N A T U U R K U N D E.
P R I N T B L A D CC.
309
^ X r f f j ; « brengen nine die va« olyvcn,
fiotcn tot dm lichter: dat imngedunglyk ck lampe,, amfleke ^
Indetentc dcr-tzmnenkomßevanbuytcndenvoürhang , Akvoor'tvtimcmllch ml
^ - f x Ä r ^ ' Ä x v H
® c 0 L Y F 13 O O M geeft zyn vrugt teil dient van 't Ueillhdom;
Zyn Olynk ge-Jias ahm
V¡rmaarä, geeft middel aan de J6Jen
Dat z,y volhrengen GODS geboten,
En 'i Hgt door Aartms frietter fibaar
Biinkt oj! den gotcdcn Kaadelaar.
Men knenjl en plet ¿ ' O L Y F om 't fif daar uit tehdle«.
Men ariHgt het door in kmfrc fchälen,
Op dat men de eedetfle olj heeft
'Die ooit de Olyßoom aan ons geeff,
IVmt 't geen men G 0 D kernt op te drnien
Mm rein zyn »aar zyn
T K hebbe eiders wegens de Verdeeling van
J. eenen gelielen Dag, of Dag eil Nacht in
zyne dee len Avond en gefprooken.
Doch de Olie Semen is voor hec Menfchelyk
geflacht het aldernuttigflc Vocht , geperil
uyt de Vruchten desOlyfbooms, hierom Ohe
van Oliven, ter onderfcheiding van andere
Glien uyt grocibare zaken, genaamt, met
Brood, Wyn, Honing, Melk, omdenvoorrang
tvviftende. ^'oornamentlyk irorden van
dezelve ten aanzien van de deugdzaamheid,
d er Trappen d l ie zoorten opgcgeven • De ( 1 0
De Edellle, de pryswaardigfe, en dealdcrmeell
uytgcgifle is die, deaelke de eerile
vochtigheid is uyt de perffe, en als van zclls
uytvloeid, pnlropon, ¿Qt^oorkop, AtBioem
der Olie , Gleuc'mmi, dat is uytgepcrrtemos,
eer deOlyven gctrceden worden, Huile Vierge,
datis, Maagden-olie. De(a.) DeHerhaalde,
devvelke isvande twecdeperlling, wclkeuyt
de overige harten gcdrukt Word, zwaarder
van gewicht en dikte , verfehgeperße olie.
I)e(i.) OHevoordenderdemaalgeperß.Joana.
Bauhin. Hifl.riam. L.fl. p. 13. 17. Detwee
laacile vereifchcn n;e[ alleen de perlle , maar
00k het Vui ir, nadcmaa! de 0!y von o f gebrand
worden, of hcec vvater daar !)y gegoren zynde
geinengd worden. des'Drogtt,
L.l'Il.e.'il.p.-no.
Noch eene andere verfcheidentheid , of ondcrfcheid
van olie Icverd de Text uyt, namentlyk
in geflampte cn geparjle. De Olie [ot
de heilige Lampen, van dcwelkc alhier, te
gcbruiken, wierd niergeparilineenemoolen,
ofperiTe, gelyknu, maargertampt, namentlyk
met de Olyven in een mortier. Ook moeften
de Olyven nict al ce onryp zyn noch te
zuur, noch alte 17ptrekkendenaarden bruv
nen, de zodanige, uyt dewelke de Olie ver-
De Ohßoom zelve, namentlyk de gezaaide,
Z a ' t devoortreCFelykile Voortbrenger van
dat Zap ,s cenc middelmatige Boom, niet
zeer wyd uytgefpreid, van eene geduurise
groenheid, de Slam veel minder'dan ee™
menfchen dye dik, het hont gelykelyk g™
ilootcn , voor het grootlle gedeelte knoellaeht,
g genoepaam hard, hier en daar ook
gekrult en gebogen, van fraaak birterachti»,
van verwe byna midden luHchen hetgeele cn
her kaftanicbruyn, nu cn dan ook meiHippen
van beide verwen door den andc en bezLid,
byzonder als hettotdebehoorelykevalligheid
IS gekomen. De/i^/wordzoomdenilamals
de takken overtrokkcn, van eene afchachtise
verwe, eflen en glat. De Bladeren zyn lan.r
en Imal, wel gclykende naar de wilgeblade"
rcn, puntig, metfneedjesenopemlykeaderties,
uytgenomen eene cenige zenuw, die
groot IS. van den voet tot de punt uytlopendc,
dik, llyf, van boven vanlioleuruytdendonkcrgroencn,
of geelgrocncn, ondcr zyn zv
grys, doch met gcene hairen bezct, aan zo- '
danige kleme lk-elt|es hangende, dat zy fchynen
als m de boomicheiiten ingcivft; uyt wel
ker zyden lleelljes worden voortgebracht.
door u^lke ic Bloenien troswyze aan een
hangende, worden onderfchoord; witachlig
zynde, gclykende naar die Vlierboomen uyt
vier blaadjes het eerile beginzeldcrvruchtai
i d c , 1 ---- ' viucnien
onivattendc, mosachtig. Op deze Bioemen
volgen de Vn.chten van eene lankwerpige
gedaante, ofbyna alsdeeikels, van verfchfidciie