' k s i i Ki'
iitiiilüt > '
ï i i l i l
N A T Ü Ü R KUNDE.
P R I N T B L A D CXLVII.
2 2 p
tnde Vgefihkdde ter middernacht , dat de HEERE alle de eerflgehorene in
Egypteijlande ßoeg, van den cerßgeborenen Pharaos aan, die op zynen throon
zitten zoude, tot op den eerßgeborenen des gevangenSj die in het gevangenhuys
laas, ende alle eerfigeborene der heeflen.
"Ende Pharao ßond ep oy nachte, hy, ende y ende daar was een groot geßhrey in Egypten: wantdaar en ivasgeen
huys daar niet een doode in en v}as. Geti. XII. vs. 30.
De doodkreet gaat reeäs op; ^k hoor hcel Egypte w^Men-,
't ¡Veergalmd aan allen kant van kcrmcn y klagen^ ßencn:
'De Moeder ßdat de band al btvende in het haery
'De Vader volgt ver-xoed dat deerlyk voorbeeld naar ^
Nu de ^ E R S T G E B O R E N E van hen h ne-er geßdgen.
Zußer hoord men op het l)k haars Broeders klagen:
Een doUe wanhoop treft de Lävenden^ en ßaat
Met ys're roedstty wyl de doodfchrik het gelaat
Vafi inveemt, op het zien van zo veei dtiizend dödeH.
Nu toond htn V nabcronw hoe dat zy G 0 D S geboden
Verägtten, door den eis van Mozes te weerßaan.
Het bange V^ kan zelf die dooddraf niet ontgaan;
*Dewyl de Godfpraak reeds dat vonms heeft beßöten 5
Maar het heeft met den mens een zelve ßraf geniten,
Wantde EERSTGEBOOR'NE worddaarookvanmlgcroeid,
Geheel Egypte hoord hoe dat het bruld en loeid.
EH met de meujfen fihynt ^YN ßerflot te befchreijcn.
Op I S R A E L / op l op! ntt is het tyd van fcheijen,
Verlaat den Nylßroomy vj^lde Egyptenaar bedroefd
Daar al de plagen van G O D S gramfihap heeft geproefd.
BY aldiens ergens in de voorgegane plagen
van Egypte t 20 blinkt zekerlyk in deze
laatile de Godthcid door. De voorzeggende
bedreigingen gaanvooraf. Exoä.Xl.i. tkzal
»och eene plage Over Pharao^ ende over Egypten
brengen, daama zal hy uUeden van hier
trekken laien. vs. 4. Omtrent middernacht zai
ik nytgaan door 't midden van Egyftc. vs. 'j.
Ende alle eerßgeborenen in ßgypienlandt zul-
Icn ßnveny van 'Pharaos eerßgeborenen d/,
die op zyncn throon zitten zoude , tot den
cerf)geborenen des vee. vs. 6. Enäe daar zal
een groot gefchrey zyn in den gantfthen Egyptenlande
, desgelyke nooyt ge'-jjeeß cn ts, ende
desgelyke niet meer vjezen zal. vs. 7. Maar
by alle hinderen IfraHs en zal met eene hont
zyne tonge verroeren, van de men/chen af tot
Aebeeilen toe. Efcod.Xll.il. Wantde HEER
E zal doorgaan, om de Egyptenaren te
ßaan b:n zie daar! Naar de Icicer word nu
vervLild, het geene G O l ) bedrdgd had, ja
zclfs tot de Ilippunt der Iccier. Maar wie zal
zodanige ongewone dingen, ja eene eenige
voorzeggen, dan die alwys is l Wie zal de
bedreigingen ter uytvoering brengen, danliy,
die alraachtig is?
Ongewone dingen zeggc ik, j a eene alleen j
die te vooren nietgebeurdzyn: nochdaarna.
Eene Peß, of eene zoorte van een alderfcherpite
ziekte , vrybuytende door ganfch
Egypten j alleenlyk een eenige uyt een huysgezin
wegflepende, cn zulks wel door eene
jchielykedood, dewelkenietj a!sgemeenlyk>
uyt het midden wegvaagt het alderflechtlle
Ichuym des volks , worllelende met den
Honger en met alle rampfpoeden, maarallcn
eerflgeborenen Zoon 1 geen ondcrfcheid makende
van Geftelcheid des lichaams, Ouderdom
, ilerkte , adeldom, ja dewelke zelfs
nederdaald tot het Vee toe, en delfelfseerltgeborene.
Want zo by aidien de Plage alleen
maar den eerflgeborenen van 'Pharao had
getroffen, daar zoiidenverfcheidenenatuurelyke
oorzaken hcbben kunnenuyrgedagt, eti
te voorfchyn gebracht zyngeweeil, gelykde
zoonen der Geneesheeren vvel voorzien zyn
van zoorcgelyke gillingen. Want met denzelven
voet klopc de Dood aan de hurten der
armen en aan de Palcisdaken der Koningen.
Het zoude ook in d e oogen der Egyptenaren
een plage geweert zyn van weinig belang,
aidien dezelve maar eenige Thientallcn of
Honderdiallen van Slaven had getroffen. De
den vinger G O D S zicn
M m m ende
i
: I.
. l •
• • ; • '
11 .
Ii