N A T U U R K U N D E. jp t
deren. Zo dat 'er alleiinsplaatsvoorgiszing van al le, dewelke ooic gewe e i l z y n , ja -¿elis
het eenifte en eenlge heilig HeUigdom by iiycÜek
zo genaamd Exod.XXV.<^. tengebouw
van GOD zelf voorgezegt. Na al dat ik u
tot een voorbecldt dezesTabernakels, cndeeen
'voorbeeldt van al deffehen gereefßhap ivyzen
even alzo ztUt gylieden die make», waar
in be waar d moeüen worden de Tafelen des
y er bonds ^ Exod. XXX. i8. Namen tlyk van
het Verbond tufichen G O D cn het Volk,
waarom zy ook de Arke der getuygehiffegcnaamr
word Exod. XXX. 6.
Deze Arke moeit worden gemaakt van J/Vtimhout,
van hec vvelk boven. \Vy hebben
dei^'elver netre Afmeeting, de leghte van
cllen, de breedte en de hoogte elk van anderhalf
eile: en welke de juyile afbeelding
van de Hebreeuwfche eileis hebben wy ciders
aangetoond. Die is overgebleven oin alhier
teleeraren, dathetgevoelen, bovenanderen,
gegrond is van die g ene , dewelke eenen Jood-
/eben kubit denzelven maken met den Egyptifchen,
als aan welken de Iffa'eliten in han
lieder ilaafachtig Icven veertig jarcn lang ge-
•woon zyn geweeil, ja is hetookwaarichynelyk
dac, en de Hebreeuwen, en de Egyptenaars
cn de Kanaäne'crs van Koach dezelve
mate hebben verkregen. ^9.1 Egyptenaars
aanbclangt en de Kanaäneers is te leezen by
Herodotus II. Boek kap. 168 Datde JW/i r j ,
dewelke eene Volkplanting zyn geweeft van
de Feniciers, dezelve mate vaii anderhalf voct
hebben gehad. Ook Icezen wy niet, dat
G O D door Mozes aan zyn volk eenigenieuwe
mateheeftgcgcven, welkerlangtehy buyten
twyffcl onderfcheidentiyk zoude hebben
uytgedrukt, gelyk hy E}(od. ¿t Comer
heeft bepaalt, dat het zy eenthiendedeel
van een Epba. Daarna is de zaak zo verre
gekomen, dat wy eene bepaalde mate weten
van de Egyptt/che eile. Om dezen knoop
te ontilrikkenheeftgediendde Nylmate^ voU
gens welke door openbaar gezach de Egyptenaars
gewoon zyn den aanwafch en het Valien
vanden Nyltemeeten: dit kan ¿^Türken
noch Arabiers van lateren tyd niet worden te
larte gelegt, nadeniaaldaarvany/w/a/almelding
maakt in het V. Boek bet 9. kap. XVIII.
18. XXXVI. De aan-waßchen ".xiorden vcrno-
••I hy tekencn van de mate. De
rechte aanwafch is van XVI. eilen, de mindere
van ber water bevogtigen niet alles, de meerdere
bonden zy op, door langzamerafte nemen.
By a!dien wy hoger opklimmen zullen wyde
MylmaLc vindenby Diodores Siculusl Boek.
Strabo XVII. Boek. Tlutarcbus van Ißs en
Oßris, in de Reisbefchryvingen der Hedendaagfcheni
Ihevenots Reize I. Deel II. Boek
32. kap. en III. ßoek 64. kap. Cr^w/zenanoverblyft,
dat de elle der hedendaagfche Egyptenaars
dezelve is met diecude, jametde
alderoudite.
In de Afmeeting van de Arke heeft my bedebepalingvan
«/¿"c/Zr, dewclke^/^»-
' heeft over de Maaten en Gewichten
in 1—9 1 4 of 1384. deelen van cenen Paryfchenvoetverdeeldin
1440, van welke inch.
Cumberland zeer weinig afwykt, devt'tlke
over deze ibf f e een Werkjete Londenheefc
uytgegevcn in het jaar 1686. Wanthyrekent
op een fcigyptifche eile 2i||^Engeifche duymen,
dewelke geven 2460ÍJ of in cenrond
getal 2461. of volgens Pikarda 3470j-[ Derhalven
is het onderfcheid tuíTchen Cumberland
en Eijenfihmid van i ^ . o f y^o-ofJ-jOff^ eenes
Paryfchen Voet s , derhaíven geven 1380, ParyfchedeeleneenZurichfchen
Voet 1.7. daymen,
byna 8. tiende lynen, volgens deze rekening
zal zyn.
De Lengte van de Arke naar de maten.
P e Paryfche Zur ichfche
+'. 1". 8"'. 4'- 4" 5"'.
De Breedte gelyk ook de Hoogte.
i ' . 5". 2. 6. 7.
Het Dekzel, of het Verzoeniekzel is met
de Arke geweeil van dezelve Afmeeting,
Exod. X X V . 17. Cy zult ooktmVerzoendek.
zel maken van louteren goude, ttvee en eene
halve eilen zal zyne lengte zyn, en atiderhalve
elk zyne breedte: het welk derhalven gene
verdere noch verklaring noch oprekening van
noden heeft.
Ik zal my niet ophouden met het gebouw
zelve van de Arke. Laat de Afbeelding naar
het leven genoeg zyn uyt Lunäiijndifih. Heiligth.
hladz. 36. alwaar
a. fs de Arke des Verbonds zelven.
b. Het Verzoendekzel
c. De Krans rondora.
d. De Cherubims.
e. De Wolk-kolomme.
f. Het Koffertjeaan de Arke des Verbonds
vali gehegt, waar in het Hoek der Wet.
g. Een ander aangevoegd koíFertje, waar
in gefloten wierd het Manna en de fiaf Aärons.
h. Een ander koftcrtje met de kleinodien
der Filiileenen.
i. De Tafelbank, waar op de Arke des
Verbonds llond.
k. De Ring, door welke de Draagboom
gingi.
De Handboomeo.
PRINTIi
«'!