'i;':
2 5 4 G E E S T E L
v;as een blein roni dingh, kUm als de rjm, <?/> iicbben
' de aarde. vs. 3t. Hefwasals Koriander-zaatt Joden n«
-VL-it , enàe de fmaeck daar van aU honi"gh
• koecéc». Voorwaar cene befchryvingnaarUet
leven, dewelkc meér zegc, dan alle Uytleggers:
ull te l
in een Lakc
De Konä
C L X . is ee)
opgaande h
vezelijes
klaargenoeg, alsdewelke uytdrukt de
gedaantc, de groot l ieid, d e v e rwe , <3en fmaak;
eerll is "cr, hec welk in de Oollerrche en
Zuydelyke Laiìdgeweilen niet zeldzaam is,
cene over v loedigc, vet te, balzemacluige Dauw
gevallen : dezc veitrekkende is het Hemclfch
brood gevallen in de gcdaante van een dikke
rym, ofklciae Hagei, cn hecft bedckt de
gelide vkkt c van dat Land, aKvaar zy gele-
' g e rd waren, zo dai het byiiandvollen konde
vvorden verzamelt. vs. 14. word het vergeleken
hy rj*»: vers 31. by Koriander zaad
en Nutn. XI. 7. by Bedolab, het uxlk de
Latynfche vertalingen door Bddlium overzetten.
Het MAH was AU Korianderzaat ,en
degelfsgcdaante cc-w als de gcdnante vau Bdelham.
Alledingen wordenklaar voortgcbrachr,
by aldien u ^ met Bochart Eed^iahoverLCiitn
door 'Paarlen^ i'iguur I. of Kryjlal met de
' L .XX. Overx.ctters Het Manna, namentlyk
was van cene ronde gedaani:e, even als het Koriander
zaad, en de Paarlen en van cene
wUie verwe gdy kdeRymo fde Paarlen. Dus
leggcn het ook uy£ de Joodfche Leeraars in
^omn ka^. 8. hi. j^. a. alvyaar gezegt wrord,
dat het Marna rond is gevveefl als d e Margalitb.
ik ga de getuygenilFen van andcrcn voorby.
Aan Salmafiui in zyneFerkUringoverhei
Marna, het wdk te vinden is achter Hyleu
JAir team, behaagd de Gomme B de Uion, ais
zynde insgelyks wit ende doorfchynende. By
denRymblyrtSulpitiusSeverusH/y^.Sii?- f. i.
Voch des inderai daags bemerken, die buyten
de Legerplaats gegaau -juaren, dat de grand ìnet
etnige hontjes 'J^as bedckt, "j^-aarvan de gedaante
-was «?/ de '•juyze van Koriander zaad,
lait ats rs, gelyk -wy dikrjsils zien dat in de
lointermaandi'n de aarde door rm bedekt '•Jìord.
D e Ryia geleid zelve ons tot den Ikdolach,
het kUarder tot het duyfterder: mcn moet
waarlyk, by aldien de verwe van den Rym
blyft, iets, dat zeer wit is verkiezen, wit
gclyk als fneeuvv: doch ditoogmcrkvoldoed
de Bdellium niet Figuur 2. Z o als dieuytde
Indien word gcbracht ineér naar den gcelen,
20 dat zy eér Paarlen zyn.
By deze befchryving vanhetil/<ia«ii, voegen,
de Joden, gelyk zy gewoon zyn , vele
zaken. Uaarzyn'er, dewelke voorgeven,
dat 'er eene twederlei Dauw is gevallen, de
aerile gaande voor hetManna, waardoorde
Aarde is bedekt gewcelt, de tweede na dat
het Manna recds gevallen was: geene even
als een linne dock op de Aarde uytgefpreid,
op dat het Matma niet vuyl zoude worden j
deve het Manna le hebben bedekt, het welk
. z o veci als tuirehen twee lakens zoudc gelegen
; van vi-elke zaak de
1 d.ige gewoon zyn
:n twee Lakens. of
Y K E
: ter gedachten!
eh tcn huydigt
ggen lulìbh
Figuur op Printbladt
welker
le piante, welkerworteltjerecht
. g!at en diin, hcbbende weinig
¡ t ; de Ueei andcihal fvoet en groo-
"dun gellreept, hard, de bladeren als
van Anys, of liever Pleterzely, worden in
v c i v o lg van tyd een vveinigje van een gefneden,
zodatzy nabydeKamillekomen, van
eene (linkenden onverdragelyken geur.even als
vanWandliiyzcn.de knopjes zyn gelykde bloemen
van Pieterzcly, maar bynaarvanvleefch
koleur} echter mccr naar den witien hellende:
het zaad is net rond, gellreept, van binnen
door raiddelfchoijes gefcheiden, anders
ledig van ecnen zeer aangenamen, en fpeceryach
eigen reuk cn l'maak Job. Bavhinus Hiß.
