i.:,
•Mir
2 6 0 G E E S T
D
E I/ra'ól'tten raken in eenenVeldOag te-
'gen de AmaLekiten, onderde Veldlieerlch;
5p van JoJua^ inmiddels bid Mozes, op
den heuvel, vanwelkehetgezichtopenilond
over het veld van den flagh , voor zyn Volk
toe G O D , met de banden om hooge geheven,
mee zo veel vuurigheid, dac zo Unge
M<izes ZV'S band oj>hief , zo 'uiias Ifraí'/ de
ßerkße, maar tet\üylín hy z-yue band tieder-
¿iet, zo was Amakk deíierkfte. vs. 11. Doch
de armen worden nu en d¡in inoede, misíchien
uuren lang in dezelve gcilake gehou-
E L Y K E
den, in eene aan eenhoudende oeffening geílek
zynde de üphef-Spieren van den arm,
de Benedenjp'.er A. de Boven fpier. h.
ToUe. C. Tweehoofdig , en de binnen í le,
van den arm E. Coracobrachiali ; de loop
des bloeds xynde verrraagc, hier en daar de
bloeddragende vaatjes gedrukt zynde : Met
een vvoord> Mozeshandenwordenfwaar zo
dat het nodig geweett is, dat zy van de byliaande
/iaron en Hur, ja fíeenen daar onder
gelegt zynde, onderfchoortzyngeworden.
P R I N T ß L A D CLXVL
Ghy lieden hebt gelten, 'wat ik den Egyptenaren gedaan hebhe: hoe ik u op vku~
seiender arendengcdragcn, ende n tot my gebracht hebhe. Exod: X IX. vers. 4.
Zyt welkom AD E L AAR. '
. ^-v n^lugt hef: my ott hofjg; 'k genauk de zonneßräleny
Om zmgeudv GCjDS Ihfde en grootheid af te mdieHj
Die eerß de E^ypteuaar
T)eed in de gölten ßteven,
£ « LS R A E L als op wjj vleugels heeft gebragt
In Sinai s woeßyn, om met zj» gants geßacht
in vryheid daa'/" te liven.
T)e Liefde tot uw kroofi
Doet me in een zimiebeeld G O D S grdte liefde aanßhonweny
J A C O ß S nazaat heefi gevoed en anderhouweit,
En door zyn magt vertrooft^
Gy äraagt en torfi wj) Jongen
Op bergen, hemel hoog^ tot hume veiligheid,
Zo tvierd 00k 't "jodendom door 't Goddelyk beleid
'Den ßaafßhen band ontwrongen:
^a V Word door de Oppermagt ^
Voor 'uvildern/ffeu, dorre en zat/dtge woeflynen,
Door vyandeii, die het op 't vieeszehkß' verJcbyneHy
In veiligheid gebragt.
Gy hebt tny opgeh^ven,
Snel-vhegende A D h, L A A R ! kom breng my we^r rer ncer ,
Zo löve ik met den Jood den gtöten Ö^perkecry
Zo lang hy tny laat Uieit,
TOt ons komt de Arend overvlicgen, de
Koningen Leidsheer derVogelen archos
oioonoon Tind. Tyth I. Aietos oioonon proß:reßatos
gelyk denxelvcn ^¡intus Smirnceus
noemd de \^rend de uytviuutetiße der Vogeten,
IJH. vers. i^l. By den Hcbrceuwen
genaarr.t Nejcher, de ecrile Vogel onder de
Roofvogels, waarom h y van de Arabieri ¿\eßr
Word gebyniiamt van Na/ara, mer den bek
afknypen Welke woordaileiding meêr over
een komt met het Hebreeuwfche W oord, dan
die van Rabbi Bechai van het Kaldeeuwlche
woord Nefer, om dac hy door zyne vlucht
tot het Element des Vuurs opgeheven iteil
in Zee valt ; of van anderen van afvloeijen
om de uytvalling van de vcderen, of van
Zien, Inhet Woordeboek van Memnskitts is
onder alle de gelyknamige vvoorcicn vnn een
Arend, zo vele als 'er d.iar voorkomen geen
een, het welk op ons Nefcher fpcelt. Der
Griekcn aetos , aietos fchynt af te Hammen
van het Hebreeuwfche Gnaijtth, het welk
in het gemeen een roofvogel betekend.
De liefde van den Arend tegen zyne Jongen
is zodanig, dathygezegt word dezelve
rietalleen te dragen in zyne nebbe ofklaauwen,
maar 00k op de vkugeleo, of fchouders. By
•l'haar chus Over de burger ly h onder'wyzing
komt voor het Koningje van ^fopus ^evoerd
op de fchouders des Arendt y en by ^lianus
de aanmerkelyke gefchiedenis bli'H. üb. XU.
c. z\. by aldien dezelve waarachtig is, van
Tilgamus een kind te Babel^ het welk, als
het van den top van het kaileel van boven
nedcr
TAB.CLXVI.
E x om fai'.xrx.v.4.
A l m i l a pullos g;esrfliLS
^«^il'Mrr ú-ai\f |cnte giutj im.
C.JlfuirzTZ.} Sr'rtvtffi" SCidp
111;
„r
"ii'irj i
II
IM..