- mmm
.
N A T U U R K U N D E. 301
gemaaktViinZictimhout, en mst goude planten
overtogen. fc'.n her fchync aan Lundius
waarfcliynelyk, dnt elk Berd gehad heefc 5.
Ringen in dezelve tuíTchenwydte van den anderen
, dat dcrhalven de ryge is gewceft van
5. Ringen, en door elk van dezelve een Rychel
doorgefchoten, deriulven vyf Rychels
längere uyc de kortere t'iamen gevoegd. Daar
en boven 7.0 is 'er , behalven de Rychels tot
noch toe gemeld cene andere gcweell, devvelke
Herderen, van binnen, noch van buytenkunnende
de een boven de andere. AUvaar 00k llaac
aan te merken, datdezeRychelsnietgeweeil:
zyn van 30 ellenineengedurigelengce, maar
beflaan bebben uyt deelen konrtiglyk in een
gewerkt, of door een eindelyk fchuyfhout
l e -¿amen gevoegd. En het bcliaagd ^ofefus
w e i , dat deze korter Rychels, of gedeelde,
geweell zyn van J. Kubiten^ zo datö.uytgernaakt
hebben eene lange van ;o. KMtent
namentlyk in de Zuyder of Noorder Wanden,
en 2. in het Weilen. Zo waren 'er van noden
15. langer en 70. korter Rychels, enie
zy als de aldervaite rauiiren hebben gcftaan,
van gene, zyde te bewegen. Deze word vermelt
het een einde tot V ander einde. En tot bewys,
diend, dac de Beideren niet alleen 4. vingeren
welke verborge Rychelzelvemede, gelykde
cerile, te zamen gcilelc wierd uyt deelen,
of korcer Rychels.
is het í6. vers te verftaan. Gy zuk ookrycheleti
der eener zyde des Tabernakels, van die
ging dwars door de middelile en vaile
worden gezien, maarteneenemaal bedekc,
door middel van welke alle de Berderen
dermaten aan een gevoegd wierden , dat
x'j'. 18 Ende de middelße Rjcbelzal mtdden
aan de Ber deren zyn, door fehlet ende van
al was het alleen maar deze Rychel,
dik zyn geweell, maar eerder cene elle,
maken van Zittimhout, vyve aan de berdsren
P R I N T B L A D CXCI. CXCII, CXCIII.
C X C I V . CXCV. CXCVI. CXCVII,
Cy:iultookeenen JLTAAR maken van Sittmfmt, 'U'sf ellen^al de lernte tjn A B.
ende vyf eilen de breedte CD. merkanti¿^d de<e Jltaari^yn, ende drie eilen
boogte AC.
EndegyKidtynehoornen maken E E E E. op zyne vier hoeken, uithem füllen Kyne
hoornen zy», ende ¿y Kult her» met kofer overtrekifn.
Gy !i»lt b"" 00'^ P""'" ajfche te ontfangen F. ooi zyneJdoe feien , ende
^ytie beffrengbekl^ns G. ende K.y"e kl'amvelen B. ende z »e Kool¡iannen I.: allezy
gereetfcbitpznltgyvank."iennaken. .
Gy íxií hem eenen roofter maken van kaperen netwerkK.L.M. N. endegy z«¡t aan dat
tiet vier ködere ringen 0. ma{en aan K.y»e vier einden.
Endegy Zitlt het ( n e twe r k ) onder den mmeloop des Altaars P. g . van heneden 0¡>¡eggen:
dxs> dat betnet tot het midden des .-iltaars
Cyziltookjiandthoomen maken tot den Altaar R. bandtboomen van Zittimhout, ende
gyzdtxemetkoperffvertrekien. , , , , „
Ende de bandtboomen zdlen in de ringen gedian worden, al^oo dat de handboomenzyn
aan beide zyden des altaars , als men hem draagdt.
Gy ztlt hem hol vanplankfn maken; gelyials hij » op den berg geme^en heeft, alzp XJil-
' k n z p i ' i n - Exod. X X V U . vers 1 -8.
Het B R A N D A L T A A R 'J W cpieriff,
Niar V uoor/cbrift dnor G O D S mondgegcven:
Men ziet V hier afgcbeeid vaar '1 lévea,
Op mcu'^ gezet in V m'iäda^ltgt.
Dff gUns van V kopsr blinkt in de cogen,
1><iar V A L T A A -V "^^er bochen praald,
Met H O O R N K N , dnar het vnm of ßraald,
Het offervimr noor V Alvermógen
Voor V priEÜers havá geßookt, gevoed,
Vertecrd het Vé in siynen ghed.
G g g g Men I 1,'