke wor d
. genaamt. Vioúcr. Uh. J. kapj^-í^ PUmm
het XII Boek het 15 kap.„ De Myrrheboonien
„ druipen van zelfs.eirzygefncden worden
een vost SlaBe genaamt,het welke boven al-
',', Ic gefctot word. De oprechte iui i e >steeenwoordig
onbckent, maar daar zyn er,
diedezelve verbaileren, myrrhe m ohe 011tbindende,
het welke zy zali-mvrhe noemen,.
of door konit gemaakt, vvannecr zy
hefdik maken. Zie Í W H,ßo,re ^-Dro-
,„es Lr... m. chap. z.. 'färms befchryit den
Myrrhedragenden Boon. zccr aardlg m dezervoegenop
de aangehaalde plaats. „ De
„ hoogie is tot vyf eilen hoog, n.ct zondcr
doorne, met eenen hardcn en krommen
ll;eel,dikkerdanvandenwierook,enook
, van den wortel af, dan het overige deel.
L hcne gladde flcel, ende haagappeldoorn-
, boom gelyk: anderen hebbenze i^nnw cn
„ cn doornachiig genaamt. Het blad als van
„ eenen olyfboom, dog gekrulder en pun-
„ tig. HetloofalsvanEppekrmt. Anderen
, gelyk van eenen Jenevcrboom, alleenlyk
ruuwer en door doornen onehcn.mcteen
" ronder blad, maar van fmaak als de Jencver
Daar zyn'er zeer vede, dewelke onderfteunt
door het gezag van de Arabieren
de dm,e Styra>: voor de Stalle honden,dewelke
wedcrlegt worden van ßh. Banbm^^
N A T ü U R
Htß.Tlant. L.lX.f.]\-i Zie de 1\' l'iguur
het GII Printblad.
Hetde^er in'zyne Verhandclina^ over de
Cefchiedenh van Jofif Tb. //. en H,lleras
Hieroph-ìt- Tari. f. p. 44.8. bchaagt wegcns
de overeenkomflZ,di/Ä»öw; ccnwelriekend,
harsaehtig, donkergroen gewas,licht week
wordende, vetachtig, euodès, hypnchloron,
eumalakton, libaron by Uioscor. Lib. L kap.
129. het welk de Gelten en de Bokken, als
zy de groene bladeren van eenen flruik, Cifgenaamt,
afceten, met den baard afplnkken
,en door hunne taalje voehtigheid aan de
hairige beenen hangen blyvende, mede dragen,
het welk de inwoonders afkamraendc,
en door cene zeve doorzygende , in potten
doen, en alzo weg zctten ; dog anderen de
koortjes naar zieh hebbende getrokken , veegen
de voehtigheid van de koortjes af, en
doen dezelve beiiollcn tot een dik fmcerzel.
Nog is bet Ladamm tegenwoordig bekend,
cn is tweederlei, vochtig of balzem, zwait,
Beatme mir, het welk week gemaakt cn
door de teems geloopen zynde zy in bkzen
doen, het ander, dat hardcr is, uit overfchot
van het cerile tot broodjes of koekjes
gemaakt Ladatmm en tortis. Tomet Hiß.
de Drogues 'Part. H.pag. jC. beide word het
gemeenlyk in bewierookingcn gebrnikt. Op
het Eiland Kreta vergaderen de Griekfche
Monniken voornamentlyk dezen voehtigen
Balzem, naar de gctuigenis van lietlonms:
dog het kan vergadert worden daar hetwaft,
en dewyl de flruik Ledm, waar van veelerhande
zoorten zyn, op Order zyn befchreven
door Jih. Bmbmus Hiß. 'Plant. Lib. XHI.
cap. 6 , D e V higuur toont aan de Cißtis.
Op de CU Print de breedbladige Kretifehe
Ledoa.