Plaht. l.XXVll.c. 38./. 89. InonzenText
Word het genaamt Gar, anders by den Hebreen
gcnaamt Aliattdre , de Grieken zetten het
Qsct Korion y de Thargütn Werofolymitamm
en Jonathan Cusbar, de Arabifche van Erpenius
Cozboron. De L'ytleggers brengen de
vergelyking tot de grootheid en de rondhcid
van h e t i / z / ^ r doet'er hy Hierophyt.
P . 11. p. 5c. dat de oppervlakte gellreept was
o f ingefnedcn met ilreepjes of vooren, want
ook zyn Cedidooth by Jerm: XLVliJ.
Injfiydingen, zo dat het C^ianna niet alleen
geweed isrond, miaropdcoppervlaktedoor
vecle ftreepcn, en kertjes onderfchcidtn.
VVy zullen van het Manna y dat het wondcrdadig
is gcwcel l , vcle bewyzen, cn die
rl ontvvyllclbare, hebben > gene Schynbaarhcden
alleen, maar ¿ekere Tekenen. Dac
geen, hec wel k Europa cn /J/ia gewoon is
'oovt te brengen, is geneezende, niet voedende,
entbindende en zuyverendc wegcns
zyne fcherpe olyachtigedeeltjes, dewelkede
vezeltjes der ingewanden gaande maken, en
{ot zamentrekking fchikkcn , ja tot voorcbrenging
van de Gal. ündcr de KaUbricn
is ccn fprcekwoord, T'igliaU Muf.na^percbe
0 tf Jaua, 0 re m tiianna, id eß, wanda -via-
Maar het onze der liraditen is vocdzaamgeweeü
, in plaais van het alderbcilc Brood:
want het beilond iiyt zodanige declcn, dewelke
hcE MenlchelykeLichaamkondenaang
e z e t , en het gcbrek der vcrgaande wederom
ophalen. Het ondcrfcheid is niet van eigener
uytvinding tulTchcn vaedzamer en genee¿ende
jpyzen, het welk eenige te voorfchyn halcn,
cn voorgeven, dat ook dezc by aanhoudend
gebiuyktotvocdzelkunnenverllrckken. Dus.
willen zy, heeft dat Maru/a in den beginne
wel zyne zvyverende krachten kunnenwerkllellig
maken, de fchadelyke overblyfzelen
van Eg\pte uyt Maag en Ingevvandenverdryven,
doch naderhand door de gertoonte tot
voed-
N A T U U R K U N D E .
•oedze! overgaan. gclyk wy zicn dat het Ver-
;if door een geduarig gebruyk fchadeloos
gei
ikt Word; dat de Tnrken, de Perzian
andere Ooteriche Landaarden het
Ofttim tot de helft van een draehma, een
••ym-endeel looti, inflokken, waarvan eenige
greinen ons Emfinnen in eenen dodelykllaap
zoudcn nederftorten,
door deze '
niet wegge
fchadelyke
fchadetoos 1
aardt van e
een losmak'
Het moet \
g e w e e l H s ,
de deeltjes
hebben kir
kenen
Doch echter ii
•gelyking alle zwarigheid noch
nomen : het is iets anders, eene
zaak door eene lange gewoonte
:e doen worden, iets anders,den
en geneesmiddel, en dat wel van
: n d , te veranderen tot Voedzel.
pezen, dat het Mama meelachtig
of ten rainllcn van dien aardt, dat
, dewelke het zelve uytmaken,
inen, in plaats van de weggewede
uyttcrfie kanten der buysjes
aangevoegd worden.
¿p fmaeck daar -van was als honingh koecken.
bus is Mozes met zieh zelven tevergelyken
Mum. XI, 8. alwaar hy niet zo zeer het
raamve, als wel het gebakke Manna befchryft,
ja zelfsdewyzevantoebereiding: hefvolklief
hier, ende daar^ ende verzamelde (Jiet) ende
lens, afte ßietet in moniehet
in fetten, ende maaktendaar
van hecken: ende zyn fmaak was,
als de ßnaek van de befle -vochtigheid der olie.
