liH||!'i
• I t • ; •
"illMill! !
„.-ìj!
i|il|irr>'r!-r- •
••'Ì!Ìf='birìiÌi
G E E S T E L Y - K E
P R I N T B L A D CLVL
Doc kwamen zy te Mara, doch en konden het water van Mara niet drìnchen
waut bet was bitter ; ' daarom wìerd de namen des -zelven genoemd Mara.
Doc murmurecrde- hct volck te^en Moze, zeggende : wat vdkn wy dnnckcn ì
Hy dan riep tot. den HE E RB, ende de HEERE wees bem een hout^ dai
ivierp hy in dat water » doe wert bet water zoet. Exoci. XV. vs. 23, 24,15.
G 0 D doet door M O S E S hand op nieuzv een wonäer-j^-erks
De B I T T ' R ü WA.TERSTROMEN,
Zyn hunncn Jmaak benówen,
Zy zyn in Z O E T berfchepr; 6 onèegryfl^ik merk
Fan 't opperitf Vermögen y
Hoe vioct gy --Ji-erkeii op het hart van JACOBS zaadf
Het ziet dat GOD het nooit in zyfien nood ver hat ^
Kn het ii iiìtgc'tiigcn.
Maar ISK-ALITEN 'k vrees dat 't tnorrende gcmoed
Zig weér zal openbdren,
p.n wjjen aard verkliiren.
Ja dat dit BITTER NAT, fchoon mi hcrfchep in ZOET,
Een voorjpel zaL verßrekken
Van bilfre rampen-, die gf op 11 heilen zult ;
Gy niurmeuerd en lergd GOT> met uw i
'Dit zal li ramp verwekken.
Gehoorzaam z)n gebod^ zo treft' u nimmer leed,
Laat af van 't laßig klagen !
Zo ztilt gy GOD behagen.
Oj> wiens èefcherming gy naar den Jordaanßroom treed.
OP dat t3e grootheid van het Wonderwerk,
alhier ver r icht , luyilerryker zoude doorftralen,
Ibat iets voor af te moeten worden
geiegt van de zoctheid en bitterheid der natuurelyke
wiiteren. De IVareren z,yu zoet^
of ILcver fmakcloos, dewelke enkelyk inaar
uyt waterachcige dedtjes belhan , oFdeielve
zyn van eene ronde gedaante, oflangvverpig
ronde, of flang'.wyxe (mc t deze dingen houden
wy ons niet op) onvoorzien van meèrflachtiffe
deeltjes, namentlyk zodanige, dewelke
eenen gevoeligen indruk maken ophei werkt
uyg van den Smaak : want doorgaans 7.yn ook
in de zoete wateren of aardachtige of Hymachtige
deeltjes: van dewelke gene naar den
gvond worden geworpen, deze de Planten
ten voedzel vcrlirekken. maarzyzynimakeloos.
Met dusdanige zoete Watcren hceftde
Aldergcna iigllc Schcpper het gnnfche Rond
dcrbe«-oonde Aardebegiftigd, op dat dezclve
en daar zoute, zalpeterachtige, aluynachtige,
kopcrrootachcige deeltjes, losgeraaaktzynde
'; mct zieh mede voeren , worden beygjloßige
' vvateren, en heelzame, en die van verfeheid
ten gcbru)kcn zouden zyn voor Beeilen,
Planten, Menlchcn : doch voornamenchk
ons Zwitzcrland, het welk naar cvenredigheid
van zyne grootte een zeergroot aandeel
hecft verkreegen. Getuygen zyn onielbare
Keeken, Rivieren,Meiren. onsuytleverende
een zecr grootcn overvloed van zoete Warcr
e n , en van eene kiillallynehelderheìd. Deze
zoete IVaieren , terwyl zy door de kleine
gaaijes van de aarde docrcrekken, ende hier
e n z o o r t , wederom totveifeheidcngebruyken
dientlig voor het Menfchelyk geflacht.
Uyt eene zecr groote verfcheidenheid van
Berjidoßi^e '•juateren^ merken wy voor legeowoordig
aan ¿^bittere: deze zyn niet zozeer
bevrucht mer verbrande deeltjes, hct welk de
Wysgceren oudstyds veel rocer geloofden,
dan wüten, danwcl mctdeeltjeshetzyzalpeterachtige,
ofzikigeenlymachtige, nuendan
ook mct aluynachtige of koperrootachtigc.
De hervorming deswegen van bittere iVateren
in zoete, hct welk, al was hetbywy/.e
van een gevolg, geoorloofd is te beil'uycen,
beilaat daar in, dat deze anderflachtigc, of
vrecmde deeltjes vcrüoord "worden iiyt de
plaatsjes, in dewelkc zy zyn, en van de waterachtige
onfmakclyke worden afgefchciden.
Doch van hoc gewigte inoeijelykheid deze
W e r k i n g i s , is en door de Rede, cn door
de Ondervinding bekcnd: door gene begrypende
dealdernaauwilc en inwendigile v.ajiienbinding
tot een gevolg van hct Evenwigt;
door deze alleenlyk cene zoetmaking niet
voortbrengende onmogclyk. Voornamentlyk
is'erdriedcrleiwyze, waar doordeStoHcheiders
tot nog toe hebben getragt een geheim
j zeer
Exoni rAp.x^':v.
Ac j u j e iUTtai-iv .UJcxRcatii?.
-Ì
Ì;Ì:I|| ili^''
mm.
a \
Iii" J
m
i
• iJll:
Iii
' Kiläl
4.„„¿Iii .
iin!