N A T U U R KUNDE.
Wel vcr dat eenig leed u daar dorn- zoii gcfchiin.
6 Neen ' gy moeß hier in uip Scheppc-rs grootbeid zh-n ,
7osn bet Bazmn geluid k'jjam MOSES tekcn geven
uit te leiäen, eer hy ging ten hergiop ßreven,
Om 'i Goddelyk bevel te hören mt G ü D S »loni.
Gehoorzaam dan den laß daar by n aan verband^
En liiißer »aar het geen ii M O S K S voor zal drd^en ;
2 6 9
IVant de ongehoorznamheid bhjt nooit bcvryd van "plagen.
, heefc tot noch toe J E H O V A H
ondervonden als den alderbeilen ende den
alderverzorgllen Vadcr, De Egypifche Plagen
troften niet daii de Egyptennars, door een
wondervverk wierd Gofen van alle kwelling
vry gehouden; het volk wierd uyt Egypte
door de uytgeilrckte Hand des Alderhooglten
G O D S uyigevoert: rot engte gebracht op
den ocver van de Zee hecft het door een
Wonderu'erk door het Middcn der Zee eenen
doorgang gevonden: in de Wccilyne word
her cot noch toe gevoed door Manna , en
K w a k k e l s , of Sprinkhancn: het Water uyt
. de ilecnrotsze verfchaft den doriligen drank.
JNu is de -¿aak daar toe gckomen, dat GOD
zoude toonen. dat hy niec alleenlyk den Vader
is van di tVolk, maarookdcn H E E R E en
den Wetgever. Daar ilaat een nieuw fchouwtoneelvan
Gods regering te worden geopend,
daar Iban Wetten voorgelchreeven te worden,
op dat de Ündcrdanen eenen regel hebben
om daar naar te leeven, en God te dienen
• D e z e Plechtigheid is de alderdoorluchtigrte
geweeit. Het volk zullende huldjging bewyzen
mocfte zieh geduurende iwee dagen heiligen,
Z)ne kkdtren-waßchm, op dal het zoMien
bertiA zyn legens äen ändev dag, nm dal op den
der den dfg de HEER E zal afiomen vaor de
cogen va» al het volk op deuberg Sinai vs 10. ii:
. Alozes had in lall het volk rondommt te bepalen y
op dat hec f^'oik op den bcrg ni>t zoude klimmen,
noch zm einde amroeren, de aldergeilrengile
boete daar op geilclc hebbende al wie äen
bcrgh aanroeri, zal zekerlyk gedood morden, vs.
12. en 13. (Jcen hand zal hm eanroercu ,tnaar
hy zal zekerlyk gfßeenigt, ofie zekerlyk dsorjchooien
worden, het zyeenbeeß, het zy een Man,
hl en zal niet leven Mojis had van te voren
gevveeten, dat ¿ i BLEUE ko!»cn zoude in
een dikke v:otke. op dat het volk zoude hooren
als by mct hem fprakt en dat zy ookceu-a-elyk aan
hern znitden gelooven. vs 9
De ßc/-^e«7.yninderdaad vruchcbare voortbrengers
van If'olken, Ik hcbbe daar van zeer
klaarblykelyke Bewysdonimen gcgcvcn in de
Natuurkündige Befihrjving van ZmtzerUn>i^
deu'elke het niet nodig is alhier breeder te
verbalen. Doch alhier verfchynt niet alleen
een z-ji^are wölke^ uyt dewelke de H b', E i< E
heeft gefproken , maar des morgens van den
der den dagh-x-ierden 'er Ponderen endebhkzemcn.
— ende het gclityt eemr zecr ßetker bazuyne
— ende de gatitfche bcrg Sinai rockte — ende
zyn rook ging op, als de rook van eenen oven
( Kalkbranders-oven) met een Woord : de
berg Sinai is geworden een Vulkaan, of Vuurfpouwer.
Doch opdat niemantdenkenzoude
dat deze een Natuurlyke l^ulkaan geweell:
hebbe, gelyk van dat zoorte zyn de ¡•^ejuvius
mltahe, óq Etnain Stahe', de Heklam Yßand.
l)aar zyn by de hand tekenen van natuurelyke
dingen van dit Wonderdadigenten eenemaal
buytengewoonlykonderfcheid makende. Hier
zyn in de ingewanden der Aarde, eninoverv
l o e d , vuur vattende, zolferachtige, zouie
zalpeterachtige deelen, dewelke uyt de gcopende
afgronden door het aldergrooclle geweld
worden naar boven uytgebraakt. Doch
van alle deze dingen is aldaar niets by. Het is
l^ulkams, en blyit yidkaniis, zolang als 'eri i
deirelfs ingewanden Üofle fchuyk, dewe ke
vuur kan vatten. Doch de Smai i? voor et na
niet \ uurfpouwendegcweef t ; deze ^ulkaans
gedaante heeft hy alleen by deze gelcgenheid
aangetrokken, dewelke ophoudcndehyhcefc
uytgetrokken. De reden is k!a.5rgenocg uytgedrukt.
De gantfihe berg Sinai¡ de top niet
alleen, gelyk in de voorkomende Vuurbrakende
Bergen, rookte, om dat de HEtli E
op den zelven riedcr kvi'am in vuur. Ja de Spits
desbergs: tegen den aardvande Viiurbrakcrs,
was met eene wölke bedekt, op welke Moaíímoellopklimmen.
vs. 2c: /}lsäe HbERß
neder gekomen t¿-as op den berg — zo rifo de
HEERS Mofe op de Jpitß des Bergs , 'ende
Olioß klom op. Daar en boven s 'er efhoot'i een
gekyt cem-zetr /lerti bnxmue, eene oraflandigheid
, wedei-o.n ten eenemaal buytenge-
WÜOO.
Want tn zes dagen beeft de HE ER E den hemel ende d? aar de gemaakt, de
zee, ende alles wat daar in is, ende hy rußte ten zevenden dage. Exod;
X X . vers. 11.
,1;
D F.ze aldervoornaamfle Bewysreden > voor
de heiligingvan den Sabbatb, heeft GOD
in de Tafel van zyne Tien Geboden ingcvoegt,
opdathyde ilandvaitegedachcenisder
Y y y Schep.