ra • p
N A T U U R K U N D E, 215
i r
hier denHcidencn. W'y worden in zo vede
d o n k e r h e d e n orn¿wachtclc, ais wy iiacíitcn
dooi b rengen. De duiflertnffcti zyn nattmrlyk
g f l y k ook die liezwymingcn van /onne cii
Mane- Mnai- dar deze Egyfti/ibe ten tene-
]iiaal buytengemeen is geweel l , en wonclcrdadig,
'¿al blyken uyt verfcheide ontwyfielbare
bewyzen. Doch zal de wysgeerce nooic
z o v e r kernen j dac '¿y zoude kLinnenbencolit
e n , welke natuurelyke lichamen zouden
xyn veranderd, enopwatwyze? DezcVrage
2,a]blyven, zonietonaangeraakt, tenminllcn
onbcilcchr.
Mozi's ßrekt, op G O D S bevel, zyne
hand u)t na den hcmel^ ende daar wert ecne
dikke 'duißerniUe in den gAnt¡chen Egyptenlande.
vs. 12. Welk verband, b idiku, is 'er
tuíTchen hct uytilrekken van eenen ilaf, cn
d i e , meér als C'mmer 'tfcbe , diiyßerniflen ?
T u i i c h e n de Oorzaak ende het gewrochte?
of liever tuflchenhet T e k e n en het Voortgeb
r a c h t e ? Tuflchen debewegingvandcn Arm
cn den loop der Natuur door hoger oorzaak
algebroken ! Nochtans zullen wy de Natuur
niet onaangeraaki voorbygaan, zuüende bef
c h o u w e n , wat 'er in die omftandigheid van
t y d zy voorgeviillen., alfchoon dat 'tgeenwy
zien zullen, enkele duyilerninen zyn, zodanige
zullende blyvcn, als het de eerfte uycw
e r k e n d e oorzaak zal hebben behaagd, zo
d e wyze, als d e zaakzelve tc operibaren. Wy
//.ullen eerllelyk aanmerken de Zovne de
c n u y t g c p u t t e bron'van licht, zonder welke
d e ganfche a;irde in geduurige , en dat de
.alderdikílcduyfterniíTen zoudezyn omzwacht
e k , geen leven, gene wannt e in den gelielcn
dranikring van dit gcllcrnte zoude zyn. Dat
deze gcleden heefc jn di e drieuurige diiyilcriiiilen.
van het lyden is buyten alle twyf iel , om
d e Zonne , noch van de naburige landfchappcn
dac de gehele aarde dat ganlche Halfrond
d e r Aarde, het welke de Zonne moeit verl
i c h t e n , verdonkert is geworden. Doch hier
is het gantfchelyk de .plaats niec voor deze
redencring. Deze Plage is Bgyfte , allcen
maar ., gene naburige Landfehappen het zy
van Azie oí Afrika, zelfs niet hct Land Goftn^
dat ?en gedeelte van de Egypttfcbe Allecnh
e e r z i n g was, overgckomen. Hct blykt uyt
deze omitandigheid van het ongewone Verf
c h y n z e l , dat de zonnei n diendri^daagfchen
l y d van haar luyfternietsheeft verloren,noch
dat 'er iets verändert is omt rent de afpuutige
omdraaiiing der Aarde., Derlialvcii nioctmen
a t k i i m m c n e e n c n l a d d e r v a n 206+00C0. Duyii
c h c mylcn van d e Zonne naar d e Aa rde . ende
den rondoin dezcn omgegotenen Ringdamp,
b y z o n d c r . d c Kgypiifche, dewelke by aldien
d e gifzing plaacs kan hebben, gclyk het is,
o p e'ene buyten gewone wyze zod^inigis verd
i k t geweell, cn mct uycmuntende zware
dampcn voor dien tyd is bczet geweeil,
dac de Zonceflralen noch lynrechc van
wcdcrom gckaaril dezelve licbben
kunncn doordringen, noch'.anü de vlneibaarh
t i d hcbbende bclioudcn, of deandere Hoedaniglicdcn,
uodigvoor hct Lcvcn van V e n -
Ichen ende van beeilen. Wanc wy Icezcn
n i e t , daticrrwntder Egyptetmren in d e z e v.cei*
d i k k c duyllcrniircn vcrlmoort is geworden.
Uac 'er dnyflemilfen zyn^ dus verkondigd
G O D hct vonnis cloor'cenrechtvaardigoordce!
gcvclf, datnien da dnyjier-.üße rajten zaL
De IcLtcrlyke zingryptnauwclyksalhifrplaais
om de 70 even by gebrachte redcncn. Hetis
ccnc ovcrdrachtige ¿preckmanicr, gelyk die
van de HoogHuyifchen, es ijf fo ßuHer^ das
mau einen Finger darinn könte abbrechen.
„ Hetiszoduyilcr , dat meneen Vinger daar
„ in zoude können a fbr ckcn" , tcnzygy.vildet
zeggen, dat 7,y, de Lucht zynJe als bcvroren
hct leven der Icvcndc Schepzclcn doof
een Wonderwerk heeft bewaard. Daar kan
ook op het Toneel der Beichouwing geUelt
worden eene byzondere verander i ng in de
oogen en zinnen der Menschen, vaii welke iic
in het vervolg mcer zal zcggen.
H e t is ten ccncmaal 7.onderling endeongch
o o r t , dat de een den anderen n:ct en zagb,
áat ook niemant van zjne flaatze konde opfiaan
in drie dage» , het tweede mcrktckcn
van het Wonderwerk. Mcn m.ig!i hier uyt
b e f l u y t c n , dac noch de lampen gebrand hebben
s noch de fakkcls , de w e l k e de Esyptewa^
rjhebbe n willen ont f tekcn, alle onderh;indcling
van eencn igelyken mct ?.ynen naafteii
ten eencmaal zynde afgebroken.
Het derdc kenmer k van liec VVnndcrwcrk
i s d i t j dal by alie de kiuderen Ifraels Ikht
geweeft is m hare'•juonwgcn. -vs. zi;. Dac de
zonne overhcnl iedcnhccftgcfchencn, dat de
ilralen van dit gei lerntedoor den Luchtdamp
vry zyn doorgezonden geweclt, en dat de
v o o r w e r p e n , de oogen ingcdrukti van daar
tot hct gemoedzyn ovcrgcgaan.
Deze duyliernilieuder>%)/'/'r;;/:jr;/worden
van den bchryvcr van hcc Sack der U-'yibeid
a l s d o o r e e n c wydlopige uyileggingvcrklaard,
waar van ik allcen maar zaUcvoo.icIiynbrcn«
gen die dingen, dewclke de p.ilcn vai) myii
bellek cn voornemennicioverlchrccde.i.i-á/.
XVII. I. 'f^ant «•si-f oordeelcn zyn groot ende
zrjjaar om te verbalen ; áaaróm'Z^w de zielen,
die vict (mder-u;ezen zy», ver leid gcsjorden:
vs. 2. IVant de ongei ecbtige ^ als zy haar onder'
jjovden het heilige wlk onder humic macht
te hoiiden, lagen gebonden van de dHyßertüjfcn,
ende geboeyd van den laugen »acht, bejkten
zynde onder de daken, als vlncbtig voor de
eenwige Voortienigheit. Alvvaar de kfachlige
u y t d r u k k i n g e : dfnsioißotcns kay marras pedeytas
mkios, katakleißbcntes oropbois, byna
gelyk met Aiev^'O-y'idasvs.6. „mccceuwige
„ bmden onder d e duyilcniiÜc." tike nacht
is
'it';
I i ,
V j
-•1:
Ii.
irli:::?