1 •
. r F .!
^'iif'i:' •,
Jii«!'
i k . . , . ,
:• . •
l i . v
il
220 G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D CXXXVIIL
Euäe zy zuUen dat vleefch eeten in den ßlvcn nacht: aan den vyere gebraden, met
ongefmirdc brooden, zy zulkn 't met bittere fanje eeten.
Ghy en zult daar nietraeim van eeten, ookgeen/im in water gezoden , maar aan den
vyere gebraden , zyn hoofdmet zyne fchenkelen, ende met zyn ingeiaand.
Gy en zult daar ook niet van laten overblyvcn tot den morgen: maar 'tgene dat daar
van overbJyft tot den morgen, zult gy met vyere verbranden. Exod. XII,
vs. 8. 9. 10.
Zishier, ^ISRAEL/ dmr yy het V \ XU ßagt,
Hoe V '•d^äre V R K D Ii, L A M den doodfmk eens zalßndkcn,
Wanneer hy van het juk der Wct u vry zal mdken,
'Laar loy onfchnldig --j^ord naar Golgatha gebragt:
Vit P A A S L A M , dat gy mi zo hoog, zo dnurhaar agt,
Moeß als ccn voorfpel u »aar V wäre L A M doen haken,
Maar als de S ILO komt z,al by uv} hart inet rdken^
Zo min a / j P H A R A O beeft G 0 D S bcvel betragt.
Ih is verhardi maar gy zult dan mg erger 'xizen,
Het P A A S L A M beefi niet dan geweld en moord te vrdzen^
Wanneer gy roept: zyn bloed kam om en onz' zaad.
V'ji) bitt're kruiden zyn de bittere Alzemteugm
Die gy aan 't krtiis hem fcbenkt, 6 naar! odroefgebengen ^
Gy eet '¿¿»i P A A S L A M , ¡choon 'i P A A S L A M niet verßaat.
HEt braden volgt op het ¡lachten van het
Lam, het eeten -¿al op het braden volgen:
wy zullcn alle zakcn bczicn op die '¿clve
Order, op dcvvelke zy worden gclalb
\ ' an de mamere der bradinge vermeid de
H . T e x t nieis. Doch dezelve word bcfchrcven
van Maimonides in het Boek van het 'Pafcha
kap. 8. „ Wanneer zy het zelve bnv
3, den, ileken zy het midden door midden
„ uyt den mond tot aan de fcharaelhelt, en
„ Vuur daar onder hebbende gelegt, han-
„ gen zy het midden in den oven op." Derhalven
draaiden zy het niet, zo als wy docn
aan een yzer fpit, maar met een houte fpit
doorboord zynde hongen zy het op, weike
vertooning inderdaad eeniger wyze KRIST
U S , aan het Kruys hangende, verbeelde.
Voornamenclyk by aldien wy overwegen de
woorden van Jvßinus, zeer ervaren in de
Joodfche zaaken, IQ Sichern., uyt eenen Zamaritaanfchen
Vader, geboren, in de ZamenfpraakmetdcnJoode7?'
y/'^ö«. Togarzm.
„ Want het gebraden Lam naar de gedaante
„ een kruys gtlyk gefchikt zal aanhetvyer
„ worden gebraden. Want een fpit van de
„ onderlle deelen af tot het hoofd toe inge-
„ Ünken word'er doorgelloken; en weder
„ ccn ander tot aan het fchouderblad, aan
„ het welk gehangen worden de handcn van
„ het Lam " of de voorfte beenen. Boch.
Hicroz. />. 1.1. II. c. so.
By het Lara worden belail: ongeßiurde
brooden , ende bittere ßivfen , kruyden.
Mitzoothz\Vi eigcnilvk zuyverc en oprechce
brooden, van alle giiling gezuyvert. Want
de Ouden hebbendcnzuurdeelzem voovcene
zoori van verderving gchouden. Hetishicrom
dat Hieronmus i lior.V. 6. en Gal.V. 9.
voor znmoi hceft verderft. fc cn weinig zuurdeefzem
verdeiß het gehecle decg. '^f lutar^
chits vei haalt Rom. ^laß. dat het gebrayk
van zuurdeefzem '"jnpters Opperp ri eller was
verboden, omdat „ hetzuurdeeg, doordien
„ het uyt het verderf is voortgekomen, mec
„ het deeg zynde vermcngd, het zelve be-
„ derft." h,n terilont daar na: „ en zeker-
„ lyk fchynt de giütngeeneverrotting tezyn.
Inderdaad is de gifting ook eenen trap, eenen
weg tot de verderving. Die dingen dewelke
verrotten, gaan door de giiling door.
De gifting is cene beginnende onibindingder
deelen, deverroccing een gcheele. Dievermaning
derhalven van den Apoitel, dat-wy
Feeß zouden houden in ongezuurde brooden der
ofrecbtigheid, iKor.V.'6. moet zo worden
verflaan, dal wy met vereenigde, cn als mec
zamengebondene krachten van ziele en lichaam,
van Verftand en van Wille allerlei
kwaad
TAJV. c x x x v i n .
fixoin Cfli'.xn.v
A ^ i n i s Afsaliis