
In een brief aan koning Lodewijk van 25 Februari 1807, herhaalde: de Magistraat zijn
verzoek, hetgeen eene goede uitwerking schijnt te hebben gehadalthans bij decreet van 6
Juni 1807 werd het muntgebouw door den Koning aan de Universiteit afgestaan. ;*<) De
brandspuit van de munt werd aan de stad geschonken, terwijl in, Augustus van dat jaar door
den gewezen waardijn Huijsraan in het gebouw verkooping werd gehouden van de overige
goederen. Een protest van den Magistraat, tegen deze handeling, als niet geschiedende. door
de stedelijke roededragers, baatte weinig; bij Missive des Konings van 1 Augustus werd be-
volen dat de verkooping door den waardijn moest plaats hebben.
Bij zijn verblijf op 28 en 2p Juni 1808 te Harderwijk, werd door den Koning 00k een
bezoek gebragt aan het gebouw alwaar sedert 1584 de munten voor het gewest Gelderland
zijn geslagen. a) In het* Archief dier stad bewaart men nog een tweetal ijzeren Stempels,
de eene met het Stedelijk wapen, de andere met'eenige rosetten, beide, waarschijnlijk van de
munt afkomstig.
1) Raadsbesluit 12 Juni 1807, ao September 1807. Völgens mij gedane opgave, is de Akademie niet in
het bezit gekomen, maar is het voormalige muntgebouw tot in 1815 aan particulieren verhuürd geweest
en van af dien tijd als kazerne gebruikt. Het gebouw Staat in de Smeepoortstraaf.
a) Raadsbesluit 4 Juli 1808.