iíl'^t
i¡
•
WM
P'f i-
- p i i i ! ;
f.«
N A T U U R KUNDE.
kwaad tegenflaan , en dat wy niet dulden,
dat w y door deaanloklykheden van wellüilcn,
o f andere gebreekenzouden worden ontbonden.
Dusdaniger wyze is het wel geoorl
o o f i naluurkundiglyk vandegilling te rcdeneeren,
maar anders Geneeskundiglyk. Dit
g e g i l l e brood is beter dan het ongcdeef¿en>
d e , lichter, meergaar, dit ongegifteDeveel
o p een gepakt en ongaar. Nietdaarora, het
w e l k T ^ d m heeft gewi lt, omdataandejooden
het ongezuurde brood door een eeuwig
en voor een dagelyks gebruyk zoude "zyn
v o o r g e f c h r e v e n geweeit, maar alieen, in cenen
verborgen 7.in, dat Feell der Ongezuurd
e brooden, zelfs ook niet alle de zeven dagen
geduurende: want op den ecrilen dag
was het noodzake l y k , op d e zes anderen ilond
het vry:- en toen was' het geoorloofd in plaats
van ongezuurde brooden te eeten , Boek-
-weit, ge^oohe Jardvruchtea of Boomvrnchten,
het welk uyt SakmouQiiMamonideshQ-
•wezen word door 'Tetavius over Epi^banius
van de Kettcry der /ludianen, bl. 193.' Nochtans
is het niet alieen verboden geweeft geduurende
die dagen zuurdeeg te eeten> maar
o o k het zelve binnen 's huys te hebben, en
dar onderdiezwar e ilraffevan uytroeijinguyt
Ifi-acl. Bochart op dezelve plaats.
Ik ga voort tot.de Merorim, de bittere
k r u y d e n , by de L X X . Pikrides, van dew
e l k c wy kunnen zeggen, dat w y werk hebben
en met den ovcrvloed en met het gebrek:
o v e r v l o e d , byaldien wy leezen de lylle, dew
e l k e tot dit heilig gebruyk , volgens de
overlevering der Joden, gebruyktzynj geb
r e k , by aldien wy overwegen dat dienaam
algemeen is ja gebrek , by aldien dezelve
mocten overeenkomen met de volgendekentekencn.
(t.) Zy moeilen bittere kruyden
z y n , dit wil het iiamwoord marar, bitter
zyn, tncrirt, bitter^ merora, gai. fi). Eetbare.
(3) van de Lente, ora dat zy in de
2 2 1
maanden der Lente wierden gegcten Exod.
Xll. 8. Nim. IX. 11. (4.) Zymoeitenkunncn
gevonden worden in Egypte^ 'Juden ^ en
d e naburige woeÜeny, alwaar het Paafchfeeii
isgeUouden. (f.) Opden weg te vinden, cn
ten gemeenen gebruyke, want die zeldzamcr
w a r e n , zouilen noch gemakkclyk zyn ontmoet
gewecil, noch voor eene zo grcote
menigte zouden zy hebben kunnen genocg
zyn.
U e Schryver van Mtßtd in Tefachlm x. kap.
39. bl. en uyt den zelven Ma'monides hb de
ferm. kap. 7. §. 13. relien deze vyf o p , Cha.
zareih y i)lßn , thamea, charchabma , en
Mcror. Dat Cbazareth Lattonw is. ftcld
Bochart. bl. 601. vo&r bekeud , en die wel
geloofd, die dewelke de Duyt fchen Haupt lien-
Salat noemen. In de Cemara word het uytgelegt
door Chaßa, dat Aribifch is, en Lat^
loiiw bctckent. Béde de Cbazareth cn Chafa
leiden de Gemanßen af stiViCbous^otitfermen^
om dat dcliclfs gebruyk is op den Paafchavond,
op het Ayondmaal, het welk aangeilelt
word ter gedagtenis van het Paafchlam,
het wel k een Zinnebceld is geweeit van de
G o d d e l y k e Barmhertigheid. „ Wat isC/;a/ereth
Ì het zelve dat Chafa, om dat G Ü D
„ zieh over ons ontfermt heeft. Bartciwra in
„ Gefach kapx.bl.i^. en Buxtorf geefc te
verftaan Lex. Rabbini bl.yti. dat by
d e Rabbynen betekend de' Latwaie zelve.
D o c h byzonderlyk behoord hier toe de La.
tuwe 'Fikris genaamt by Plinlus het XIX.
Boek het 8. kap. „ het aldcrflimile zoort
„ Cyan Latuwe) hebben zy met vcrwyt van
„ bitterheid picrida genaamc. Maar, gelyk
w y ftraks' zullen zien, de pikris de laiwjje,
is mede een gelyknaming woord van de
Cikorey , en van de Zaey-laruwezelve, de
bladenvT'orden bilter, de plant tot cenen Iteci
groeijende. De I. Figuur vcrtoond de Hoojd-
Salaad.
P R I N T B L A D CXXXIX.
r^NnlJin word verfcheidenlyk vertaald Ci-
^chorey,Cbaropl-jylltim, Konyven-kruyt, Hazeii
koolen, doch de meclten hebben Intuba,
Endìvie i van welke de Dichier:
— EH de Endivie met bittere vezeltjes.
V o o v Endìvie isde CeviaravmàQ Jeruzalem/
che Talmud in 'Pefachm , alwaar gnul/ìn
vercaald word Troxim'us. het wel k de Endivie
zelve is, (Ti^if, Didimus Gecpon. l. XII.
c. 28. Seris toni' ejli irooxima. Trallianus
doorgaans, entubon kai trooximn. ,Hiervan
daan is her, om dat de Endìvie eetbaar is,
en raauw metazyn gegeren w o r d , dacdeuytleggingcn
door Stephamis uytgcgevcn hladz.
Il, Acetaría^ kruyden, die met azyn worden
gegeren trooxima noemen , naraentlyk van
trùogooy knagcHy verbyten. Maur in de Gemara
zynUlßn van tvveederlei zoorten, l ' A
ßn van het veld, en Ulß» van den Tuyn, en
daar word by gcdaan, dat Vlßn van den Tuyn
Latuw'vs, om dat dezelve nàar deLatuwgelykt.
"Ry'Dioßorides Seris ; àt zaai-cichorey
is meér »aar de Latnrsj. gelykende, en breedVÜ»
blad. Want hy maaktmcdcondcifchci d ruf-
K k k fche n