w
i '
i'ii N A T U U R K ü N D E. 189
Ende de HEERE deck na den morden Mofe: ende devor/chen ßoYvens üyt di
huyzeny uyt de voorzalen-, ende uyt de velden:
Endezyvergaderdenzetezamenbjhoopen,endehetlandtßonk, Ex o d : V l I I . v s . i - i 4 .
Myn GOD / ''Me fchrikt niet voor ww magt?
IVie bieft niet op iuw wondcrdaden?
E G Y P T E tijord ten val gebragt,
En door zpi Komngs trois verrdäen,
'T>e fiaf van A A R O N ßadt. op V woord
Van MOSES, in de waterßromen,
Ken teliloos tal van V O R S S EN hm-d^ .
En ziet men uit den Nyißroom komen.
Dat villi en kwahnd ongediert'
Dringt door in Huis, in Bed en Zalen^
Daar V dag en nagt onaardig tierd,
En niemant tocluat ruß te ha'len.
T>e vuile VORS fpringt op den Dis
In Baktrogy JVatervat en Oven:
i^iet dat voor hem verzekerd is.
IVie voeld zyn eetlufl niet verdSven
Wanneer de V O R S morft in den /pysi
Enßbent de lekk're disgeregtenl
Ja komti door G O D , op zyne wys
Het Volk van P H A R A O bevegten.
Beeft gy nog niety ö Vwinge'land.'
Wilt ge 1S R A E IJ nog wederhouwen ?
Kunt gy in dezen bangen ßand
G O D S fkande band nog niet aanfchouwen ?
Ü Ja! ^ word naar V fchynt ontroerd^
En bid dat MOS E S d^ze plagen
Weer van uw volk en landen voerdy
Om hem de vryheid op te dtdgeny
'Dat hy het volk ten offer leid,
fVaarom gy ISRAEL hoord ßneken.
d Fbrßl denk op uw veiligheid
En wilt V geen gy beloofd, niet br^ken,
ZV VORSSEN/i^rw» op ^¿n nagt,
T^og ongedierte is naauw verdreveu,
Of uw belofte is zonder kragt;
Maar GOD laal u atc loon haaß gdven.
BY aldien het waar is het geen Cicero fchryft
zm Attikus l. 15. Ep. 16. „ Ik vreeze
voor regen, by aldicn onze voorbeduy-
, dingen waarzyn, wantde Vorfchenfpree-
, ken. Zoishetmeérwaar , datde Vorfchen
alhier fpreeken ende door hun gekwak
door geheel Egyptenland de heerlykheid des
Alderhoogllen GODS verkondigen, ja
opzingen , den ondergang aan Tharao en
Egyptenland voorzeggende.
Datmendoor 7zephardegnim Vorgehen moet
veriUan, niet gelyk zommige by Aben Ezra
gewilthebben, Krokodillen, blykt (i.) Uyt
de cvereenllemming van alle de Uytieggers.
Ci-) om dal de overb!yf¿e!en van hec Hebreeuwfche
woord behoudcn debenamingen
van de Kaldeeuwfche, Syrifche, Samaritaanfche
, Arabifche Talen. In Lex. Meninzk.
p- 855. lezenwy, dat een Vorich van de
Arabiers word genaamt Zafda, ZyfdyyZufdu.
tvi_pag.i0^(). Zafadyy Zafadi^ InhctMeèrvoud
rSZafd^-, d;ur komt by Zaba by cJd
Poelen, in het Arabifch 'Diphda, J:5ochart
Hieroz. P. II. L. I^.c.i. wil voor dipharde of
dipbrada en hec Hebjeeuwfche woord zelve
Tzephardeatig te zyn cene Arabifche afkomih
( 3 D e ganfchc gefchicdenis loopt uyt op Vor-»
fchen niet op Krokodillen, ja op VV'atervor^
fchen, niet op landvorfchen.
Omtrent de voortbrenging dcr Diercrt
komen zcer vele zaken voor, dewelke dezo
verwonderlyke wysheidals macht Vàn G O D
verkondigen. Dit onder andere, hec welk
hier byzonderdiend, datdevoortteelingnieE
op ikanden voet gefch'ed, maarby opvoiging,
en dikwyls eenc lange vertoeving van nìaariden
en weeken vereifchen tot dehehvormingen
van cíe minile bloedeloze Diertjes, om
dac deze wet der langzame veranderingen irt
de natuur van den Opperilen Scliepper is ingevoerd,
by gevolg zulieii alle oogenblikkise
veranderingen verwonderlyk zyn. Eene zo.'
b b b danl