280 G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D CLXXIIL
Doe Jprak de H E E R E tot Mofe, zeigende:
Sprech tot de kinderen [frach, dat zy voor niy een hef-offer nemen: van alle man
dkm herte zieh vrywillig bewegen zal-, zult gy-üeden myn hef-offer nemen.
Dit is nu het hef-offer , V ivelk gy van hem nemen %ult, gout, ende zilver,
ende koper.
Ais 00khemehblaeim y ende purper y ende Jcharlaken ^ ende fynlinnen , ende gey^
ten (hayr.)
Ende rootgeverwde rarmvellen, ende daßevellen., ende Sittimhoiit.
Ohe tot den luchter, fpecerycn ter zaif-olie , en tot rookinge weiriekende Speceryen^
Sardomxßecnen, ende vervuilende fleenan tot cíen Ephod, ende tot den borßrok,
£ x o d : X X V . veis. 1-7.
De Codheid eiß hier een vrywiWge gift der 'Joden,
Op dat het HeiUtgdom ward tot Z)»e eer gemaakt^
IFdar in hy -jjoosrd en voorjjei heil van I S R t L vjaakt ^
Elk ^eeft zo veeL hy tuti in V vollen dier geboden.
Her G ü U D , hei Z I L V E hi het KÜP E R word vergaardi
Her PUI<I>ER, H f cAl tL- SBLAAUW. f Ä V^/oíz/Vwá'íSCHARLAKKN.
R A M S V E L L E N rouägeverfä, en i) A S S E N H U I D E N mäken
Te zaam de Hütte uyt, met her S I T T L V m O U T ^í/ííárá,
T)e e<n geeft hier de O L Y , die byzond're SPECERVEN}
Tieez^ weer den S A R D O N I X , ßö vol van glans en gloed i
Die attä're Sténen, oj> dat hy 't gebod voldoet ^
Zo veel de rykdom^ of een ledeismagt kan h'én-,
Dus word den EP HO 0 e» den ß O R S T R O K opgemaakf,
Dog 'k zal my in de tvjift der verven geenzmts (iéken,
'K laat de Gekerdbeid daar het vonnis over j^ríken^
Op dat myne yver nici van 't Jpoor der -waarheiá raakt.
V'An onze aanmerking 2yn die vrywillige
gaveUi welke de Stichler derNatuur,en
de fllderoppermachtigile HEEl^ uyt den
zeer grooten Schac der Natuur voor zieh tot
den Tabernakel heeft uytgekozen. Uyt het
geflacht der BergÜotFen zynbyde hand Cond,
Zitver, Koper, devvelke wy , als bekend,
droogsvoets voorbyibppen, alleenlg dit berichtende.
dat onze Hoogdaytfchen onder den
naam Erz, 't wel k wy in onze vertaling voorilellen,
voor komt alle äderen van bergilofFen
welke uytgegraven kunnen worden, alvvaarora
w y dezelve van Goud noemen Gold-Erz, van
l.WvtTSilber.Erz, vznl.ooA Bley-Erz. Doch
alhier moct by uytßek verilaan worden het
/if/^crzogenaamd, Ctiprur», Kupfer, wantdic
w i l h e t w o o r d AWjc/fiii?. Alhoewelhiernaauwkeurig
moet aangemerkt worden, dac het met
den dienrt van den Alderhoogllen G O D niet
overeenkomt gemeen Koper , maar dat 'er
moet veritaan worden dat Oollerfche tegen
Gout op te wegen. Dit kan worden aigenomen
uyt Ezra yill. 27. alwaar gy onder
andere dingen zien kund uyt de Babilomjche
gevangeniife wedergebracht, twee vaten van
iltukeni goel koper, begterlyk ah gout. Van zodanig
Koper gewaagd, en dat van Indiaanfch
o f P e r z i f c h Jrtßóteles de Mirabil Phaßdckai
en Inäm ton chalkon houtoos etnai lampi on, kai
kathiiron kai aniooton, ioos mey diagimofkeßhat
tey chroa pros ton chrvfon. , /iü' en tois íjareiott
peícyrms baliakas ewai tinas, kai plrious, ha^ ei
mey tey oßney alloos oukeyn diagtmnai poieron eiß
chalkai ey chrufai. Uyt zodanig Koper gout zyn
o o k , bei.cvens de Kopere Zee, andere vaten
van Zaloumis Terapelgebouvv toebereid
I. Kon. VI. ^s. Het welk ik wel by voorberigc
wil te worden aangcmerkt. Want van
deze zaak zal ik eiders raeerdere dingen te
voorfchyn brengen. •
vs 4 Komt in de eerfte pkats voor Ihechektb
, welk woord zeer vele twillgdchülen
den Uydeggeren hccft veroorzaakt. echtcr
eene uytvoerige raipooring overwaardig,om
dat het zelve alleen maar in Exodus dertig
malen voorkomt, en ook elders in de Schri e
cuur. De Kaldeeuwen fchryven Ihuhla of
Thachla: de Grieken Nutner. ly 7. h(.lopor~
phuron het vertolkende, ofeenvoudiglyk/jo/-
phuroun, gelyk het llaat in den Complutetijchm
Druk, eXácxsúiyáhuaktmhon, oíhuabnthimv,
en ook insgelyks zo Philo, Jofefus Jquila,
Symmitchus, Theodotion, Hieronymus benevens
alle de ouden. Onze Latynfche Hyactnthinum.
Dac
i
AB. CJ.XXUl.
EXOJJI Cap.XXVvj-T.
l I y a c u i t l u i i u m , P i u p i u - A , C o c c i j ^ ^ e r a .
'¡k
I
¡'[i^m
, i J !