
Gelderland , Waafonderr Ex. A c cT .'Cm u * . et. C amer* — R at. D.-Gbluuk et. C. Zote.—
Per. Deeegatos.üet. Rei. Mon.— T ridmv. Negotiis.— Prah>. Monetae. Felic. Exam Or-
DINARIUM«^-?HaRDEROVICI:—.17 5 7 . '
Over het muntmeesterspenningje door hem in 1756 geslagen, zie men hierna op het jaar 1759.
De gewone muntmaaltijd werd niet gehouden, en tevens werd aan H. en R. verzoeht, dien
voor het veryolg a f te schaffen. Op zijn verzoek ontving Cramer, bij missive, gedagteekend
s Hage 25 Juli 1757, van de prinses Gouvernante zijn öntslag. Hij zag geene kans omtegen
den muntmeester van Holland te concurreren, die met een groot kapitaal werkte, endekoop-
lieden daardöor spoedig kon helpen.
Zijn opvolger was Carel Christiaan Novisadi, door prinses Anna bij Acte van 30 November
1757 3); aangesteld. Töen deze zijn ambt aanvaardde ( rd December 1757) werd weder
eene medaille door van Swinderen vervaardigd, afgebeeld Vervolg op van Loon, N°. 341,
en bij mij in zilver aanwezig. Van Swinderen vervaardigde mede in 1758 three nieuwe pon-
soenen voor duiten, in 1759 voor stuivers, en in 1760 voor heele en halve gouden rijders.
De medaille heeft öp de voorzijde: de prinses Gouvernante op een troon, naast haar eene
muntsehroef enz. * aurea maturescan t poma * c : c : n ovisadi monette prjepositus; in de
afsnede d : xvi d e c : — md cc lvi i . Keerz. de gekröonde Maagd van Gelderland, met wapen-
schild en hoorn van overvloed enz. f lo reat moneta g e l r ic a , in de afsnede hardeRv ic i .—
b. v. s. F.
Novisadi bleef tot in 1776 werkzaam, toen hij blijkens Missive van den prins van Oranje,
van 2 December, werd ontslagen. Hij liet een’ desolaten boedel na. Viermalen werd zijne
bus geopend, en wel de eerste keer in Augustus 1762. Er waren gewerkt van '20 Juni 1758
tdt 28 Augustus 1762.
Nederlandsche gouden ducaten, 8472 mark (N°. 474).
Nederlandsche gouden rijders, op den voet van 1606, en volgens Resolutie van 1 Augustus
I74P»3) 18196 mark (N°. 485).
Nederlandsche zjlveren rijders, van 20 September 1759 tot II Augustus 1761 voor de O.
I. Compagnie, 2719 mark, waaronder halve begrepen waren (N°. 487, 497).
Nederlandsche zilveren ducaten, 42829 mark (N°; 488).
Nederlandsche guldens, 16001 mark (N°. 489). +)
Nederlandsche pijlstuivers, op de instructie van 1670, 805 mark (N°. 481);
Bij deze muntbusopening 5) kwam de sleischat niet ten laste van den muntmeester, terwijl
hij daarentegen, volgens artikel 11 van zijne instructie, gedagteekend 16 December 1757,
diverse andere onkosten droeg. Uit zijne instructie teeken ik nog aan, dat hij, ’tz ij dat de
munt in werking was o f niet, jaärlijks aan de Domeinen moest betalen f 750.— , yoorts het
tractement van essayeur en stempelsnijder, muntsmid, gietknecht en smidmeester, alsmede de
xj Aanwezig in het Archief van het voormalige Hof van Gelderland.
a) Waaronder de dubbele ducaten ;N°: 476).
3) Gerenoveerd a Juni 1760. Zie bij de beschrijving van N°. 485.
4) Waaronder de halve? (N°. 479). -
5) 3 Nov. 1760 ontvingen de jnnntmeesters bevel om elke drie maanden opgave van het gemunte tedoen.