
Het laatste placcaat, uitgevaardigd aangaande de Geldersche -munt, on9 door den Hoogleeraar
Van der Chijs medegedeeid, is gedagteekend 25 October ¡ g j j en was uitgegaan van den
Koning van Spanje. Daarbij waren eenige munten op prijse en estimatie gesteld, en zulka
tot Sint-Jans Misse 1577, Bij placcaat v a n io F e b ru a r i 1577. en een nader van 17 Maart
1-577* werd, namens den Koning, continuatie daarvan vergund (Geld. Placcaatb.), In een
placcaat, door den Koning te Namen den 17 Juli 1577 (Geld. Landdagsrecessen) uitgevaardigd,
werd nader uitstel gegeven voor drie maanden »want nyettegenstaende wij wel
begeert hadden oirde te stellen op ’ t stuck ende Joop van der munten, des. nyet te min,
overmits die • grootwichtige affairen dagelicx overcomende, en hadden wij dairtoe alsnoch nyet
können verstaen.” Er heerschte in die jaren eene schromelijke wanorde in het muntwezen.
Den 11 November 1577 werd eene nieuwe eväluatie uitgevaardigd (Geld. Placcaatb^):; In de
Landdagsrecessen, aanwezig in het Archief van Arnhem, is nog een origineel exemplaar van
dit placcaat voorhanden, waarbij 00k weder, gelijk gewoonlijk, voor biljoen werden verklaard
de gouden penningen van den graaf van den Berg, van Hedel, Vianen, Batenburg, Thorn,
Hoorne, Gronsvelt, Embden, Jever, Reckheim, en alle andere, niet begrepenonderdenvoet
van het Heilige R ijk , benevens alle daalders, in die plaatsen. geslagen. -
Nadat op 8 November 1576 de Gentsche bevrediging was tot stand gekomen, was eene der
eerste zorgen van de. Staten onzer verschillende gewesten, te trachten in het muntwezen orde
en, zoo mogelijk, eenheid te brengen. Reeds tpen ,de Staten van Holland en Westfriesland in
Augustus 1575 bijeen waren, besloten zij 00k „dät overmits de benaauwtheid van gelde jegen-
woordelijk in den lande wesende ende de groote lasten van den oorioghe, die daagelijks hen
vermeerderen, ende ten einde het gemeene land eenig profijt soude moogen genieten buiten
laste . van de ingezeetenen der landen ,-dewelke zeer beswaarlijk is verdere leeningen ende con-
tributien te doen, dat met den eersten eenen silveren penning zal werden geslaagen van
alsulcken alloij ende munte als tot dienste van den lande oorbaarlijkst sal sijn.
Men herinnere zieh hierbij-, dat in Holland, naar aanleiding hiervan, reeds in 1575
bekende leeuwendaalders werden geslagen, vöerende het, in latere jaren 00k in Gelderland
nagevolgde devies: c o n f id e n s domino n o n m o v e tv r .