
N°. 365» Anuo 1701. Nederlandsche, zilveren ducaat.
Gelijk N°. 358. Zilver ; geslagen volgens de rekeningen (21608 mark).
N°. 3 66. Anno 1701. Nederlandsche gulden.
Gelijk N°. 354; ééne stip ter zijde van het jaartal. Zilver ; Kab. d e V o o g t .
N . 366®. Mij kwam 00k een exemplaar voor met e t c z . Kab. d e V o o g t .
^ N°. 367. Anno 1702. Duit. .
Type gelijk N p. 2 9 4 , doch grooter en zwaarder, in d e o .— sp Nos. Koper; K a b . d e V o o g t .
N°. 368. Anno 1763. Nederlandsche gulden. *)'
Type van T\f°. 3 5 4 ; het muntteeken, de ruiter, naast het jaartal; mo. a r g ; o r d . foe d . b e l g ,
g e l . E T . .C z , ter wederzijden van het wapen: J B Zilver-, Kab. d e V o o g t , Koninklijk
. Kabinet.
, N°. 369. Anno 1703. Duit. ' ■ ■ ‘
Nieuwe type. Vporz.: groot gekroond waperischild van Gelderland; in . d eô .— sp. nos.
Keerz.: in viér-regels.* d *— g e l ^—r iæ — . 1 7 0 3 . Roper; Kab. d e V o o g t , 00k als piedfbrt,
in het Kabinet van het Muntcollegie, een afslag in zilver. Afgeb. V e r k a d e , pi. 19 N°. 3.
. ‘ ' : (Pl. XIV N°. VI.)
N°. 370; { - An no i 704. Ducaton.
Type van Ѱ. 322, doch geene binnenranden, het jaartal in een schildje onder het wapen,
m o : n o : a r g ; p r o : c o n foe . b e l g . d . g e l . c . z , waarachter een ruiter als muntteeken.
Zilver ; Muntcollegie!
N°v 371« Anno 1704* Nederlandsche gulden.
Type van N°. 3 6 8 , d o ch FÆD. Zilver; Muntcollegie.
^ N . 372. Anno 1704* Dubbele stuiver.
Type van N°. 154, doch kleiner; * Zilver; Kab. Leidsche
HoogéschoòR Kab. R i j n b e n d e , Koninklijk Kabinet, Kab. d e -Vo o g t .
S N°. 373* Anno' 1705. Nederlandsche gulden.
Gelijk N°. 371; m o : a r g : o r d : f e d : b e l g . g e l . e t . c . z . ’ Zilver; Muntcollegie, Ko-
ninklijk Kabinet*
^ ‘N°. 374. Anno 1705. Scheepjesschelling.
Voorz.: gekroond provinciaal wapenschild tusschen 6 S; m o : a r g : cö r d : d v c . g e l . e t . c .
z , (ruiter). Keerz.: fraai opgetiiigd driemastschip, o f wel, gelijk de woorden luiden in de
1). Uit een’ brief van den Muntmeestêr, van 24 Februari 1703, bleék mij, dai hÿ wegens de dUurte v an
’t^zilver sedert 1701-geene andere munc had geslagen dan duiteñ. !