If I
i
N A T U ü R K U N D E,
/Fáf beider ligt, n^at glans van heer'lykheid
Omringt den (ioel van de Oppermajejleit,
'Dte zynen gloed längs lugt en wölken /j>reid
Met volle ßralen?
Wat oog verdtiùrd dai ongenaakhaar li^t ?
Jch! MOSES, hoe durjt gf het aat/gezì^t
Oßoefeny daar G O D S zetel is geßrgt
In V hemels zdlen ?
Zyn voetbank, uìt S A P H Y R E N opgemaakt,
ìVaar op het ligi mei dubbHen weérfcbyn blaakt,
Vertoond aan u G O D S grootheid zo volmaakt^
Als nooit volpréz^en.
Hoe need'rig leid het Ifraliets ge/Iagt
Van verve voor zyn Hche^per, zo voi magi -,
Dat hy V Heel-Al uh niets heeft voott gebragt
En eerß aoen wézen.
Met wat ontzag, tnet wat verrukktng heeft
De gryze Jood tot in het hart gebeeft,
Daar "G O D zig zelf z%tbaar te kennen geefi,
En doet aanfchouwetii
Zyn goedheid heeft hen alle toen bewaardy
Op dat zyn Naam wierd by zyn volk vertr.
En dat het op zyn byßand, onbezwaard.
Zig mögt vertrouwen s
Ten teken van het heillig Vreiverbond^
Aan Abraham bezegeid met zyn mond,
Waar door de ßam van i S R A t L ontfiond
In vroeger dagen.
Wat glans verbergt dan V hemels Sion niet,
Het geen het oog nooit dan door 't ßerven ziet:
Gelukkig die daar eens de ruß geniet »
Van V aardj
De Saphyr is een onder de weinige Geileentens
in de Heilige bchrift vermeld,
dewelke hun naam en becekenis hebben behouden.
L.aat ten betoge genoeg zyn maar
deze eenige Text , welken wy voor banden
hebben 5 een Text, die niet alleen den naam
opgeeft van den fteen, maar ook de befchryving,
als de Hemd in zyne klaarheidy of als
het lichaam der Hernelen in zuiverheid: was
dat namenllyk dat werk van Saphiren^ dac
Mo/es, Aaron, Nadaben Abthti met de LXX.
Oudllen hadden gezten: welke woordenwel
kunnen worden vevllaah alleen van de zuyverheid
en klaariieid, gemecn aan alle doorfchynende
Gefteentens, maar gevoegelyker
ook worden uytgeÜrekt tot de bhauwe ver-
\ve, om datdehemel» wanneer die helder is,
te gelyk blaauw is, dieshalven is deze verwe
het echte merkceken van helderheid. Deze
Steen Is de vyfde in rang in den borltlap van
Aarotti ook gemeld Exod. XX^JIL i8.
Ì 7 7
XXXIX. n. Hogel. V. 14. Job. XXVIIL ^
16. iez. Lll^. Ii. Kkagl /K 7. Bzech. I.
2Ì. XXVUÌ. 13. De iteen heeft zynealdef*
eerlte benaming in de meefte Taaien , zo
Oojterfihe , als Euro^ifche , behouden. Ue
Syrifche heeft Saphila^ de R. in L. veranderd»
Jonaiban\\tQÌz Saphiruntn; Targum Hierofìlymitanum
heett gelyk ook Rabboth Sowpuri^
na en Sanperinum; de Grieken Sappheiros^
Sampbiros in het Grieks woordenboek van
T>ii Frefne, Zamph/tros cn Zephùros,
Sapfìrus de "Taudekten. De Poien Hzafir^
de Nederlanders Saphyry de Hoogduytfche
Sapphir, Saphir gely k ook de V ranfchen
en Zevenbergers, de Italiaanen Saffiro, Zaffiro.
Ik ga andere naraen voorby, dewelke gecn
gemeenichap mct den Saph)r hebben, te bewaren
voor het woordenboek "^lyade atH^enà!\Q
uyt de aarde worden gegraven. Ik houde my
ook niet op met dcn Sapbyr van "Tlintus het
XXXyll. Boek het 9. kap. en van Ibeofrallis
in het hot\^perilith: dewelke is chrujìpajtos,
blinkende door goude Jiippen, en de reciite La*
pis Lu/uli.
Aa a a . PRINT«