N A T Ü U R K U N D E .
P R I N T B L A D CLXXXIII.
Cy zult 00h een Tafel mahn van Zitümhmt: tme elkn zal hare hme en een
eile hare breedte ' ends 66n cllc ende esn hulve zßl huave boomte zyn
Ende gy z-ültze met kuteren goude overtrekken: gy zult ook eenen goudenen hrans
daar aan maken^ rontom been.
Gy mit daar ook een lyfle rontom aan maken, een hant breedt: endezult eenen
krans rontom de lyße derzelver maken. Hxüd. XXV. vs. 23. 24 i j
T O O N RROOD TAFEL W o / QOm bevel gomaakt
Vit Zttlemhout, ahm met louter gouä beßd^en,
V Geen äoor de kunft gevirngt met fchönen htißer blaakt^
Om zig gehoorzaam aan dien bogen laß te äragea.
"De ?WÄ«/r/KOEKF,N, uit de
¿•jn offergdven, die ä'.
En wie hem nadetä 'worä met
En door verwo-,
1 -van V meel gemaakt,
behagen ;
^ onrzag geraakt,
als voor hei boojd geßdgen.
Dat heilig Brood verßtekt aan Jami z^n geßagt
Ten /i>ys op V Sabbathfeeß, na V ts voor ijod gebraut,
En daar zes dagen vovr zyn aang'zigt heeft gelégen,
Ten teken van 'i Verbond aan Abraham voorzeidj
dat zyn nazaat leefd tn volle veiligheid^
Als het in Kanaan een rußj>laats heefi verkrégen.
DEze Tafel is genaamt geweeft de Goude,
namentlyk van binnen gemaakt van^/Vtemhout,
maar metloutere voudeplatenovertrokken
, op welke zes heilige brooden op
eene ryge moellen geilclc worden, van dewelke
zie Levit. XXIV. 6.
D e afmeetingcn van deze Tafel tot onze
Europeefche maaten overgebrachc,zyn;
D e Breedte van eene Elle
In de Paryfche Maaten. ]n de Zurichfche.
i ' . 7". lof. 1'. 7". b'".
D e Lengte van twee Ellen
3- 3- 8f 3. s- 6.
D e Hoogte r^ Elle
3- 5- 9i- 2. Ó. 7.
O p de Timmering van de Tafel, welke
Joßfus fchryft naar die van -Delphos geleken
tehebben, zaüknietlangblyvenÜaan, noclitans
oordeelende het nodig lezyn, deszelfs
gedaante, gelyk die van veele word befchrceven,
voor oogen te itellen.
De Joden onderfchragen de Tafel op vier
kleine fpitze zuyltjes, dewelke mct binderen op
de Tafel naar het levcn gefneden worden ende
gegtaveert, waar in recht opilaande Fylaren
zieh onderling aanzien , over dwers zettcn
goude en gladde roeden, door welkede Pylaren
zelve worden verilerkc, en de Tonnbrooden
opleggen. De Mguur A. isontleent
UJit icmcbi Sacr. EUocbrijm. Mjrotb. ILfäg.
D e Figuur B. vertoond de T a f d „nar het
gevoelen vaii Tormeilut by Scaahus op de
gemeldeplaats, die door den naani van Knme
verflian dat gedeelte, het welk op liet Itahaanfch
Cormce word gen lami onder den naam
van U f f e dat gededl e boven den kopvande
pylaar by Fregius: weite troonc aan de Lip.
pe gevoegd Coromx , Cornigiam word genaamt.
Eindelyk piaatzen zy cene goudene
kroone binnewaarts op het pkt van de Talel
zelve, uyt louler goud gemaakt, een wc^nig
in het Vierkant verheven boven het vlakke
van de Tafel , of eene eironde gedaante, gelyk
zulk Arias Mantanus meend om de heilige
iirooden te fluyten, op dat zy door de
beweging van de Tafel niet zouden vallen
van deze plaals naar eene andere wordende
overgebracht : onder het gedeelte boven den
kop van de Pylaar zetten zy aan elkcn voet
nngen of rondrens, waa«- door de Handboomen
met goudene plaaten overdekt wierden
gellooken.
•vA
Eeee P R I N T -