By aldien gy in acht neemt de letterlyke
overeenkomil, zo komt aan het woord Lot
nog nader, de boom Latus, Lotos, „ van
„ eene wydmtgcftrckte grootte , dragende
„ eene bezie, grooter als cenen peperkorn ,
„ zoet, aangenaam in de fpyze, en vopr de
„ maag gemakkelyk te verteeren, Diofeor.
Lib. L c. 171. Door de zoetigheid van welke
vrueht de drieverfpieders vTinVlyfes^erlokt
zynde, niet weder naar het Sehip hebben
willen keeren, ten zy door flagen daar
toe gcdwongen, oordeelende het veiliger te
K U N D E.
zyn, by de l.otoseetcrs te blyven, dan dobr
zo veele omdooBngen en scvaren op zcedagclyks
met Vlyßes te worden gedingert. Ook
is by de Ouden allerwegen op de Gedcnkpcnningen
voorkomcnde beroemt het Epyptifcbe
Lothmkrmd.h^-DmtoridtsbaAKKn
LiklV.c. 114. en hy •Plir.ius Üb-XHI c. 17.
welke ik voorby ga, om dat het niet ten ecnemaal
gelooflyk is , dat de Gileaditifihe
Kooplieden in Egypte gebragt hebben eene
plante, ]n die landlh-eck zeer gemecn , aan
de Rivieren te vinden , Egypte eigen.
Veel minder behooren hier toe andere zoorten
van Lotbm, in de fchriften der Krnidkenncrs
voorkomcnde Zo dat ik , cindelyk,
ten eenemaal zoudc hangen blyven wat
van de Lothus zy te gevoelen, voor alle anderen
het eerite gevoelen de eerfle plaats gevende
wegcns Stalle, tot zo lang ik zekerder
zal onderrechizyn, alhoewelik ook daar
van naauwelyks eenc'andere reden zte , dan
dewelke op het gezag der oude Vertaalders
fleund Het behaagt zckcrlyk betcr danr«--
pentyn,Uet welk de SyrifeheTaalsman heeft;
cn als Kaitanjen, welke de Arabier ons Iiier
opdifeht. Inmiddels wyfl de VI Kiguur het
Lothuskruid,ea de Vll op Printblad CHI ejnen
Egyptifchen Pricfter van de Godinne ?-
ßs met het Loilmshuid op het hoofd.met
eenebroek aan, die Prieflers gemeen, namentlyk
met ccn witte linne lyfrok van de
borü tot aan de voetcn toc. Zie Jfukj. Lib.
XL Met amorph, met de eerflelingcn van blocmen
of vruehten, en Ganzen, .^.Vtocgewyd,
dewelke uit Belhnius'nif ¡y.o^ex Ae Voortrefiblykhcid
en het Gebruik der Gedcnkpenningen
bladz.166. de doorluchtige Spanheim
heeft ingelafeht. Op de kant worden
mede gezien cenigeEgyptifehcMuniflukkcn
de blocm van de Lothus verioonende. Namcntlyk
a. toond van de eene zyde Harpokrates
zyne vinger aan den mond brengende.
en op de Lotbus-bloem zittende, van de andere
zyde l(is de Borflen aan Orus toercikende.
b. Het hoofd van//& gcfleltopeene
waterkruik met het vercierzelvande Lolhits.
c. Twee Draken of bl.ingen , waar van de
eene groote borften hebbende//?/, de andere
Oßns verbecld met de vrueht cn de bloem
Lothus op het hoofd.
c Volk van ISMAEL! ik dagt dat gy alleen
Vit Syrie en (jtliad ioogt naar de Egyptfeßrandcn,
Om de eélfie vrugten, dtegy vittt in nrve landen,
Te venten aan den Nyl-, maar ach! -joat fcbr:kklykheén!
Ve ofinooz'le JOSEPH word «o Koopmanßchap met een.
Hoe fchent ge aan V vry'è bked uw vuige en ßaaffe banden?
Lloet zyne ted're jeugd uw boezem niet ontbranden,
Om met barr/ibartigbetä bem vry te läteni neen,
Q i i Zyn