D e fmaak v.in Olie en Honing zyn vermaagfchapt,
beide zoet , de eene veranderd könnende
worden in de andere. 7,o dat wyhet
ganfchelyk niet nodig oordeelen met veele
Joodfche Mediers, ook met eenige Kerkenleeraars
daar toe k'-siam, 'jL'ie^ d zy gdcmpert tot het
geene een legelyk wilde. Doch ik oordeele
gemaatigder van dit gevoelcn der Kerkvaderen
, Origenes , Chryfiflhmus , Beda ,
door een nienw en zonderiing wondervverk,
aan het Manna toe te fehryven alle An:¡maken
van de allerlekkertte fpyzen influytelyk, zo
dat de Jongelingen zieh verbeeld hebben dat
z y B)»^aten. de oude Lieden Honing, de
Rinderen Ohe. Want aldus verklaren zy dat
by Ezeeh. XVI. 19. knde mw broodt, hec
'Micke ik n gaf, meel-bloeme, ende olie, ende
honingb, (_daar wede) it nfipde, dat bebt
ghy ook voor bare aangezichl engefielt tot eenen
liefelyken renk: of, het «'elk me6r vergrootende
is , dat zy man voor man IViptelyk
geproeft hebben dezelve fmiak van fpyze ,
welke zy noch in het geheugen hadden, en
vvaar naar zy verlangden 1 de
rpatryzen
ni het Boel
: der palingen. DeSchry
tvysheid fchynt deze boven alle an
iderlyke Herfehepping te hebben
geni
der
lerd
Kap, X V 1 . 1 0 . 'Daar cn legen hebt g:
gefpyzigt met Jpyze der Engelen, cn
reidt brood van- den Hemel gezende
baren arbeidt, vermögende allerley vermahng
te geven, ende aller ley bckviamen fmaak. vs
1 i f ff'ant deze u-.iie onderßtillinge niaakte n
ice zoetigbeid tegen uvie 'kinderen ofeubaar
maar dienende tot de begeerte des gtenen, di
[ zonder
en der Rabbynen, dat zy hebben dooir
zoortgelyke leenfprcnkige fprcekmanieren
willen uytdrukken deroemruehtige voortreffelykheid
van het Manna , het welk gehad
heeft alle de volmaaktheden en deugden der
fpyzen, ja dezelve heeft te boven gegaan, zo
dat de niets hadden, wat zy daar en
boven zouden begeerd hebben. h.n is ook
ßuxtorf van dit gevoelen.
Wegens den naam Mama, en deszelfs oof -
fprong hebbe ik niet vele dingen voor den dag
te brengen. Deze nafpooring is meêr het
werli der Algemeene Leiterkundigen dan der
vvysbegeerigen. Tloe het de kinderen ¡fracls
fagen, fo fiyden d-een tot denanderen, 'lis
MAN, want zy en wißen met wat het vjas :
Mofe danzeide tot hen, •Dit is het brood, 't
welkde HEERE n-liedenteetengegevenheeft.
Alwaar 1er Piaatze de Grondtext heeft Man
Hon, het welk de Latynfche Stelliglyk heeft
overgezet, 'Dit is M/IH, gevolgthebbende
de meelle Rabbynen, Salomon, Aben Efra,
Kimchi, Becbai, Ii^aak Ar ama • doch de
Hoogduytfehe na de L X X . •Jozefus, Hieronymus
, de meelle Kerkvaders vraagswyze ,
wat is dit? want zy en wißen niet wat het
was. Dezen zelfden zin fehynt ook het antantwoord
van iV/o/pj te kennen te geven 1 Tiit
is bet brood, 't welk de HEERE u-heden te
en gegeven heeft. Deze vrage hadden mnen
naar de HebreeuwfcheTaal nytfpraak wel
dus motten uytgedrnkt zyn geiveell Ma hon.
Doch de Uytleggers merkenaan, datde Iß'a'e-
Uten de Egvpiiiehe Taal uytfpraak hebben gebruykt,
in welke Taal Man te kennen geeft
wati war ook van alle deze dingen zy, ditis
z e k e r , dat het vvoord, het welke de meeile
Volkeren van Enrofa en veele van Aßa gebruyken
(de Arabiers en dePerzianen Meun.
Menninzt. Lex. +917) afgeleid Word van dit
AQÏ Ifrailiten, of uyt fi???» zelve, by aldien
zy dezelve daar geleerd hebben.
\Vy gaan voort in hetGefchiedenisve:
lal.
zyn
In het 16. vers, belail de H E E R E aa.
Volk door zynen Dienaar, AiiimbetManna
een ieder verzamelen zal na dat by etenmacb:
een Gomer voor een Imft, na bet getalvan
bare zieie, ieder zalnemen voor die gene die
in zyne tente zyn. Over het 5Ó. i/frj.zullen
w y de maat, hoe veel in een Homer oíGomer
ging, opgeven,
alhier maaralleenopreke-
ncn de overzwa
Brood, dat IJraels mT^iten dagelyksvannoden
: menigte van dit Hemelfeli
iladden. Wy zullen zien voor elke ziele
o f Perioon loiiParyfebeduymen, datin onz
e Zurichfcbe Maat is i j maatjes, voor den
zesden dag i j . En het isklaar uyt
, 7 . dat het volk van Ifrdel gemakkelyk op-
' klimt
Ï
I i ' : ; ;
t : ' !
i
r 'v.
ir,.
• .'ì
i l : '
l i :
; 'hii
•„..Iti.-