; i , , . .
w . "i .
1.'
N A T Ü U R K U N D E . 25 1
na clat h^ etcn magh: een Gmer voor ceii í m f t , na hstgstal van iwe údcn ?
ieder %al nemen voor de gene die in ^vie tente zyn.
Ende de hinderen Ifraelsdeden alzo: enver%ameUkn, d'eenveel, en d ander mynigh.
Doch als zy het met den Gomer maten, zoo hadde die, die veel verxßmelt haclde-,
niets over-, ende dien die mfiig verzameld hadde-en ombrach nief. eeniegelyk
venflmelde zo vele ais hy eten mochte.
Ende Mofé zeide tot hen: Niemamit late äaar van overigh tot den morgen.
Doch ZI en hoorden niet na Moje, maar zommige mannen Ueten daar van overigh
tot den morgen: doe wielfen äaar wormen in, ende het viert ßinckende: dies
viert Mofe zeer toornigh op hen.
Z j nu verzamelden dat alle morgen, eeniegelyk na dat hy eeten mocht, viant als
de Zonne heet wert, zoo verfmolt het.
Ende het gefchiede op den zsften dagh , dat zy dobbel broodt verzamelden, tviee
Gomers voor eenen: ende alle d'overßen der vergaderinge iwamen, en verkondigde
't Moje.
Hy dan zeide tot hen, dit is V dat de HEERE ge/prokn heeft, Morgen is
de ruße, de heilige Sabbath des HEEREN: wat gy backen zonäet, dat hackt,
ende ziedet wat gy ziedcn zjmiet, ende al wat overigh blyft, leght het op voor
u in hewaringe tot den morgen.
Ende zy leiden dat op tot den morgen, gelyk als Mofe geboden hadde: ende het en
ßonck niet, noch daar en was geen wotm inne.
Doe Seide Mofe, etet dat heden, viant het is heden de Sabbath des HEEREN:
ghy en zult het heden op den velden niet vinden.
Ses dagen zult ghy het verzamekn: doch op den zevenden dagh ts het Sabbath, op
den zelven Kai het niet Kyn- , ,,
Ende het gejchieden aan den Kfvenjlen dagh, dat zommige van den volcke uytgingen
om te verKßmelen, doch zy en vonden niet.
Ende het hajs Ifraels memde zynen name MAN, ende het was als Konander-^aad,
•mit, ende é jmaak daar van was als honinghkoeken.
Ende de kinderen Ifraiils aten Man veenig ¡aar, tot dat zyin een bewoondtlandt
kwamen; zy aten Man, tot dat zy kviamen aan de pale aes landts Kanaan.
Exod. XVI. vs. 4> 5. 3i> 3)-
Wie zas ooit 'sionderhaarder regen
"Bat, V IS R A L1K T SK mlk ontfangt ?
Na dut het heeft naar Brood verlangt,
Ziet het de vetde» door GOOS zigen
Met Hemels MANNA be^aaid,
IVaar af bet aanßondi vrupen maaid,
En zender eens het -ueld te fleegen.
e Onbegryflikheid van de eeutaige Offennagt!
De '^md ziet tot z^n zielsgenoegen
Het Brosd -van zelfs hem taegebragt.
Z6 dra het ligt der zonncßrdlen
'Ben nagt doet 'jijken doir zyn gloed,
Word hy met verffe f f y s gevaed,^
En gaat op 't veld zyn voedzel hälen-,
Ceen -jiedzel dat het aardryk heeft,
Maar dat de hemel aan hem geeft:
Het MANNA dat hem Jmaakt als Hming,
En voor een hi'leti dag zyn eetenslnß vtldoet,
Zo Word in 't veld zm felrrale wémtig
Ceioeßerd door een hemels zM.
1 ,
l ' l
JiHi
Sí'
» • ;
J .¡¡tl
,11;';