
remedie en sleischat als van den leeuw; de koers van uitgifte was f 6,— . (Resolutiën Holland
en Westfriesland 15 December 1581). Volgens den Generaal van de munt te Dordrecht,
was de koers waartoe de nieuwe Geldersche munten werden uitgegeven te hoog, en had de
groote rijder slechts eene waarde van f 5— 15, de leeuw van 3 g. 11 stuivers, de daalder
van 36 stuivers en de snaphaan van 5 stuivers, zoodat het t.e vreezen was dat-alle goede
munt uit Holland verdween, om omgemunt te worden in Geldersche, ten ware bij placcaat
de waarde werd vastgesteld waarvoor de Geldersche munten, ov#reenkomstig hunne innerlijke
waarde, gangbaar mogten -,zijn.
N?. 20; Geldersche rosenobel, op een gehalte van 23 kar. 10 gr.; in de snede 32, remedie
i gr. x/a eng., sleischat 1 p. 17 sch., koers van uitgifte 7 gulden 10 stuivers. Hiervan sloeg
hij 5389 stuks o f zuiver 5274, waarvan vervaardigd waren vóór 17 October 1583, 76 mark
18 k. «/s g r ., en na dien tijd 86 m. 21 k. 5 gr,
Deze munt werd later ook nog eens vervaardigd , en. wel tusschen 15 Maart 1584 en , 20
Augustus 1586 (zie hierna); toen werdèn er nog 40672 stuks van geslagen.
N°, 2;i en 22. Gouden rijder,. gehalte 21 karaat, in de snede 72V/xas, remedie 1 gr. 1 eng.,
sleischat 12 gulden 2 stuivers. Op 25 October 1583 werd. de Sleischat op een rijder gebragt.
De koers van uitgifte was jf.3.— . Hij sloeg hiervan 7552 stuks, o f zuiver 7369. Ook later,
en wel tusschen .15 Maart 1584 en 20 Augustus 1586, sloeg meper nog zuiver 1512 stuks van.
N°. 23 en 24. Zilveren rijder, gêhalte 10 penn. 4 gr., in de snede ^ / » e , remedie i 1^ gr.
i 1/a eng., sleischat 161/» stuiv. In zijne rekening verantwoordde de Muntmeester evenwel 17
stuivers; dus schijnt er eene verandering in zijne instriictie gebragt te zijn. De koers van
uitgifte was 40 stuivers. Hij sloeg er van zuiver 936 m. 5 ons, o f ongèveer 8490, stuks.
N°. 25 en 26. Halve zilveren rijder, op een gehalte van 10 penn. 4 gr. , in de snede
17^V*98. Hiervan sloeg hij slechts 48 m. 3 ons, o f zuiver 47 m. 3 ons 15 eng. 393/4 aas,
o f zuiver 808 stuks.
N°. 27 tot $o.;,.:Snaphanen, op een gehalte van 6 penn,, in .de snede 37 stuks, remedie
iVa gr. iVa eng., sleischat 4 stuks; koers van uitgifte 6 stuivers. Hiervan werd een aan-
zienlijk bedrag geslagen, en wel 4782 m. 6 ons, 16 eng., o f zuiver 4697 in, 6 ons ,16 eng.,
dus ongeveer 173810 stuks.
N°* 3ï/33- Salve snaphanen, op .een allooi van .6 penn., in de snede 74. Hij: vervaar-
digde er 133 mark 2 ons 19 eng. van, o f züiver 131 m. 3: ons 10 eng., dus ongeveer
9720 stuks,
- De geheele ontvangst der rekening wegens sleischat, en boeten .voor onvoldoend gewigtven
gehalte, bedroég f 610p— 18^21.. .Uit "het verbaal blijkt nog, dat de type der nieuwe munt
geeoncipiëerd is döor den bekendën Erasmus van Houwelinghe., die daarvoor / 24.-- genoot.
Als Waardijn, essayeur en ijzersöijder fungeerden nog de vorigen.
In Maart 1583 ontvingen de Gedeputeerden van de Landschap, die naar de bijeenkomst
te Utrecht van de provincien aan -de oostzijde van de Maas, afgevaardigd weiden, wederom
de lastgeving mede dat »andere provincien. angemanet werden omb gelickheit ind munte int
uutgeven eg ontfàngen der pens te halden es niet géstadet werden, dat die ene provincie
uth particulire affecten des anderen munte verachte off vercleinete.”
Den I 7 den October 1583 werd door Gedeputeerden, des Furstendoms en der Graafschap be